Het potentieel van de hybride docent wordt onvoldoende benut

Opinie | door Marian Thunnissen & Ellen Koop-Spoor & Quinta Kools & Martin Vos
22 juni 2020 | Hybride docenten balanceren tussen twee banen. Als het werk te veel van ze vraagt, neigen ze ernaar één van de twee banen op te zeggen. Helaas delft het onderwijs dan vaak het onderspit. Scholen herkennen de unieke waarde van hybride docenten, maar benutten die onvoldoende. Fontysonderzoekers Ellen Koop-Spoor, Marian Thunnissen, Martin Vos en Quinta Kools onderzochten hoe we hybride docenten kunnen behouden voor het onderwijs. ‘Durf te differentiëren!’

Minister Slob heeft aangekondigd middelen beschikbaar te stellen om het lerarentekort verder aan te pakken. Dit keer met specifieke aandacht voor de tekorten in de grote steden. Onder meer wordt er ruimte gemaakt voor een verbetering van het zij-instroomtraject, alternatieve dag- en week indelingen, en voor de inzet van andere professionals voor de klas. Ook gaat er extra geld naar de lerarenopleidingen, met als doel lerarenopleidingen verder te flexibiliseren, de zij-instroom te bevorderen en de samenwerking tussen scholen en lerarenopleidingen te stimuleren.

Onbenut potentieel aanwezig 

Dat zijn mooie en ook broodnodige maatregelen, die hopelijk de deur openzetten naar meer mobiliteit en diverse loopbanen in het onderwijs. Op deze manier wordt namelijk het onderwijs aantrekkelijker voor die mensen die niet de traditionele route van een voltijd lerarenopleiding hebben gevolgd, maar best in het onderwijs zouden willen werken.

Het onderzoek “Wie zijn de leraren van morgen?”, in 2018 uitgevoerd door Platform Talent voor Technologie, laat zien dat daar een enorm onbenut potentieel ligt: veertig procent van de beroepsbevolking is geïnteresseerd in een baan in het onderwijs. Zij geven bovendien aan overgehaald te kunnen worden om de stap richting het onderwijs te maken als het behalen van de lesbevoegdheid makkelijker of goedkoper zou zijn, en als het werk als docent te combineren zou zijn met ander werk.

Hybride docent: een oplossing?

Mensen die hun baan in het onderwijs combineren met een andere baan buiten het onderwijs worden ook wel hybride docenten genoemd. Denk bijvoorbeeld aan een docent Nederlands die ook journalist is. Op dit moment is ongeveer één op de acht docenten in het onderwijs hybride docent. Hoewel het hybride docentschap niet voor elke docent de norm hoeft te zijn, noopt het lerarentekort wel tot een uitbreiding van deze groep.

Daarnaast laat een onderzoek naar de werkbeleving van hybride docenten  (Thunnissen en Van Rijn, 2019) zien dat juist de combinatie van twee banen de uitdaging biedt die sommige docenten in het onderwijs misten. Juist door het baancombineren krijgen zij de gelegenheid om hun talenten verder te ontwikkelen en te benutten. Zou die niet geboden worden, dan is de kans groot dat zij het onderwijs verlaten.

Tevens kan het hybride docentschap een impuls geven aan de innovatie van het onderwijs, omdat de kennis, expertise en netwerk uit het bedrijfsleven worden benut ten behoeve van het onderwijs. Thea Koster, de voorzitter van Techniekpact, gaf onlangs nog aan de hybride docent als dé potentie voor het toekomstige onderwijs te zien.

Scholen laten kansen liggen 

De inzet van de hybride docent kan dus een win-winsituatie zijn: 1 + 1 = 3. Dit vraagt om inzet van bedrijven en organisaties, de docenten zelf en van de onderwijsinstellingen. En daar begint de schoen te wringen. In de praktijk zien we dat het onderwijskansen onbenut laat. Uit ons recent afgeronde onderzoek blijkt dat op het niveau van de schoolbesturen in het vo en mbo weinig aandacht is voor het hybride docentschap; veelal weet men niet of ze er zijn en er wordt zeker geen beleid op gevoerd.

Op het niveau van de afzonderlijke scholen zijn schoolleiders heel tevreden over het functioneren van de hybride docenten in hun school. Als ze solliciteren op een functie als docent of eenmaal in die rol werken, wordt met maatwerkafspraken gekeken hoe de banen binnen en buiten de school zo goed mogelijk gecombineerd kunnen worden. Goed bedoeld, maar effectief is het niet. De ondersteuning aan hybride docenten is al met al ad-hoc, kent weinig structuur en is vooral gericht op de beschikbaarheid voor het onderwijs. Door een gebrek aan ondersteuning en erkenning worstelen de hybride docenten zelf met roosters en beschikbaarheid en zijn zij niet goed in staat om hun unieke waarde voor het onderwijs te verzilveren.

De flexibiliteit die hybride docenten hebben, komt meestal van de tweede baan en niet zozeer van de scholen. Als dit balanceren tussen de twee banen – hoe leuk het ook is – te veel van de hybride docenten vraagt, neigt men er toch naar één van de twee banen op te zeggen. Helaas lijkt dan het onderwijs het onderspit te delven. We concluderen dan ook dat scholen weliswaar de unieke waarde van hybride docenten erkennen, maar deze onvoldoende benutten: 1 + 1 is nog geen 3. 

Waar liggen oplossingsmogelijkheden? Dichter bij huis dan men denkt. Het tv-programma 100 dagen voor de klas laat mooi de rijkheid van het beroep als docent zien. Daarnaast zit er een prachtige boodschap in de adviezen van docenten aan de nieuwkomers over hoe om te gaan met leerlingen. Vrij geïnterpreteerd is die boodschap: Iedereen in de klas is gelijkwaardig, maar niemand is gelijk. Iedereen wil gekend worden op zijn eigen manier en dat is een voorwaarde om tot bloei te komen. Dit is voor docenten niet anders, en daar ligt voor ons dan ook de sleutel voor de facilitering van hybride docenten in het onderwijs. Wil het hybride docentschap echt goed uit de verf komen, dan kunnen scholen niet anders dan proactief investeren in een goede ondersteuning van deze groep medewerkers.

Durf te differentiëren!

Op basis van ons onderzoek adviseren we schoolbesturen en schoolleiders om rondom het thema hybride docentschap een proactieve houding aan te nemen, zich er eens goed in te verdiepen en bewuste keuzes te maken. De laissez faire aanpak van nu werkt niet. Hierbij is de eerste vraag of de inzet van hybride docenten past bij de visie van het schoolbestuur als geheel en of de visie van één of meerdere scholen en opleidingen in het bijzonder.

De tweede vraag is wat – in lijn met die visie – een passende manier is hybride docenten in te zetten. We hebben daarvoor een besliskwadrant ontwikkeld, aan de hand waarvan scholen kunnen bepalen welke waarde hybride docenten voor hen hebben of kunnen hebben (van strategisch belang of gelijk aan alle docenten) en hoe zij hybride docenten wensen in te zetten (gericht op unieke expertise of op invulling van uren).  Op basis van de keuzes is ons advies om een gedifferentieerd HRM-beleid voor hybride docenten te ontwikkelen. Dit wijkt af van het one-size-fits-all benadering of de vele, individuele maatwerk afspraken die nu gangbaar zijn.

Tevens zien we daarbij ook aanleiding om de cao’s in de onderwijssectoren te innoveren: ook daar wordt nog weinig aandacht besteed aan de arbeidsvoorwaardelijke ondersteuning van dergelijke docenten met een duobaan (denk bijvoorbeeld aan de inzetbaarheidstabel). En het is toch vaak de cao die richtinggevend is voor de meeste scholen.

Tot slot adviseren we schoolbesturen te inventariseren bij welke (pilot)projecten rondom het thema hybride docentschap interessante mogelijkheden bieden om bij aan te sluiten. Er lopen meerdere pilots in verschillende regio’s In Brainportregio Eindhoven is er bijvoorbeeld op dit moment een pilotproject om technici werkzaam bij bedrijven in de regio voor vier tot acht uur per week een bijdrage te laten leveren aan bèta- en techniekonderwijs (Brainport, 2020). Dit biedt kansen om te proeven aan het hybride docentschap, samen te experimenteren en te leren van wat werkt en niet werkt. Een mooie opmaat naar een echte win-winsituatie.

Marian Thunnissen : 

Lector Dynamische Talentinterventies bij Fontys Hogescholen en deeltijd Universitair Docent bij USBO (Universiteit Utrecht).

Ellen Koop-Spoor :  Docent-onderzoeker bij het lectoraat Dynamische Talentinterventies van de Fontys Hogeschool HRM en Psychologie

Quinta Kools :  Lector

Quinta Kools is lector Wendbare onderwijsprofessionals bij de Fontys Lerarenopleiding Tilburg.

Martin Vos :  Lerarenopleider

Martin Vos is werkzaam bij de Fontys Lerarenopleiding Tilburg als lerarenopleider voor de Master Scheikunde en de Master Leren en Innoveren.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK