Komen er volgend jaar meer of minder studenten?

Nieuws | door Sicco de Knecht
19 mei 2020 | De coronacrisis en de bijbehorende maatregelen zoals versoepeling van het bindend studieadvies hebben mogelijk grote gevolgen voor de inschrijving van nieuwe studenten, en de doorstroom van de huidige cohorten. Analisten van de Vrije Universiteit ontwikkelden een scenario-analyse en stellen deze beschikbaar voor het hele hoger onderwijs.
Foto: Steven Lek (CC BY-SA 4.0)

Met het aankomend collegejaar in zicht is de vraag op alle hoger onderwijsinstellingen wat het nieuwe jaar zal brengen als het gaat om inschrijvingen. Op basis van een aantal bekende en nog onbekende parameters heeft het Analytics team van de Vrije Universiteit onder leiding van Theo Bakker een scenario-analyse met een bijbehorend interactief dashboard voor de VU ontwikkeld. Hiermee wil de instelling grip kunnen krijgen op de mogelijke scenario’s voor de instroom, doorstroom en uitstroom.

Ten gevolge van de coronacrisis zullen er op de korte en lange termijn mogelijk ingrijpende keuzes gemaakt moeten worden. Een aantal belangrijke keuzes, zoals uitstel voor het bindend studieadvies, het vervallen van het centraal eindexamen en een langere aanmeldtermijn hebben naar verwachting direct al effect. Op termijn zijn deze ontwikkelingen van belang voor de onderwijsplanning en roostering, maar ook voor bijvoorbeeld de bekostiging en de huisvesting van instellingen.

Effecten van versoepeling bindend studieadvies

Hoger onderwijsinstellingen hebben aangegeven dit jaar het bindend studieadvies niet of minder streng te hanteren. Alhoewel de regelingen niet exact overeenkomen tussen de instellingen is de algemene verwachting dat opleidingen aanzienlijk meer studenten zullen behouden omdat deze simpelweg (nu nog) niet van de opleiding worden gestuurd.

Deze ‘retentie’ zal naar alle waarschijnlijkheid wel voelbare gevolgen hebben voor het onderwijs. Aangezien dat van veel studenten wel wordt geëist dat zij aan het eind van hun tweede jaar voldoen aan de bsa norm, zullen ze vakken in moeten halen uit het eerste jaar – en tegelijkertijd tweedejaars vakken volgen. Niet alleen is dit een uitdaging voor studenten, ook voor de onderwijslogistiek betekent dit een aanzienlijke uitdaging in de anderhalvemetersamenleving.

Vice versa is de verwachting dat de studentenstromen tussen instellingen zullen krimpen. Waar het negatief bindend studieadvies er normaliter voor zorgt dat studenten naar een andere instelling overstappen, is de verwachting nu dat deze groep zijn standplaats behoudt. Instellingen die normaliter relatief veel ‘tweedekans studenten’ binnenkrijgen, hebben een jaartje adempauze.

Eerstejaars instroom

Nu er dit jaar geen centraal eindexamen wordt gehouden, en er aanvullende herstelmogelijkheden zijn, is het voor leerlingen relatief makkelijker om te slagen voor het eindexamen. Waar jaarlijks gemiddeld 90,5% van de leerlingen slaagt, zal dit jaar naar verwachting 95% slagen. Dat levert een licht hogere instroom op, maar meer dan een paar honderd studenten per instelling zal dit niet zijn. De vraag is dus of opleidingen hier wat van zullen merken.

Zo’n tien procent van de vwo’ers neemt typisch gezien een tussenjaar. De vraag is echter of dit percentage ook aankomend jaar een goede schatting is. Immers, tussenjaren worden vaak gebruikt om ofwel te werken of te reizen, en voor beide geldt dat dit in het jaar ‘20|’21 beperkt mogelijk zal zijn. Een vergelijkbaar effect zou overigens op kunnen treden tussen de bachelor en master, waar studenten gemiddeld twee jaar pauze hebben.

Aan de andere kant is er de mogelijke aversie van aankomend studenten voor het volgen van online onderwijs. De aanmeldingen voor aankomend jaar leken dan ook fors achter te lopen op afgelopen jaren, maar momenteel wordt dit snel ingehaald. Aangezien de deadline voor aanmelding is uitgesteld tot 1 juni moet dit de aankomende twee weken blijken. Op dit punt doen de onderzoekers nog geen voorspellingen, maar als deze wordt meegenomen dan kan het zomaar een flinke invloed hebben.

Het aantal studenten dat doorstroomt vanuit een hbo-propedeuse zal naar verwachting ongeveer gelijk blijven. Er zijn momenteel afspraken gemaakt over een ‘zachte’ knip tussen de hbo-propedeuse en de instroom op de universiteit maar daar staat tegenover dat studenten ook hinder hebben ondervonden om tot het benodigde puntenaantal te komen.

Overgang bachelor-master

Over de doorstroom van de bachelor naar de master is de laatste tijd uitvoerig gesproken. In het meest recente landelijke servicedocument HO valt wederom te lezen dat het uitgangspunt hierbij is dat “voorkomen moet worden dat studenten volgend studiejaar niet kunnen starten met hun vervolgopleiding omdat zij door de coronacrisis niet in de gelegenheid zijn geweest om hun opleiding voor 1 september 2020 te voltooien.”

Instellingen krijgen de vrijheid om af te wijken van de zogenaamde ‘harde knip’ maar maken hier zelf het beleid in. Dit kan tot gevolg hebben dat studenten volgend jaar ingeschreven staan voor zowel een bachelor- als een masteropleiding, mogelijk zelfs bij verschillende instellingen. Dat levert niet alleen een vertroebeling voor de interne prognoses op, ook heeft dit waarschijnlijk consequenties voor het collegegeld.

Alhoewel de onderzoekers nog geen uitvoerige scenario’s hebben ontwikkeld voor de doorstroom doen ze wel alvast een schot voor de boeg als het op mogelijke ontwikkelingen aankomt. Zo is het goed mogelijk dat bachelorstudenten in de problemen komen met hun afstudeeropdracht of stage, en hun masteropleiding uit zullen stellen. Hier kan ook geld een rol spelen. Aan de andere kant is de verwachting ook dat minder studenten zullen opteren voor een masteropleiding in het buitenland.

Al met al is de verwachting dat de mildere handhaving van zowel het bsa als de harde knip zal betekenen dat opleidingen met grotere, en meer diffuse, cohorten gaan werken. Jaargangen zullen meer door elkaar heen gaan lopen en er zal meer aandacht moeten komen voor het wegwerken van studievertraging. De onderzoekers manen instellingen dan ook om hierop te anticiperen in hun beleidskeuzes.

Internationale studenten

Uiteraard wordt in het hele hoger onderwijs reikhalzend uitgekeken naar prognoses over de instroom van buitenlandse studenten. De scenario’s die de onderzoekers hiervoor hebben ontwikkeld komen in drie smaken: best, middel en worst case. Zelfs in het best case wordt uitgegaan van een kleine daling in de instroom, al was het maar omdat onzekerheid nu eenmaal geen grote motivator van mobiliteit is.

Om grip te krijgen op de vraag of aangemelde internationale studenten ook daadwerkelijk op komen dagen hebben de onderzoekers meerdere lijntjes uitgezet. Zo wordt op fora voor internationale studenten de stemming in de gaten gehouden, en krijgen aanmelders de vraag hoe zeker ze ervan zijn dat ze in september zullen beginnen. Ook het aantal aangevraagde visa en huurcontracten kunnen een bruikbaar signaal zijn voor deze vraag.

De daling in de internationale inschrijvingen zal naar verwachting samenhangen met het opleidingstype. Een bacheloropleiding is immers een langere opleiding dan een typische masteropleiding. Als eerste deel van de opleiding voornamelijk ‘op afstand’ wordt verzorgd is de kans kleiner dat studenten het de moeite waard vinden om deze in het buitenland te volgen, zeker als het een aanzienlijk deel van het hele programma betreft. Momenteel is de internationale instroom van de wo-bachelor en -master ongeveer gelijk, tussen de 14.000 – 15.000 per jaar tegenover 10.000 hbo-bachelor en 1.500 hbo-masterstudenten.

Meerdere overheden raden aankomende studenten momenteel nog af om in september al te beginnen met hun opleiding in het buitenland. Zij zouden als zogenaamde ‘deferrers’ (studenten die reeds toegelaten zijn maar pas een jaar later gebruik maken van het ‘toegangsbewijs’) volgend studiejaar nog kunnen instromen.

De scenario’s moeten vooral functioneren als denkkader en niet als harde voorspelling, zo benadrukken de onderzoekers. Wel is een ding duidelijk volgens Bakker: “We moeten alles op alles zetten om studenten de vakken te laten halen die ze nu hebben gemist. Door het versoepelen van het bsa, en doordat studenten nu tentamens niet halen verwachten we in de toekomst een aanzienlijk grotere groep te hebben die niet meer nominaal studeert waardoor ze significant langer over hun studie doen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK