De universiteit moet haar meerwaarde opnieuw uitvinden

Opinie | door Data Research Centre University of Groningen
12 mei 2020 | Nu het onderwijs op afstand niet tijdelijk blijkt, moeten universiteiten nadenken over hun meerwaarde ten opzichte van de rest van het online onderwijsaanbod, schrijven de onderzoekers van het Data Research Centre (RUG). Als universiteiten zich niet aanpassen, staat hun kwalificatiefunctie op het spel.
Het Academiegebouw in Groningen – Foto C. Messier (CC BY-SA 4.0)

Het onderwijs, en niet alleen het lesgeven, heeft een enorme verandering ondergaan als gevolg van de anti-pandemische maatregelen. Onderwijsmateriaal wordt breder verspreid, soms tot wanhoop van universiteiten die hoorcolleges op YouTube zien verschijnen, en het leren gebeurt niet meer op een centrale plek. Deze veranderingen dagen de traditionele centrale rol van de universiteit uit, en tornen aan het gezag van de universiteiten in het aanbieden van academisch onderwijs en het uitreiken van diploma’s.

De dominante gedachtegang van de VSNU en veel van onze universiteiten lijkt te zijn dat de huidige situatie een ingrijpende maar tijdelijke noodmaatregel is. Althans, dat suggereert de slogan: Op de campus, als het kan | Online, omdat het kan

Wij constateren wel degelijk een game changer. De technologische veranderingen zijn verweven met bijstelling in de circulatie, waardering en governance van digitale kennis. Telkens weer leiden processen van digitalisering in andere sectoren tot diepgaande veranderingen — de huidige crisis is een dramatische intensivering hiervan. Het standpunt dat we hetzelfde kunnen blijven doen, maar dan online (en met misschien veel minder kosten), is onhoudbaar.

Een missie zonder fysiek samenzijn

De missie van de universiteit is om studenten, kennis en erkenning met elkaar te verbinden. Op de universiteit komen studenten en docenten bij elkaar om een gemeenschap te vormen. Binnen deze gemeenschap is er aandacht voor interacties rond kennis, en worden vaardigheden en expertise gedeeld en getoetst. Dankzij deze dynamiek, kunnen studenten hun kennis van een coherent curriculum en hun capaciteit tot analyse en synthese bewijzen, en zo een waardevol diploma halen.

De afgelopen maanden hebben laten zien dat deze verbindingen lastig tot stand komen, of zelfs in groot gevaar verkeren, als we niet meer bij elkaar kunnen komen. Nu blijkt dat het universitaire systeem niet zomaar zal terugkeren naar een evenwichtstoestand van voor de uitbraak van het virus, staan we voor een grote uitdaging: hoe kan de universiteit haar missie vervullen op een manier die weinig, soms, of zelfs helemaal niet leunt op fysiek samenzijn, en die maximaal gebruik maakt van het verrijkende potentieel van digitalisering?

Wereldwijd opleidingsspeelveld

 Door het digitaliseren van het onderwijs en het uitsluiten van fysieke aanwezigheid bij het leren, verliezen instellingen hun centrale positie. Ze zijn niet langer een bijenkorf waar studenten in- en uitvliegen, niet meer de plek om samen te studeren of een lezing bij te wonen. Studenten kunnen niet meer laten zien wat ze kunnen, met hun handen in het lab of met een sterk betoog voor de groep.

Daardoor staan de online colleges, die door toegewijde docenten uit nood worden gegeven, nu ineens naast didactisch verantwoorde en gepolijste MOOC’s. MOOCs groeiden al jaren, maar werden – ondanks de grote hype die eromheen ontstond – toch lang beschouwd als marginaal in relatie tot de plekken waar het echte leren plaatsvond. Nu worden deze verschillende soorten leermateriaal gezien als uiteenlopende – maar niet langer diametraal tegenovergestelde – bijdragen in een wereldwijd opleidingsspeelveld.

In hoeverre kan de universiteit nog aanspraak maken op een exclusieve inhoud, en een gemeenschap, waarvoor hoge collegegelden moeten worden betaald? Hoewel MOOC’s helemaal niet zo gratis zijn als ze lijken – de productiekosten zijn hoog en deze platforms verzamelen uitgebreide data van hun gebruikers – is de prijs ervan onevenredig lager dan collegegeld.

Voor studenten uit het buitenland kan het internationale aanzien van een kennisinstelling onvoldoende aantrekkingskracht uitoefenen om in tijden van beperkte mobiliteit hiervoor te kiezen. Blijft de propositie van studeren-in-Nederland-online aantrekkelijk genoeg voor studenten, als zij de risico’s meewegen van reizen en quarantaine, van grenzen die op onvoorspelbare moment kunnen worden gesloten, de hindernissen van visa en gezondheidscertificaten?

Er gaat dus veel verloren qua interactie, als we het onderwijs neerzetten als een grote reeks modulaire, online colleges die op eigen gelegenheid gekeken kunnen worden. Het onderwijs wordt een eenrichtingsverkeer: productie door docenten, bundeling op de universitaire platforms, gevolgd door consumptie door studenten.

Diploma’s mogen uitreiken

Niet alleen het leren, maar ook het toetsen en beoordelen van studenten, leunt zwaar op de mogelijkheid tot interactie. Het recht van de universiteiten om diploma’s uit te reiken enerzijds, en de voordelen die studenten en werkgevers aan diploma’s verbinden anderzijds, lopen allebei gevaar.

Waar het mogelijk was om kennis massaal te toetsen door studenten fysiek, met een lange reeks meerkeuzevragen aan een tafeltje af te zonderen, wordt deze vorm van toetsing zeer problematisch als het op afstand moet gebeuren. Studenten hebben het al over “corona-diploma’s” door verandering in toetsing en fraude via Google en Whatsapp.

Toch kunnen de universiteiten hun huidige rol in het waarborgen en toewijzen van diploma’s niet vervullen zonder toetsing en beoordeling. Om hun kwalificatiefunctie te behouden, zullen universiteiten ingrijpend moeten kijken naar hoe ze de relatie van studenten tot de stof willen testen. Ironisch genoeg lijken de kleinschaligere programma’s (juist degenen die bedreigd of geruimd werden door recente bezuinigingen) veel minder kwetsbaar voor fraude. Mede door hun toetsvormen en door de interactie met docenten bij het toetsen, geven deze opleidingen nu het goede voorbeeld. Door de contacten die in de loop van het leerproces ontstaan, worden de integriteit van het leren en het eigen maken van kennis en vaardigheden door studenten gewaarborgd.

Het gaat dus niet alleen om het aanbieden van leermateriaal via online colleges, maar juist ook om rijke interacties tussen leden van de academische gemeenschap. Digitale media hoeven hier niet in de weg te staan. Wel moet er ruimte zijn voor iteratieve en interactieve onderwijsvormen. Die kunnen de toetsen-op-afstand perikelen oplossen, want het leerproces van studenten wordt niet op één enkel moment, via vragen waarvan Google het antwoord weet, getoetst. De weg vooruit ligt in tweerichtingsverkeer, in plaats van het opschalen van zendend massa-educatie.

zij hebben toetsen vervangen door assessments

Universitair onderwijs postcorona

Onze overtuiging is dat onderwijs op basis van openheid en interactie, in plaats van exclusiviteit op basis van fysieke aanwezigheid, de missie van de universiteit nieuw leven zal inblazen.

Openheid en interactie zijn verenigbaar met onderwijs op afstand, maar vereisen ook dat we investeren in open en openbare platforms. Als we weg willen blijven van de productie-consumptie relatie tussen universiteiten en studenten, betekent dit ook dat we aandacht moeten besteden aan de platforms die we gebruiken.

De commerciële logica van de grote techbedrijven zit in de tools ingebouwd, en deze bepalen ook deels welke onderwijsvormen mogelijk zijn. Om maar een aspect toe te lichten: een belangrijke waarde van universitaire vorming is pluriformiteit. De platforms van deze bedrijven zijn juist zo gebouwd dat men zich in één enkele omgeving bevindt, met een aantal gestandaardiseerde vormen van expressie en interactie. Dit werkt juist uniformiteit en conformiteit in de hand.

Als we vinden dat powerpoint het academisch discours heeft verarmd, wat zal dan het effect zijn als we alle onderwijs via hetzelfde stramien van Blackboard of ‘G suite for education’ vormgeven? De huidige situatie maakt de recente gezamenlijke oproep van de rectoren van Nederlandse universiteiten om te investeren in publieke infrastructuur zeer urgent.

De meerwaarde van een universitaire studie ligt in de mogelijkheid om kennis tot je te nemen, maar vooral in het kunnen bevragen, samenbrengen, omvormen en uitbreiden van kennis. Deze vaardigheden kunnen leren, vraagt om een interactieve vorm van onderwijs, die ondersteund wordt door een setting die open, divers en niet commercieel is. Dit vraagt om meer ambitie dan hoorcolleges online zetten.


Het Data Research Centre van de Rijksuniversiteit Groningen Campus Fryslân doet onderzoek naar de interactie tussen technologie en samenleving op het gebied van datawetenschap.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK