Nederland moet meer doen om talentvlucht te voorkomen bij kunstmatige intelligentie

Nieuws | door Frans van Heest
3 maart 2020 | Maak opleidingen voor kunstmatige intelligentie een stuk duurder, dan hoeven opleidingen niet driekwart van de belangstellende studenten te weigeren en ook de arbeidsvoorwaarden voor AI-onderzoekers moet verbeterd worden, zeggen Amsterdamse onderzoekers.
Foto: Gerd Altmann

De regering heeft onlangs aangekondigd om de komende jaren twee miljard extra te investeren in kunstmatige intelligentie. Binnenkort vergadert de Tweede Kamer over hoe dit geld het slimst kan worden ingezet. Om alvast input te vergaren voor dit debat, had de Kamer een aantal experts uitgenodigd op het gebied van kunstmatige intelligentie. Het advies van de deskundigen was om een gerichter beleid te voeren ten aanzien van artificial intelligence (AI).

De hele economie is veranderd

Volgens Eric Bartelsman, hoogleraar economie aan de Vrije Universiteit, heeft de digitalisering de hele economie veranderd. “Naast arbeid en kapitaal is er nu een nieuw productiemiddel, noem het data of gecodificeerde kennis. Ik denk dat onze wet- en regelgeving en de economische instituties zoals het tripartite overleg met werkgevers, werknemers en de overheid – die gedurende twee eeuwen zijn geëvalueerd voor het goed functioneren van een economie met arbeid en kapitaal – niet meer volstaan in een wereld met data,” zo waarschuwde de VU-hoogleraar.

Maarten de Rijke, hoogleraar en wetenschappelijk directeur van het AI-innovatiecentrum van de UvA, had een duidelijke waarschuwing aan de Kamer, als Nederland nog voorop wil lopen op het gebied van AI. “Willen wij als Nederland daar nog iets in kunnen betekenen, dan moeten wij voor ons eigen talent zorgen, voor onze eigen kennis, zelf aan het roer staan, zelf die technologie ontwikkelen en zelf onze eigen spelregels verankeren. Dat laat je niet aan iemand anders over. Dat begint met talent. Zonder het talent kun je het schudden en die talentvlucht is op dit moment reëel.”

In het buitenland zijn de voorwaarden veel beter

Een voorbeeld over hoe Nederland talent buiten de deur houdt, is bijvoorbeeld numerus fixi bij opleidingen voor kunstmatige intelligentie, zegt De Rijke. “We hebben numerus fixi bij alle instellingen die een geaccrediteerde AI-opleiding hebben. We hebben enorme moeite om buitenlands toptalent boven het niveau van een promovendus aan te trekken. Dat is niet alleen omdat het talent naar de industrie verdwijnt, maar ook omdat talent verdwijnt naar landen om ons heen. Waar de condities, de startpakketten en de carrièremogelijkheden beter zijn. Die talentvlucht is reëel en is niet business as usual.”

Haroon Sheikh, een wetenschappelijk medewerker van de WRR die eerder een verkenning uitvoerde voor het kabinet naar internationaal AI-beleid, waarschuwde voor de internationale wedloop ten aanzien van kunstmatige intelligentie. “Dit is een heel sterk frame, als zodanig zorgt het ervoor dat er al tientallen landen een AI-strategie hebben gepubliceerd en die moeten we sterk begrijpen vanuit concurrentie met elkaar. Dat zorgt er wel degelijk voor dat er op heel veel gebieden gestreden wordt om beperkte middelen en talent. In ons veldonderzoek zijn we veel plekken tegengekomen waar dat talent dreigt te verdwijnen.”

Landen als Duitsland en Frankrijk doen hun best om talent aan te trekken, ziet Sheikh. “Kijk naar de hoeveelheid leerstoelen die Duitsland heeft ingesteld. Het is de vraag wat dat met Nederlandse talenten doet. Wat we bijvoorbeeld van Frankrijk zouden kunnen leren is dat zij veel strategische keuzes maken. Dat land definieert sectoren van mobiliteit tot zorg, energie en defensie. En een land als Japan heeft heel duidelijk gezegd: de grote uitdaging voor ons wordt vergrijzing.”

Hier verblijven mensen relatief kort

Peter Werkhoven, Chief Scientific Officer bij TNO, nuanceerde wel dat Nederland als het om talent gaat vooral een platform- en doorvoerland is. “Er is een risico op talentvlucht, maar Nederland is veel meer een platformland. Met een bovengemiddelde instroom en een bovengemiddelde uitstroom. Nederland als platformland brengt eigen uitdagingen met zich mee, want dat betekent dat mensen relatief kort hier verblijven en dat je de kennis daarom ook goed moet borgen en integreren.”

Naar aanleiding van de inleiding van Maarten de Rijke van de UvA hadden Kamerleden nog wel vragen over wat die talentvlucht precies inhoudt in de praktijk. De Rijke verwees hierbij weer naar de numerus fixi. “Ik ondervind in de dagelijkse praktijk wat talentvlucht is. Talentvlucht is als zich achthonderd studenten aanmelden aan de voordeur en we zeggen tegen zeshonderd studenten: u bent niet welkom, want we hebben geen ruimte.”

Betere carrièreperspectieven elders

De Rijke ziet ook bij het werven van wetenschappelijk personeel dat hij het onderspit moet delven met het buitenland. “Wij zijn in Amsterdam toch de leidende AI-eenheid in Nederland. Als wij daar drie, vier of vijf wervingsrondes moeten doen, om überhaupt een plek ingevuld te krijgen, dat is talentvlucht.”

Nederland moet daarom voor betere condities zorgen voor dit talent, zegt de wetenschappelijk directeur van het AI-innovatiecentrum. “Wat leer je dan van landen om ons heen? Dat lijkt me heel duidelijk. Daar zijn betere condities, betere carrièreperspectieven. En die landen zeggen ook: ‘u bent welkom, we stellen prijs op uw talent, en we hebben dit en dat voor u ingericht.’ Dat betekent ook dat de IND niet 14 weken doet over een werkvergunning. Dat betekent ook dat voor iemand promoveert, al duidelijk is waar zo iemand gaat landen in Nederland. Die trajecten zijn namelijk extreem voorspelbaar.”

VU-hoogleraar Bartelsman hield bovendien het pleidooi om het collegegeld voor de AI-opleidingen fiks te verhogen om al dit talent ook te kunnen opleiden. “Je hoort weleens: al die buitenlanders die hier studeren maken gebruik van schaarse plekken. Dat zeggen we toch ook niet over onze tomaten? Al die buitenlanders die onze tomaten kopen, waarom houden we die niet zelf? Wij hebben gewoon een product dat tegen hele scherpe kosten uitstekende kwaliteit levert.”

Maak de opleiding duurder

“Ik denk dat de informatica-opleidingen in Nederland behoren tot de top-10 of top-20 van de wereld. En dat tegen een hele lage prijs. Daarom is het nodig dat we die prijs omhoog brengen, zodat die opleidingen faciliteiten krijgen, zodat ze talent kunnen aantrekken om die achthonderd studenten op te leiden en niet tweehonderd. Dat lijkt me echt een inkoppertje.”

Ook de voorzitter van FME, de ondernemersvereniging voor de technologie-industrie, Ineke Dezentjé stond stil bij de numerus fixus bij de opleidingen voor kunstmatige intelligentie en de gevolgen voor Nederland. “Er mag wel wat vaart gezet worden achter hoe wij talent aantrekken. En ook talent ontwikkelen. Het is een War on Talent op het gebied van ICT en AI. Je ziet ook dat in Duitsland daar veel geld naartoe gaat. De talenten in Nederland zeggen: ‘wauw daar moeten we zijn, want daar gebeurt het.’ Dus talent is ook internationaal en zonder grenzen. Het is ook in de vorige ronde gezegd, maar het laatste wat je nu dus moet doen is een numerus fixus instellen op zo’n opleiding.”

Correctie:

Een eerdere versie van dit artikel had de titel ‘Een Belgische postdoc verdient meer dan een Nederlandse universitair hoofddocent’, naar deze uitspraak van Maarten de Rijke tijdens de hoorzitting in de Tweede Kamer: “Ik merk het elke dag: bijvoorbeeld omdat een postdoc in België meer verdient en een beter welkomstpakket heeft dan een Universitair Docent of een Universitair Hoofd Docent in Nederland”. De Rijke stelt nu dat het een verspreking was. Postdocs in België verdienen niet meer dan UHD’s en UD’s in Nederland.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK