Waarom heeft de politiek de gymnasia nog niet afgeschaft?

Nieuws | door Frans van Heest
10 juni 2020 | Gymnasia zijn door de overheid gefinancierd eliteonderwijs. Dat stellen wetenschappers van de UvA die zich erover verbazen dat de overheid de gymnasia nog niet hebben afgeschaft omdat ze kansenongelijkheid in stand houden.
Het Barlaeusgymnasium, foto: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Willem Boterman en hoogleraar Michael Merry van de Universiteit van Amsterdam betogen in een wetenschappelijk paper dat het verbazingwekkend is dat gymnasia in Nederland nog niet zijn afgeschaft.

Het ministerie stelt vaak en indringend dat zij de kansenongelijkheid in het onderwijs wil tegengaan, maar het eliteonderwijs op gymnasia – die steeds populairder worden – vormt ondertussen nog altijd een grote motor van ongelijkheid.

Gelijke kansen in diverse klassen

In de jaren zeventig en tachtig was er veel kritiek op de gymnasia. Ze zouden een vorm van eliteonderwijs zijn die niet meer paste in het Nederlandse onderwijsbestel. Toch is er sinds de jaren negentig en de neoliberalisering van het onderwijs juist steeds meer belangstelling voor gymnasia.

De UvA-onderzoekers stellen dat linkse politici, academici en ouders selectief privéonderwijs al langere tijd veroordelen als elitair en oneerlijk. Omdat het kinderen uit arme gezinnen uitsluit. Momenteel doet de Onderwijsraad ook onderzoek naar privéonderwijs. Maar door de aandacht voor privéonderwijs wordt over het hoofd gezien dat de overheid ook elite onderwijs financiert in de vorm van gymnasia. Dit zijn zeer selectieve scholen volledig gesubsidieerd door de overheid.

De Groenen willen al sinds jaren ‘70 de gymnasia afschaffen

Ook in onze buurlanden zijn er steeds meer bezwaren tegen dit type onderwijs. De Groenen in Duitsland willen al sinds de jaren zeventig gymnasia afschaffen. De conservatieve christendemocraten daarentegen, vinden dit type onderwijs juist passen in de vrije schoolkeuze van ouders. Net als in Duitsland is er in ook Engeland steeds meer commentaar op gymnasia omdat die de geprivilegieerde welgestelde middenklasse zou reproduceren, terwijl arbeiderskinderen en kinderen met een migratieachtergrond stelselmatig ondervertegenwoordigd zijn op gymnasia.

In Nederland speelt sinds de jaren zeventig ook een soortgelijke discussie. In de jaren zeventig en tachtig zijn er voorstellen gedaan om de gymnasia af te schaffen. Daar was de Communistische Partij onder leiding van Marcus Bakker dan weer op te tegen die zei: “dan kunnen arbeiders eindelijk naar het gymnasium, schaffen ze hem af”. Ook de VVD vond dat het gymnasium moest blijven bestaan. Bakker heeft helaas geen gelijk gekregen, sinds de jaren zeventig is het aandeel leerlingen uit een achtergesteld sociaaleconomisch milieu niet toegenomen.

Gericht op het bevoorrechte middenklasse kind

De onderzoekers van de UvA hebben in dit onderzoek gekeken hoe dit type van eliteonderwijs haar eigen identiteit probeert te cultiveren. De auteurs gaan eerst uitgebreid in op het sociaal kapitaal dat gecultiveerd wordt door de gymnasia. De spelregels van de Nederlandse gymnasia worden opgesteld door en gericht op de gewoonte van een bepaald type bevoorrecht middenklasse kind. Die tijdens de opvoeding veelvuldig in aanraking komt met buitenlandse reizen, museumbezoek, hogere cultuur, onderhandelingsstrategieën en etiquette. De gymnasia worden door de ouders gezien als mogelijkheid om deze waardepatronen te behouden en te versterken.

Hoewel cultureel kapitaal zeker relevant is voor de instroom bij de gymnasia blijkt dat de sociale economische status nog belangrijker is. De ondervertegenwoordiging van leerlingen met een lage sociale economische achtergrond is significant op het gymnasium, zeker ook voor leerlingen met een etnische achtergrond.

Marketing voor gymnasia is niet nodig

Sinds de liberale onderwijshervormingen vanaf de jaren negentig is er een toename geweest van verschillende onderwijssoorten. Er zijn diverse schooltypes opgericht bijvoorbeeld voor het hoogbegaafde kind. Zo is er tweetalig onderwijs, Unesco scholen, Steve Jobs Scholen en een groot netwerk van vrije scholen, waaronder Dalton, Steiner, Jenaplan en Montessori. Deze trends hebben bijgedragen aan een steeds meer gedifferentieerde en concurrerend onderwijslandschap, dat vervolgens heeft geleid tot een sterke drang tot profilering om op die manier te overleven op de onderwijsmarkt.

Ook het aantal gymnasia is gestegen ten gevolge van de nieuwe competitieve concurrentie tussen scholen. Maar anders dan de andere onderwijsvormen hoeven gymnasia niet veel te doen aan marketing. Ze hebben al een stevige reputatie en zijn een onderscheidend ‘merk’ gebleken met een sterk imago. Dit heeft tot een steeds meer gecultiveerde vorm van excellentieonderwijs geleid.

Ondertussen zijn alle vwo-scholen agressief aan het werven in de hogere lagen van de Nederlandse samenleving. Dat is ook niet verwonderlijk door de schat aan middelen hebben kinderen met goed opgeleide ouders veel betere kansen om op vwo-niveau te scoren op de citotoets. Terwijl kinderen in Nederland uit lagere sociale klassen en zeker die met een migratieachtergrond structureel te maken hebben met onderadvisering, zelfs als zij vergelijkbaar scoren op de citotoets in vergelijking met hun bevoordeelde leeftijdsgenoten.

Gymnasia zijn exclusief gebleven

Nederlandse gymnasia hebben verschillende onderwijshervormingen doorstaan die het onderwijsstelsel egalitairder en toegankelijker wilden maken. Desalniettemin zijn ze exclusief gebleven. Eind jaren zestig ging 3 procent van de middelbare scholieren naar het gymnasium en in de jaren zeventig liep dit nog verder terug. Het  gymnasium dreigde zelfs te verdwijnen. De afgelopen twee decennia is er echter een aanzienlijke uitbreiding geweest. Nederland telt nu ongeveer 60.000 leerlingen die een gymnasiumcurriculum volgen op meer dan 300 verschillende scholen. Hoewel dit nog maar 7 procent is van de totaal aantal leerlingen is dat toch een behoorlijke stijging.

Een ander punt dat de toenemende populariteit van gymnasia verklaart, is de geografische bepaling. Onder de nieuwe geopende gymnasia in de afgelopen jaren begeven de meeste zich in stedelijke gebieden. Zeker in Amsterdam, waar de populatie van de bevolking de afgelopen decennia steeds meer bestaat uit welvarende hoogopgeleide huishoudens. Ouders die bovendien zelf ook vaak naar het gymnasium gingen.

Gymnasia discrimineren migrantenjongeren

In Amsterdam is het percentage van de leerlingen dat naar het gymnasium de afgelopen 15 jaar meer dan verdubbeld. Bovendien stellen de Amsterdamse onderzoekers dat er binnen de gymnasia ook een discours over schoolkwaliteit die wordt getypeerd wordt door begrippen als ‘zwarte’ en ‘witte’ scholen – waarbij een zwarte school steevast een school is die vermeden moet worden.

De implicaties zijn dan ook duidelijk, namelijk wie er wel en niet thuishoort op een gymnasium. Velen zijn volgens de onderzoekers nog steeds verbaasd als een niet-witte leerling wordt toegelaten tot het gymnasium. Dit versterkt het gevoel dat kinderen met een migratieachtergrond niet thuishoren op een dergelijke school, zo zeggen de onderzoekers.

Uit onderzoek blijkt ook dat de meeste kinderen die naar het gymnasium gaan gemiddeld niet meer getalenteerd zijn dan andere kinderen. De meeste leerlingen zijn oneerlijk bevoordeeld vanaf de geboorte ten opzichte van hun minder sociaal bevoorrechte leerlingen. De instroom van leerlingen bij de Nederlandse gymnasia namelijk in grote meerderheid afkomstig van de sociale elite van Nederland.

Concluderend schrijven de onderzoekers dat het gymnasium de tand des tijds heeft doorstaan, maar dat ook nog verder uitbreidt. Het aantal kinderen dat naar een gymnasium gaat neemt alleen maar toe. Dit valt deels te verklaren door de grote keuzevrijheid van ouders die vastgelegd is in de historisch ontwikkelde vrijheid van onderwijs in combinatie met de moderne neoliberale onderwijshervormingen.

Vermeend racisme van witte ouders

Het gymnasium overleefde de egalitaire onderwijshervormingen van de jaren ’60 en ’70 en kon in het kielzog van de vermarkting van het onderwijs vanaf de jaren negentig daarvan profiteren. Toen vanaf de jaren ‘90 een merknaam voor de school steeds belangrijker werd om de hoogopgeleide ouders en kinderen te bedienen grepen de gymnasia hun kans. Maar dat is niet de enige verklaring zeggen de onderzoekers van de UvA. Ook een vermeend racisme van witte ouders, die willen voorkomen dat hun kinderen op een school terecht komen met leerlingen met een migratieachtergrond, speelt mogelijk een rol.

Gymnasia zijn sterk geconcentreerd in universiteitssteden met een relatief homogene populatie. Hoewel het vermijden van scholen met een meer diverse etnische populatie een wijdverbreide praktijk is, neemt de witheid van de gymnasia in grote steden wel licht af. Daar staat tegenover dat er in grote steden ook vwo-scholen zijn die wel bijna volledig wit zijn, zoals de vrije scholen, bijvoorbeeld die van Steiner die vrijwel uitsluitend gericht zijn op witte liberale ouders. Dit zijn de meest raciaal gescheiden scholen van Nederland.

Gesegregeerd onderwijslandschap

Tegelijkertijd valt echter niet te ontkennen dat het Nederlandse gymnasium een unieke rol heeft gespeeld in de opkomst van het huidige competitieve en sterk gesegregeerde onderwijslandschap. Het meest opvallende, zelfs in vergelijking met andere vwo-scholen is de oververtegenwoordiging van kinderen uit de hogere klassen. Het meest onderscheidende van het gymnasium is noch de ‘witheid’ noch de ‘academische eisen’, maar eerder de exclusiviteit.

Daarom vinden de onderzoekers het ook zo bevreemdend dat er zo weinig aandacht is in het publieke debat over gymnasia omdat het zoveel onderwijsongelijkheid reproduceert. Dit is ook verbazingwekkend omdat het ministerie vaak benadruk hoe belangrijk het is om kansenongelijkheid tegen te gaan.

Op basis van recente inspectierapporten zeggen de onderzoeker dat afgelopen jaren er nog geen vooruitgang is geboekt met het tegengaan van kansenongelijkheid in het onderwijs. Het is dan ook opvallend schrijven de Amsterdamse onderzoekers dat er geen serieuze voorstellen op tafel liggen om de uitbreiding van het door de staat gesteunde eliteonderwijs in te perken, laat staan dat er radicale voorstellen zijn om het gymnasium af te schaffen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK