Er is een enorme kloof tussen het vo en het hoger onderwijs
Wat is een bsa, wanneer is de aanmelddatum voor een leerling die naar het hoger onderwijs wil? Antwoorden op dit soort vragen zijn er niet altijd bij het ‘afleverend onderwijs’. Onlangs ging het netwerk vo-ho in Rotterdam hier met elkaar over in discussie over wat er beter kan om deze overgangen meer te faciliteren. De 54 middelbare scholen en de vier hogescholen in de regio Rotterdam werken daarom samen aan maatregelen voor verbetering. Ook de Erasmus Universiteit Rotterdam is sinds een jaar bij dit samenwerkingsverband betrokken.
Voorbereiden op de belangrijke keuze
Lisette Kouwenhoven, beleidsadviseur Studiekeuze en Intake bij Hogeschool Rotterdam ontwikkelde samen met een training voor schooldecanen, die op deze werkconferentie in ruwe vorm gepresenteerd werd. “In de training laat de werkgroep zien wat er allemaal komt kijken bij de studiekeuze, het inschrijven als student, de eerste maanden van de opleiding. Decanen en mentoren kunnen daarmee hun leerlingen beter voorbereiden op die belangrijke keuze voor een studie die bij je past.”
Daarnaast wijst Kouwenhoven op het onderzoek ‘de eerste 100 dagen’, dat bij hogeschool Rotterdam wordt georganiseerd onder eerstejaarstudenten als ze er drie maanden van hun studie op hebben zitten. Het is namelijk zo dat studenten die de eerste drie maanden zonder al te veel kleerscheuren doorstaan een grote kans hebben op een gunstig verder verloop van de studie.
Geen verwijt want het is wederzijds
Bij de bijeenkomst zegt voorzitter van de Hogeschool Rotterdam, Ron Bormans dat hij blij is dat dit netwerk wordt uitgebreid met de Erasmus Universiteit, waardoor het onderwerp een werkelijk integrale benadering krijgt. “Het is belangrijk dat wij als bestuurders erover babbelen, maar het is nog belangrijker dat er heel concreet aan gewerkt wordt.Vandaag zetten we een hele belangrijke stap want het netwerk havo-hbo wordt het netwerk voortgezet-hoger onderwijs Ik vind het ontzettend leuk om dat hier op de universiteit te doen.”
Ook Ann O’Brien, secretaris van het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit, is tevreden met de keuze van de Rotterdamse universiteit betrokken te raken bij dit netwerk. “Wij zijn ontzettend blij dat er nu al zoveel bereikt is. We snappen hoe moeilijk het is om succes te boeken in het veld. Het is hartverwarmend om te zien hoeveel mensen hier tijd aanbesteden om onze jeugd te helpen om de juiste keuzes te maken en om het studiesucces te verbeteren. Wij zijn heel trots en blij dat wij nu onderdeel zijn van dit nieuwe consortium.”
Bormans noemt dit een “breuklijn” in het leven van jonge mensen, die er niet hoeft te zijn. “Op de een of andere manier is er een enorme kloof tussen het voortgezet onderwijs en het hoger onderwijs. Dat komt voor een deel omdat we onderdeel zijn van verschillende soorten systemen en regelingen en omdat we te weinig kennen. Dat is geen verwijt, want dit is wederzijds.”
Er zullen altijd mensen uitvallen
De Rotterdamse collegevoorzitter zegt dat zowel het vo als het ho hun best moeten doen om die breuklijn zo drempelloos mogelijk te laten verlopen. “En als wij dan hoeders van het systeem die stap dan extra moeilijk maken, door daar wat barrières op te bouwen, dan bouwen we daar oneigenlijke elementen in. Dat zien we terug in de statistiek, dat mensen uitvallen.”
Dat onderwijs iets selectiefs heeft hoeft niet problematisch te zijn, zegt Bormans. “Onderwijs is selectief, er zullen altijd mensen uitvallen. Het moet alleen niet gebeuren op oneigenlijke gronden. We moeten die barrières proberen weg te halen.”
Hij noemt zichzelf een ervaringsdeskundige in uitval. “Ik kwam in een hoger onderwijsinstelling terecht en ik had geen idee waar ik aan begon. Niemand heeft mij verteld wat ik had moeten doen om daar succesvol te zijn. Dan val je uit en dan krijg je een krasje op de ziel, daar kom je wel weer overheen en sommige worden dan voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool Rotterdam. Dus we moeten er ook niet al te dramatisch doen, maar het is pijnlijk. Die uitval creëert ook ongelijkheid in de samenleving, dus wij mogen ons daar nooit bij neerleggen.”
Wij zien ook kansen
Rowan Huijgen, die Coördinator aansluiting is bij de Universiteit licht toe dat het gezien de doelstelling van de universiteit eigenlijk heel vanzelfsprekend is dat de EUR nu toetreedt tot dit samenwerkingsverband. “Wij vinden het belangrijk dat wij impact generen in ons onderwijs, in ons onderzoek. Vandaag gaan wij daarom toetreden tot het samenwerkingsverband, want wij willen de samenwerking met de regio nog belangrijker maken. Wij deden al veel met scholen en wij komen ook op scholen langs. Maar deze kennis en expertise willen we ook verder delen in dit samenwerkingsverband.”
De doelstelling van deze samenwerking zal niet veel veranderen, nu de EUR is toegetreden zei Huijgen. “Wij kijken er heel erg naar uit om de samenwerking verder aan te gaan. We sluiten natuurlijk aan bij de bestaande doelstellingen: namelijk het studiesucces vergroten en uitval terugdringen. Dat is iets wat wij als Erasmus Universiteit ook onwijs belangrijk vinden. Wij zien ook kansen in die samenwerking. Tussen de middelbare scholen, de vier hogescholen in de regio en de Erasmus Universiteit. Het gaat ook om de juiste leerling en de juiste student op de juiste plek te krijgen. Misschien via een omweg en extra hulp. Maar we willen dat iedereen in de regio Rotterdam uiteindelijk het beste uit zichzelf kan halen en de potentie kan benutten.”
