Hoe maak je online onderwijs sociaal?

Verslag | door Toske Andreoli
8 april 2020 | Nu iedereen de eerste horden van het online onderwijs genomen heeft, rijst de vraag: hoe zorg je nou voor interactie in zo’n online bijeenkomst? Hoe voorkom je dat het eenrichtingsverkeer wordt en dat studenten zich niet gezien voelen? Het ComeniusNetwerk, het Versnellingsplan en SURF wijdden er vrijdag een webinar met experts aan. “Toen ik mijn eerste grap maakte zag ik na enkele seconden smilies in de chat. Dat was geweldig.”
Foto: jeshoots.com (Unsplash)

“Vijf jaar geleden ben ik met afstandsonderwijs begonnen en ik was gewaarschuwd: het is echt anders”, vertelt mbo-docent Jolanda van Til aan de webcam. “Ik dacht dat het wel zou meevallen: of ik ze nou op een scherm zie of in de klas, dat maakt niet zoveel uit. Maar het was keihard werken.”

De afgelopen weken verschenen veel tips over online onderwijs: welke tools gebruik je, hoe houd je het doenlijk voor jezelf en studenten, hoe kan je toetsen op afstand? Maar hoe zit het eigenlijk met het sociale aspect van afstandsonderwijs? Hoe voorkom je dat het onderwijs studenten te veel individualiseert, dat ze over het hoofd worden gezien? Het ComeniusNetwerk, het Versnellingsplan en SURF, de ICT-coöperatie van het onderwijs, wijdden een online seminar aan de interactie met studenten op afstand.

De seminar wordt verzorgd in Microsoft Teams – “vanwege de AVG”, aldus Michel Jansen van SURF. De sessie zelf is beperkt interactief: kijkers kunnen schriftelijke vragen in de chat stellen. In totaal vijf experts delen hun ervaringen met online onderwijs, van mbo tot wo. De tips gaan over drie soorten interactie: die tussen student en docent, tussen studenten onderling, en tussen student en de inhoud.

Student en docent: alles plannen

Greg Alpar geeft nu drie jaar afstandsonderwijs aan de Open Universiteit. “Ik zal het niet snel vergeten: de eerste keer dat ik alleen in mijn kamer zat en tegen mijn laptop moest praten. Toen ik mijn eerste grap maakte zag ik na enkele seconden smilies in de chat. Dat was mijn eerste ervaring met interactie. Dat was geweldig.”

Al is het maar klein, interactie met studenten op afstand is wel mogelijk, vinden de sprekers. Jolanda van Til: “Wat je anders in de klas deed, kan nu ook. Als je creatief bent, dan kun je op afstand ontzettend veel.” Er gaat alleen veel meer voorbereiding in zitten, ook daar is iedereen het over eens. “Je schrijft eigenlijk een script”, aldus Van Til.

“Het is vrij dodelijk voor mensen die houden van spontaan lesgeven, want bij een online synchrone les moet je de interactie van tevoren plannen”, zegt Janneke Louwerse, docent aan de lerarenopleiding van Hogeschool Rotterdam. Zo’n ingeplande interactie kan bijvoorbeeld door middel van een meerkeuzevraag of peiling. “Dan krijg je een beetje voeling: komt het over? Het is heel belangrijk dat je de input van studenten, de opdrachten die ze van tevoren moeten maken, ook daadwerkelijk verwerkt in je live les. Je kunt ook best van tevoren tegen iemand zeggen: jij krijgt een bepaalde taak tijdens de live les.”

Noem namen van studenten

Greg Alpar benadrukt het belang van een goede sfeer. “Als je een gezellige vriendelijke sfeer tijdens de bijeenkomsten schept, zullen studenten veel meer bereid zijn om aan zelfstudie te doen en samen te werken. En als ze daardoor beter voorbereid zijn, zijn ze in de bijeenkomsten ook veel meer bereid tot interactie.”

Maar hoe doe je dat, een goede sfeer creëren? Renée Filius (Universiteit Utrecht) vertelt: “Ik begin zelf vaak door aan studenten te vragen een foto te maken van de omgeving waar ze zitten. Dat leidt vaak tot leuke informele gesprekken tussen de studenten. En probeer bij kleine groepen namen te noemen van studenten. De neiging bestaat om studenten als een anonieme massa te beschouwen als ze niet fysiek te zien zijn. Het helpt voor studenten om hun naam te horen, zodat ze merken dat ze ook echt gezien worden.”

“”Studenten vinden synchroon contact vooral prettig voor de sociale elementen””

Renée Filius

Janneke Louwerse houdt ook spreekuren met studenten. “Ik ben studieloopbaancoach en op die manier kun je toch individuele begeleiding geven.” Maar ook als je niet live communiceert hoeft dat niet altijd schriftelijk. “Asynchrone feedback kan ook auditief. Dat komt vaak wat vriendelijker over.”

Met het oog op werkdruk zouden docenten heel goed moeten nadenken over wat er precies in de live videoconferenties behandeld hoeft te worden, vindt Renée Filius. “Wat moet ter plekke worden gedaan, en wat kan de student op een zelfgekozen moment doen? Ik krijg van studenten terug dat ze het synchrone contact vooral prettig vinden voor de sociale elementen. Ze vinden het prettig om de docent te zien, even te kunnen vertellen over hoe het voor hem of haar is, en om medestudenten te zien – dat wordt ook heel erg gewaardeerd. Wat de inhoud betreft wordt veel meer gevraagd om asynchrone opdrachten.”

Zelfstudie en autonomie

Maar hoeveel kun je aan de student zelf overlaten? Van Til: “In het mbo hebben we te maken met begeleide onderwijstijd. We moeten de student dus altijd in beeld hebben en wij moeten bereikbaar zijn. In het hbo en op de universiteit kun je meer opdrachten geven die studenten zelf kunnen plannen, maar in het mbo moet het binnen de lesuren plaatsvinden.”

Iwan Wopereis van de Open Universiteit noemt zelfstandigheid een doel van het onderwijs, maar plaatst ook kanttekeningen. “In de huidige situatie is grote verantwoordelijkheid van studenten zeker wenselijk. Toch zul je nu aandacht aan zelfstandigheid moeten besteden en ook monitoren. Ik denk wel dat in het universitaire onderwijs dit veel minder zal spelen, omdat de autonomie van de student al heel groot was. Maar dat zal in het mbo een stuk minder zijn.”

“”Flexibel onderwijs wordt nog wel eens verward met individueel leren””

Janneke Louwerse

Filius, ook docent aan een universiteit, nuanceert dat: “We moeten ons realiseren dat een grote groep studenten het lastig vindt om zelf te schatten hoe lang iets duurt. De ene student reageert daarop door het allemaal in heel korte tijd af te raffelen, en de ander kan daardoor geen limiet stellen en heeft de neiging zich over de kop te werken. Help studenten bij de planning. Geef bij leeractiviteiten een duidelijke tijdsindicatie van hoe lang je verwacht dat het gaat duren en geef aan wat de deadlines zijn.”

Studenten onderling: samen een videootje kijken

Ook op het hbo waakt men ervoor te veel verantwoordelijkheid voor het leren bij de individuele student te leggen. Janneke Louwerse: “Wij hebben veel te maken met deeltijdstudenten en die hebben een flexibel traject. Ze komen weinig naar school. En dat flexibele wordt wel eens verward met individueel leren. Dat streven wij niet na. We willen graag dat er veel interactie blijft tussen docenten en studenten, maar vooral ook tussen studenten onderling.”

“Voor onze live lessen gebruiken wij Big Blue Button”, zegt Louwerse. “Het voordeel daarvan is dat je iedereen ziet. Zoals Renée al zei: die livelessen zijn heel belangrijk voor het sociale element. Je kunt samen naar een videootje kijken, dat maakt het gezellig. En je kunt groepjes maken. Dan geef je studenten in de leeromgeving hun eigen plek, met fotootjes van de groepsleden. En ze kunnen dan zelf, zonder docent, een webconferentie starten. Ze weten elkaar ook zelf wel te vinden via Whatsapp enzo, maar enige ondersteunende structuur is wel onze plicht.”

Student en inhoud: een compleet herontwerp

Wat de inhoud betreft, worden vooral asynchrone vormen aangeraden. Zo vertelt Filius over een opdracht waarbij studenten schriftelijk een online debat voerden over een wetenschappelijk artikel met een duidelijk standpunt. “We wezen studenten toe aan de pro-groep of de con-groep. Je laat ze standpunten samenvatten, verdedigen, reageren. Dat kan helemaal geschreven en asynchroon worden uitgevoerd, dat geeft ook meer rust dan in een videoconference.”

Maar ook in een live les kun je de interactie met de inhoud verhogen. Louwerse: “Je kunt formatieve toetsjes inpassen en de studenten ook verplichten voorafgaand aan de synchrone bijeenkomst vragen in te brengen. In de app Nearpod kun je allerlei simpele oefeningen doen: vul gatenteksten in, een vraagje met een poll, geef je mening, waarbij studenten ook geluid kunnen opnemen. Al die kleine korte tussentijdse activiteiten verhogen de interactie met de inhoud.”

Vrijwel alle sprekers benadrukken echter dat online onderwijs geven echt een ander vak is dan contactonderwijs en dat vooral de inhoudelijke kant er anders uitziet. “Bedenk je dat goed online onderwijs echt om een compleet herontwerp vraagt,” zegt Filius. “Daar is in deze tijd niet de mogelijkheid voor. Probeer dat ook niet na te streven. Dit wordt eerder een marathon dan een sprint, dus let ook een beetje op jezelf.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK