Universiteiten ondergraven hun eigen internationalisering

Nieuws | door Frans van Heest
6 mei 2020 | Universiteiten hebben zich vervreemd van de samenleving, waardoor de anti-internationaliseringsretoriek van studentenbonden en partijen als FvD wortel schieten. Universiteiten moeten meer maatschappelijk betrokken worden om dit probleem het hoofd te bieden. Dat zegt Marijk van der Wende, hoogleraar Hoger Onderwijs aan de Universiteit Utrecht.
Jacob de Gruijter; Hollandse schepen nabij het strand

Universiteiten hebben hun blik steeds meer gericht op grensoverschrijdende samenwerkingen en activiteiten en willen wereldwijd concurrerend zijn. Tegelijkertijd negeren zij soms de negatieve gevolgen van globalisering, zoals toenemende ongelijkheid en gebrek aan diversiteit aan hun eigen instelling. Op die manier lukt het veel universiteiten niet om internationalisering ook inclusief te maken voor minderheden en achtergestelde groepen uit de samenleving.

Universiteiten kunnen zo gemakkelijk verstrikt raken in politieke polarisering die samenhangt met de opkomst van Neo-nationalisme. Dit schrijft Marijk van der Wende, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht in een bijdrage aan een wetenschappelijke bundel over Neo-nationalisme in het hoger onderwijs.

Nationalisme steeds populairder

Europa heeft sinds een aantal decennia te maken met heropleving van het nationalisme. Na de opkomst van het Front National in Frankrijk en het Vlaams Belang in Vlaanderen in de jaren tachtig en negentig heeft het Neo-nationalisme ook in deze eeuw in heel Europa steeds meer succes geboekt, ook in Oost-Europa zoals in Hongarije. “Het eigen volk eerst” discours wint terrein en dat is slecht nieuws voor de universiteiten.

Tegelijkertijd is er in het Europese hoger onderwijs juist meer samenwerking boven het nationale niveau dan ooit tevoren. Op het gebied van hoger onderwijs is er fors geïntensiveerd. Zo is er het Erasmus-programma en zijn er afspraken gemaakt over een bachelor- en masterstructuur binnen het Europese hoger onderwijs in de Bologna-afspraken. Grote stappen in de richting van convergentie en een grote stimulans van het vrije verkeer van personen, studenten in dit geval, binnen de Europese Hoger Onderwijsruimte.

Door programma’s zoals het Erasmus is de studentmobiliteit enorm toegenomen, maar dit is niet in gelijke mate gebeurd. Er zijn landen die veel inkomende studenten hebben, maar ook landen waar dit veel minder het geval is. De Europese afspraken hebben het vrij verkeer mogelijk gemaakt, maar er zijn geen (juridische) middelen ontwikkeld om deze ook te reguleren.

Het gevolg hiervan is dat de studentmigratie-stroom  binnen de EU zeer ongelijk verdeeld is geraakt. Zo zagen Nederlandse universiteiten het aantal internationale studenten binnen hun opleidingen de afgelopen decennia verdubbelen. Door het vele Engelstalige onderwijs komt een kwart van de masterstudenten inmiddels uit het buitenland. Dat is meer dan het dubbele van het OESO-gemiddelde.

Het debat is opgelaaid

Aan de hand van twee casussen: Nederland en Denemarken, beschrijft Van der Wende wat de impact van internationalisering is geweest op het hoger onderwijs, en de maatschappij. In beide landen is in de laatste jaren het debat opgelaaid over de vraag hoe omgegaan moet worden met de aanzienlijke instroom.

Van der Wende schrijft dat de bekostiging van het hoger onderwijs in Nederland niet meegegroeid is met het aantal internationale studenten. Dit is dan ook de reden dat universiteiten zelf gevraagd hebben om een juridisch instrumentarium om de instroom van het aantal internationale studenten beter te reguleren. De vraag was dan ook om een vorm van selectie in te kunnen voeren voor buitenlandse studenten.

Het instellen van een selectie op basis van nationaliteit is echter geen haalbare kaart. De juridische kaders bieden daar geen ruimte toe. Het voorstel tot het instellen van een fixus voor opleidingen die een grote internationale instroom kon onder andere niet op de steun van de Nederlandse studentenvakbond LSVb rekenen. Het argument dat studenten, ongeacht uit welk land ze komen, gelijk behandeld moeten worden heeft namelijk ook implicaties voor Nederlandse studenten, is de analyse van Van der Wende. Ook Nederlandse studenten zouden bij strengere selectie, bijvoorbeeld op cijfers, worden geconfronteerd met selectie aan de poort.

Het alleen selectief maken van Engelstalige tracks bleek in de praktijk ook niet haalbaar, omdat veel opleidingen geen Nederlandse variant hebben, zo stelt Van de Wende. Het zou betekenen dat opleidingen die nu alleen in het Engels gegeven worden ook een Nederlandse variant aan moeten bieden in de toekomst: een dure oplossing die alleen mogelijk is voor grootschalige opleidingen.

Europese Commissie deed niets

Denemarken kent zo zijn eigen uitdagingen met het beheersen van de instroom, zegt Van der Wende. Studeren is daar gratis en buitenlandse studenten kunnen zelfs een studielening aanvragen. Deze leningen werden echter in veel gevallen niet terugbetaald. Daarom wilde de Deense overheid dat Brussel zou ingrijpen. Vanuit de Europese Commissie kwam echter geen actie en bij het uitblijven van Europese maatregelen hebben de Denen er zelf voor gekozen om eigenhandig de instroom te beperken.

Aanvankelijk heeft de Deense overheid getracht dit te doen door de instroom beter af te stemmen op de arbeidsmarktbehoefte: een macrodoelmatigheidsbenadering dus. Dit proces bleek echter te complex om uit te voeren en uiteindelijk heeft de Deense overheid besloten tot een eenvoudiger oplossing over te stappen. Universiteiten werd opgedragen om simpelweg meer opleidingen in het Deens aan te bieden, in plaats van het Engels, om zo de internationale instroom te remmen.

Volgens Van der Wende laten de Deense en Nederlandse voorbeelden zien hoe vatbaar universiteiten zijn voor nationalistische en populistische retoriek en hoe de internationale ambities van universiteiten onder druk kan komen te staan. Populisten bekritiseren de internationale ambities van universiteiten als onderdeel van hun anti-globalisering en anti-elite-vertoog.

Universiteiten ondermijnen de samenleving

Een bot voorbeeld van de kwetsbaarheid van universiteiten zijn de recente opkomst en acties van het Forum voor Democratie in Nederland, zegt de Utrechtse hoogleraar. De partij won de Provinciale Statenverkiezingen en de leider van de partij stelde in zijn overwinningsspeech dat universiteiten de samenleving ondermijnen. Forum voor Democratie is populair bij een deel van de studenten.  Bovendien, zegt Van der Wende, kunnen studentenbonden ook via linkse politieke partijen met nationalistische trekjes beïnvloed worden.

Een andere argumentatielijn waarin studentenbonden en populistische partijen elkaar vinden is de aanval op de taalbeheersing van docenten in het hoger onderwijs. Politieke partijen en studentenbonden beweren dat er academici zijn die hun Engels onvoldoende beheersen zonder hiervoor met bewijzen te komen, zegt de Utrechtse hoogleraar.

De studentenbonden voelen zich hierin gesteund door het verzet van Beter Onderwijs Nederland op de verengelsing van het Nederlandse hoger onderwijs. Dit voorbeeld geeft volgen Marijk van der Wende wel aan dat de nationalistische en anti-globalistische sentimenten zich niet alleen buiten de universiteit afspelen.

Staan universiteiten aan de verkeerde kant van de geschiedenis

Wanneer universiteiten worden gezien als losgezongen van de samenleving en academici worden weggezet als een kosmopolitische jetset in hun eigen bubbel, kunnen zij makkelijk het doelwit zijn van de populistische opstand. Daarom kan volgens Van der Wende de vraag gesteld worden of universiteiten niet aan de verkeerde kant van de geschiedenis terecht zijn gekomen. Verwijzend naar de woorden van hoogleraar higher education studies Peter Scott (UCL) stelt ze de vraag of dit niet de eigen schuld is van universiteiten.

De ambities en de drang van universiteiten om bij de beste van de wereld te willen horen speelt hier zeker in mee. Deze ambitie om hoog op de ranking te scoren brengt volgens haar de maatschappelijke relevantie van universiteiten in gevaar. Vooral topuniversiteiten krijgen het verwijt dat ze geen aandacht meer hebben voor de lokale ongelijkheid en alleen nog maar bezig zijn met wereldwijde ambities om bij de top te horen.

Van de Wende waarschuwde hier al eerder voor en heeft naar eigen zeggen in 2007 al gezegd dat internationalisering inclusiever moet. Alleen op die manier kunnen sociale uitsluiting en problemen rondom migratie aangepakt worden. Een nieuw sociaal contract tussen universiteiten en de samenleving in een geglobaliseerde context kan hier een uitkomst bieden. Lokaal betekent dit dat universiteiten zich meer moeten inzetten om studenten met een migratieachtergrond of van verschillende culturele, religieuze en etnische achtergronden aan te trekken, om op die manier internationalisering inclusiever te maken.

Steeds meer aandacht voor diversiteit

In dat perspectief zijn er op Europese schaal al een aantal opvallende initiatieven genomen door de European University Association (EUA). Er is binnen dit verband steeds meer aandacht voor diversiteit en inclusie. Zo lanceerde de EUA een initiatief voor vluchtelingstudenten. In heel Europa zijn er initiatieven om universiteiten inclusiever te maken en begint het geluid van inclusiviteit steeds meer te resoneren, zo ziet de UU-hoogleraar.

Van der Wende roept in het slot van haar bijdrage universiteiten op om inclusiviteit en diversiteit zo snel mogelijk te stimuleren, omdat rechtse populisten al klaar staan om jongeren zelf te mobiliseren. Zo heeft Marine Le Pen in Frankrijk het Institut de Sciences Sociales, Économiques et Politiques’ gelanceerd: een eigen opleidingsschool om een nieuwe elite op te leiden die de dominante opvattingen in de samenleving kunnen veranderen. Ook in Hongarije zijn de voorbeelden bekend hoe daar de academische vrijheid onder druk is komen te staan.

In dat opzicht moet defaitisme van universitaire bestuurders vermeden worden, zegt Van der Wende. “Wij zijn het aan jonge Europeanen verplicht optimistisch te zijn, dit is een morele plicht”, verwijzend naar de filosoof Karl Popper.

Een andere denker die Van der Wende aan het slot van hij bijdrage citeert is Carel Stolker, de rector van de Universiteit Leiden. “Als de geschiedenis ons iets heeft geleerd is dat uit conflict samenwerking komt. Brexit zal de wetenschap niet tegenhouden omdat de uitdagingen waar de wereld voor staat groter zijn dan de gevechten tussen naties en het is ook in ieders belang om samen te werken.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK