Een pilletje om te studeren net zo gewoon als een pilletje om te feesten?

Nieuws | de redactie
4 juni 2020 | Prestatiedruk en de beschikbaarheid spelen waarschijnlijk een belangrijke rol bij het gebruik van ‘prestatieverhogende’ middelen zoals Ritalin. Dat schrijft het Rathenau Instituut dat er bij de politiek op aandringt studenten te betrekken bij onderzoek naar deze kwestie en na te denken over alternatieven.

Ritalin, Concerta, Provigil en Alertec, het zijn merknamen van middelen die studenten gebruiken om te studeren of om beter te presteren op tentamens. Nadat ScienceGuide afgelopen februari naar aanleiding van onderzoek berichtte over de ervaringen van Amsterdamse zorgprofessionals werden er vanuit het CDA direct Kamervragen gesteld over het gebruik van prestatieverhogende middelen en de bijkomende risico’s. Minister Ingrid van Engelshoven (OCW) liet in antwoord op de Kamervragen liet weten te twijfelen aan de representativiteit van het onderzoek.

In een recent gepubliceerd bericht aan het parlement vraagt het Rathenau Instituut aandacht voor het thema, en plaatst dit in breder perspectief. De onderzoekers van het instituut doen al langer onderzoek doet naar mensverbetering en prestatieverhogende middelen, en nemen deze berichtgeving serieus. Het gebruik van methylfenidaat en modafinil is volgens de onderzoekers wel degelijk een onderwerp dat aandacht en ook een gecoördineerde aanpak verdient.

Methylfenidaat Bekend onder de merknamen Ritalin en Concerta. is bedoeld voor de behandeling van ADHD een middel dat door studenten wordt gebruikt om krachtige gedragsimpulsen te onderdrukken en om de opslagcapaciteit van het werkgeheugen te verbeteren. Modafinil Bekend onder de merknamen Provigil en Alertec. is een medicijn tegen de slaapziekte narcolepsie dat gebruiken om waakzamer en aandachtiger te blijven.

De lat ligt te hoog

Het Rathenau Instituut wijst drie mogelijke oorzaken aan van het (niet-voorgeschreven) gebruik van de middelen. In de eerste plaats is dat de prestatiedruk onder studenten. Alhoewel veel van het onderzoek naar dit onderwerp nog loopt, zien de onderzoekers voldoende reden om deze mogelijke oorzaak te onderzoeken.

Ze wijzen hierbij naar factoren als het bindend studieadvies, het leenstelsel en de flexibiliteit op de arbeidsmarkt. “Op sociaal en cultureel niveau zien we dat deze pillen kunnen bijdragen aan een prestatiemaatschappij,” schrijven de onderzoekers. “Ze leggen de lat voor iedereen hoger.”

Daarnaast is niet alleen de beschikbaarheid van de middelen, maar ook de acceptatie van het gebruik van drugs een mogelijke oorzaak. “Het ingeburgerde gebruik van drugs in het uitgaansleven kan de drempel verlagen om pillen voor andere doeleinden te gebruiken.” Er is weinig bekend over de schaal van de illegale handel maar deze zou nog wel eens groter kunnen zijn dan gedacht.

Strengere handhaving en regulering van de middelen zijn natuurlijk voor de hand liggende oplossingen. Toch waarschuwt het Rathenau Instituut om niet direct naar deze oplossingen te grijpen. “De middelen komen niet alleen via de huisarts, maar ook via de zwarte markt.” Te rigoureus ingrijpen zou ook kunnen leiden tot een verschuiving naar het illegale circuit.

Strenger reguleren werkt mogelijk averechts

Uit de brief valt op te maken dat de onderzoekers duidelijk een voorkeur uitspreken als het om de te volgen strategie gaat. Die is om studenten meer te betrekken bij het zoeken naar oorzaken. Het nu beschikbare onderzoek gaat immers niet uit van de ‘hoofdrolspelers’ in deze casus, maar van de ervaringen van zorgprofessionals.

Dat is niet voldoende. Het is bijvoorbeeld ook belangrijk om te weten of de middelen daadwerkelijk prestatieverhogend werken, en tegen welke prijs. Daarnaast zou een dergelijke voorsprong, die niet voor iedere student beschikbaar is, mogelijk kansenongelijkheid in de hand werken. Over de persoonlijke en maatschappelijke gevolgen zouden studenten beter voorgelicht moeten worden.

Het Rathenau Instituut wijst ook specifiek op de rol van digitalisering in deze context. Zo zou het bijvoorbeeld kunnen zijn dat digitale leersystemen een invloed hebben op de ervaren werkdruk van studenten. De overdaad aan beschikbare cursussen, de gamification van het onderwijs en het feit dat onderwijs-apps verhuizen naar de mobiele telefoon van studenten kunnen hier een rol in spelen: met een pilletje extra lukt het misschien om de slaap nog even uit te stellen om nog een paar opdrachten te maken.

Concluderend luidt de oproep aan de politiek om niet direct te vervallen in een reguleringsreflex. Er moet kwantitatief én kwalitatief onderzoek worden gedaan naar het gebruik van prestatieverhogende middelen in het hoger onderwijs, waarbij de vragen hoe ernstig dit is en wat de mogelijke alternatieven zijn aan bod moeten komen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK