Persoonlijke keuzes zijn wezenlijk anders dan maatschappelijke

Interview | door Sicco de Knecht
13 mei 2020 | "Persoonlijke keuzes zijn niet altijd maatgevend voor maatschappelijke keuzes." Niek Mouter (TU Delft) en zijn collega's vroegen 30.000 deelnemers om een serious game te doen met als vraag welke maatregelen ze zouden versoepelen als zij het kabinet waren. "Er blijkt opvallend veel saamhorigheid te zijn onder Nederlanders."

Een lastige keuze zoals welke coronamaatregelen er moeten worden versoepeld voorleggen aan een breed publiek, hoe doe je dat? Volgens Niek Mouter (TU Delft) is de participatieve waarde-evaluatie (PWE) een uitermate geschikte methode hiervoor. “Daarin leggen we deelnemers opties voor die worden overwogen, met daarbij informatie over de gevolgen. Deelnemers maken een keuze, maar zijn daarin wel beperkt: het aantal bezette IC-bedden mag bijvoorbeeld niet over een bepaalde grens komen.”

Twee weken geleden ging de vragenlijst in de vorm van een serious game online en een week later hadden Mouter en zijn collega’s de eerste resultaten. Net op tijd om nog aangeboden te kunnen worden aan het RIVM en VWS voor de aankondiging van de versoepelingen door Mark Rutte en Hugo de Jonge. En wat opvalt is dat er bijzonder veel overeenkomsten zitten tussen het beleid van het kabinet, en wat respondenten aanwijzen als optimale strategie. “Het is bijna precies het beleid zoals dat sinds 11 mei geldt. Ook de framing en de priming van Rutte: we komen samen uit de crisis, als een land, die klinken daar luid in door.”

Zorgen over combinatie alcohol en corona

Er deden veel meer deelnemers mee aan de serious game dan de onderzoekers hadden verwacht. “Aanvankelijk hadden we gehoopt op 10.000 deelnemers,” zegt Mouter, “maar de teller stond op maandagochtend, nog geen week nadat het online ging, al op bijna 30.000 deelnemers.”

De vraag is natuurlijk wel hoe representatief deze groep is. Er wonen immers 17 miljoen mensen in Nederland. Mouter: “Eigenlijk zijn er twee groepen respondenten. De eerste groep van zo’n 4000 respondenten wordt ‘aangekocht’ via een commerciële partij. Die groep is zo samengesteld dat ze een goede afspiegeling van de Nederlandse bevolking vormt. We noemen dat de ‘gesloten’ deelname’ en die deelnemers krijgen ook een compensatie Deze bedraagt ongeveer €1,50. .”

Het gebruik van een dergelijke vergelijkingsgroep is een praktijk die breder wordt ingezet bij dergelijk onderzoek. “Die groep gebruiken we als ‘baseline’ en als vergelijkingsgroep voor de deelnemers die uit zichzelf meedoen: de open deelname.” Het grootste verschil tussen de ‘gesloten’ en ‘open’ groep is de bereidheid om de maatregelen te versoepelen voor horeca en entertainment. “In de groep die is benaderd wil 20% dat maatregelen worden versoepeld voor deze sector en 40% raadt versoepeling ten strengste af. In de ‘open’ raadpleging is die verhouding 30% om 30%, dat is wel een groot verschil.”

Verschillen tussen de groepen zijn er dus, maar toch zijn er in het algemeen meer gelijkenissen. “In bijna alle antwoorden vind je een vorm van saamhorigheid terug, en maar weinig respondenten willen echt helemaal van de lockdown af of er helemaal aan vasthouden.” Ook is de zorg over wat er gebeurt als er alcohol in het spel komt, bijvoorbeeld bij de opening van de horeca of festivals, breed gedragen. “Daar lijkt eigenlijk iedereen zich wel zorgen over te maken.”

Acceptatie voor oversterfte

Mouter en zijn collega’s mogen dan ervaring hebben met het uitzetten van PWE’s, maar dat het zo snel kon hadden ze zelf nooit voor mogelijk gehouden. “We hebben toevallig niet al te lang geleden wat scenario’s gemaakt met anderhalve maand als snelste optie.” Dit was een kwestie van weken, wat maar laat zien hoe snel wetenschap kan gaan als alles meewerkt.

“Vanwege de snelheid hebben we er wel voor gekozen om een aantal hordes simpelweg niet te nemen.” Mouter legt uit dat het team de vraagstelling heeft aangepast om zo snel mogelijk goedkeuring te krijgen van de ethische commissie. Zo kunnen mensen geen e-mailadres achterlaten om op te hoogte gehouden te worden, vragen we niet naar leeftijd maar naar leeftijdscategorie enzovoorts.” Als je meer specifieke persoonsinformatie van deelnemers wil hebben, dan duurt het traject met de ethische commissie langer en daar was nu geen tijd voor.

Misschien wel de meest jammerlijke omissie is daardoor dat er geen informatie is over hoe mensen met/zonder bevestigde coronabesmetting in de wedstrijd staan. “Daarvoor moest een uitgebreidere check plaatsvinden door de ethische commissie  en dat zou te lang duren. We hebben wel een vraag geïncludeerd die er mee samenhangt, namelijk hoe hoog mensen het risico inschatten dat ze besmet worden, naar het ziekenhuis te moeten door een Covid-19 infectie of eraan zouden kunnen overlijden.”

Niet geheel verrassend is er dan ook een hoge samenhang tussen het cluster deelnemers dat geen versoepelingen voorstelt en de risico’s hoog inschat. “Dat is echter maar vijf procent van alle deelnemers. De andere 95% accepteert wel versoepelingen, ook als dit leidt tot extra sterfte.”

‘We moeten accepteren dat het risico van de dood bij het leven hoort’

Die ‘acceptatie’ is wel op maatschappelijk niveau, zegt Mouter erbij. “Je vraagt wat mensen zouden willen dat de overheid in overweging neemt en wat de overheid voor keuze zou willen maken.” Hij zegt dit met oog op de manier waarop de afgelopen tijd is gereageerd op stemmen die stelden dat het beperken van het aantal doden niet de enige factor moet zijn in de beslissing.

Onder andere televisiepersoonlijkheid Jort Kelder en filosoof en oud-huisarts Marli Huijer kregen het de afgelopen tijd flink voor de kiezen na uitspraken op dit vlak. “Talkshowhosts doen dan net alsof zij persoonlijk vonden dat er mensen opgeofferd mogen worden. Maar dat zeggen ze helemaal niet, ze zeggen dat de overheid op maatschappelijk niveau hier een keuze in mag maken. En dat vind ik een wezenlijk ander punt.”

Hoe schat je oversterfte?

Deze PWE ging dus uit van een aantal versoepelingen en deelnemers werd getoond wat deze inhouden als het gaat om een scala aan uitkomsten. Daar moet een afweging in gemaakt worden, met de beperking dat de druk op de zorg niet te veel toeneemt. Er is dus een bovengrens.

Maar hoe schat je nu in hoeveel extra doden het laten vervallen van de 1,5 meter regel in families oplevert, of hoeveel minder gevallen van blijvende psychische schade? “Dat is inderdaad geen gemakkelijke opgave. Daarin hebben we ons uitvoerig laten adviseren door experts op verschillende gebieden.” De meest opvallende les die Mouter daaruit getrokken heeft, is die van het inschatten van het aantal doden. “Aanvankelijk hadden we daar getallen van 5.000 – 10.000 extra doden voor bijvoorbeeld het openstellen van de horeca, maar dat was volgens veel experts een veel te hoge schatting.”

“Het punt is namelijk, en dat klinkt een beetje cru: veel mensen gaan toch al binnenkort dood. Of je nu versoepelt of over vier maanden, maakt in die context niet veel uit. Het betekent vooral dat sommige mensen net iets eerder overlijden. Niet aan de griep of een longontsteking, maar aan CoViD-19.” Om deze reden zijn de prognoses dan ook bijgesteld ten opzichte van eerdere versies. “Nu ligt bijvoorbeeld het maximum op 2000 voor het openstellen van verzorgingstehuizen.”

Het experiment in het experiment

“Niet elke deelnemer krijgt overigens hetzelfde getal te zien,” legt Mouter uit. “Dat doen we om twee redenen. Ten eerste omdat het schattingen zijn, en daar hoort een spreiding bij. Ten tweede omdat we dan ook nog een tweede analyse kunnen doen, namelijk om te kijken naar de invloed van een individueel aspect van de versoepeling.”

Dat zit zo. Als verschillende deelnemers bij een specifieke optie andere informatie meekrijgen waarop ze hun keuze baseren, dan zegt hun uiteindelijke keuze iets over hoe belangrijk ze dat aspect vinden. “Met een database van 30.000 respondenten kun je daar aardig aan rekenen.”

Zo konden de onderzoekers dus kijken naar het acceptatieniveau voor verschillende gevolgen van versoepeling. Opvallend is dat deelnemers het in deze context gemiddeld drie keer erger vinden wanneer een jong iemand komt te overlijden dan iemand boven de 70. “En dat is eigenlijk maar een klein verschil als je het met andere waarderingsstudies over gezondheidsvraagstukken vergelijkt. Ik heb dus juist de indruk dat er – wellicht door de woorden van de premier – juist heel erg omgekeken wordt naar ouderen op dit moment.”

Beter dan een kosten-batenanalyse?

Vinden respondenten dit eigenlijk een prettige manier om naar hun mening gevraagd te worden? Je kunt immers ook een veel simpeler enquête uitzetten als je wilt weten wat ‘het volk’ wil. Mouter: “Als je zin hebt om je echt even goed te voelen dan moet je de reacties op de vraag wat mensen van de methode vinden lezen. Dat is een grote sloot aan complimenten.” Natuurlijk zijn er ook deelnemers die het niet eens zijn met de methode, maar dit aandeel is zowel bij de open als gesloten groep kleiner dan gebruikelijk, vertelt hij.

De PWE wordt gezien als de grote tegenhanger van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (mkba). Mouter heeft zich expliciet verbonden aan de PWE methode, maar toch stond hij ook vorige week nog college te geven over de mkba. Wat vindt hij nu een betere methode? “Ik ben gepromoveerd op de kosten-batenanalyse en ben er zeker niet op tegen. Maar het zwakke punt ervan vind ik dat overheidsprojecten worden gewaardeerd op basis van keuzes die individuen in het dagelijks leven maken.”

Perspectief maakt het verschil, ziet Mouter. “Als je mensen vraagt of ze vinden dat legbatterij-eieren verboden moeten worden zeggen ze ‘ja’. Als je ze vraagt of ze wel eens legbatterij-eieren kopen zeggen ze ook ‘ja’. Persoonlijke keuzes zijn dus niet altijd maatgevend voor maatschappelijke keuzes. Zeker in het geval van de coronamaatregelen zit er een hoop licht tussen de twee.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK