“Geen sprake van overleg, noch afspraken over spitsmijding studenten”

UvA voorzitter Geert ten Dam weerspreekt dat er 'afspraken' zijn met kabinet

Interview | de redactie
15 mei 2020 | Volgens collegevoorzitter van de UvA Geert ten Dam is er geen sprake van afspraken tussen hoger onderwijsinstellingen en het kabinet over spitsmijding in het OV door studenten. "Het is draconisch en onnodig."
Lijn 12 op weg van het Utrecht Science Park naar het Centraal Station

‘Kabinet en onderwijsinstellingen spreken af: geen studenten in de spits’ kopte de NOS gistermiddag. In een brief aan de Kamer van staatssecretaris Van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) valt te lezen dat “onderwijs afgesproken dat scholieren en studenten zo min mogelijk gebruik maken van het openbaar vervoer, en sowieso niet tijdens de spits.” Dat is op zijn minst voorbarig, zo blijkt. “Ik ben me van geen afspraak bewust,” zegt collegevoorzitter van de UvA Geert ten Dam.

“Geen van mijn collega-voorzitters is hierbij betrokken geweest,” zo zegt Ten Dam tegen ScienceGuide. Ook van een ‘vergevorderd afsprakenkader’ dat binnen de VSNU zou bestaan, zoals de NOS schrijft, is geen sprake, zegt ze. “Ik heb geen flauw benul waar dat op slaat. Dit is niet overlegd, het is eenzijdig opgelegd.”

Hooguit twintig procent van de studenten tegelijkertijd aanwezig

Het opstarten van het openbare leven en het openbaar vervoer gaat duidelijk niet zonder slag of stoot. De voorgestelde spitsmijding, en de daar door de NOS bij genoemde tijden, noemt Ten Dam “draconisch en onnodig”. Het tijdsslot voor reizen wordt voor studenten beperkt tussen 11:00 en 15:00 uur, wat erg zuinig is in vergelijking met de reguliere daluren van 9:00 tot 16:00 uur.

“Het voorstel dat je al je onderwijs zou proppen tussen elf en drie is nu al een idee fixe, het is waanzin.” Voor haar eigen instelling levert een snelle rekensom op dat op die manier slechts acht procent van het onderwijs op locatie plaats kan vinden. “Dat is echt geen intelligente lockdown, dat is een lockdown die dommakend is.”

De afgelopen weken hebben hoger onderwijsinstellingen druk gerekend aan wat de maximale capaciteit voor de onderwijsbezetting is binnen de richtlijnen van het RIVM. “Wij komen dan op een maximale bezetting van twintig procent, te allen tijde. Het idee dat er meer dan twintig procent van de studenten en medewerkers op hetzelfde moment op de instelling zullen zijn, is überhaupt niet reëel.”

Liever ziet Ten Dam dat afspraken over het gebruik van het openbaar vervoer regionaal worden gemaakt. Veel buslijnen zijn bijvoorbeeld speciaal gewijd aan de instellingen, dus waarom zouden die niet in de spits kunnen rijden? “Laat lokale vervoerders en onderwijsinstellingen hier samen afspraken over maken, in plaats van dit zo landelijk op te leggen.”

Drama voor studentsucces

De bijkomende angst van Ten Dam is dat het lang kan duren voordat deze restrictie wordt opgeheven. “Vanaf 1 juni rijden de treinen op volle capaciteit. Als dit dan het voorstel is, dan moeten we het daarmee doen totdat er een vaccin is? Het betekent dat we dit voor lange termijn aangaan.” Bij de gedachte hoe de introductieweken er dan uit moeten gaan zien, zakt haar de moed in de schoenen.

“De afgelopen weken hebben docenten en ondersteuners zich een slag in de rondte gewerkt om het onderwijs online aan te bieden.” Dat is wonderwel gelukt, misschien wel iets te goed, suggereert ze. “Maar als we – met name voor ons nieuwe cohort studenten – geen betekenisvolle ontmoeting creëren, dan gaan we op lange termijn een drama tegemoet voor het studentsucces.”

Van de medewerkers en studenten van de UvA komt zestig procent momenteel met het OV, zo is de schatting. “Natuurlijk kan daar nog wel iets in geschoven worden, maar er zijn grenzen.” Bovendien ziet ze op de lange termijn een groot gevaar voor de kansengelijkheid opdoemen door dergelijke maatregelen. Alleen studenten die op fietsafstand kunnen wonen, zouden dan nog kunnen studeren.

‘Beter benutten’ via de achterdeur?

De student bleek ook voor de coronacrisis al jaren een ongewenste medepassagier in het openbaar vervoer. De aangekondigde maatregel doet dan ook sterk denken aan de uitgangspunten van het programma ‘Beter Benutten’. Dit traject, dat onderdeel was van de afspraken over het leenstelsel, beoogde het aantal reisbewegingen van studenten in de spits te verminderen. De besparingen die hieruit voor zouden komen (geschat op 200 miljoen euro) zouden ingezet worden voor de kwaliteit van het onderwijs.

Pogingen in de richting van landelijke afspraken liepen echter steeds op niets uit. Eind 2017 moest landelijk coördinator Maarten van Poelgeest de handdoek in de ring gooien. Daardoor werd het beoogde doel van 1 miljard aan investeringen in het hoger onderwijs – de belofte van het leenstelsel – definitief niet gehaald.

Het ministerie heeft afspraken met de OV-bedrijven over de vergoedingen voor de OV-kaart van studenten. De afgelopen maanden is er uiteraard fors minder met het OV gereisd door studenten, wat een meevaller betekent voor de begroting van OCW.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK