Weekendonderwijs is niet de bedoeling, maar het mag wel van de minister

Nieuws | door Frans van Heest
25 juni 2020 | Houd rekening met docenten die in het weekend met de kinderen naar sport willen, maar maak wel gebruik van een zo breed mogelijk rooster, zegt minister Van Engelshoven tegen de Kamer.
Minister van Engelshoven bij het Coronadebat over hoger onderwijs (Bron: TweedeKamer.nl)

Gisteren ging de Kamer met de minister in debat over corona en het hoger onderwijs. Een belangrijk onderwerp daarbij was het avond- en weekendonderwijs. De minister zei dat ze niet wil dat op grote schaal weekendonderwijs wordt gegeven, maar als docenten het zelf willen, wil ze het ook niet verbieden. De Kamer wil dat dit op opleidingsniveau wordt besproken.

Het kabinet maakte gisteren ook bekend dat het hoger onderwijs na de zomer weer open kan. Maar daarbij geldt nog wel dat begin- en eindtijden zo veel mogelijk worden gespreid, zodat studenten niet of nauwelijks in de spits hoeven te reizen. Schattingen over de bruikbare capaciteit lopen uiteen maar op sommige plaatsen betekent dit dat alsnog maar 30 procent van de huidige roostercapaciteit gebruikt kan worden, nog altijd een forse uitdaging.

Hogeschool Rotterdam is een goed voorbeeld

Jan Paternotte (D66) maakte tijdens het debat duidelijk dat het vooral belangrijk is dat aankomend studiejaar docenten en studenten intensief betrokken worden bij besluitvorming over de vorm van het onderwijs. “Worden er bijvoorbeeld colleges of tentamens in de avond gegeven, of in het weekend? Welke groepen of studenten geven we voorrang?”

“Het is heel belangrijk dat studenten en docenten volledig meebeslissen in dit soort vraagstukken”, vervolgde hij, waar bij hij de procedure zoals deze doorlopen wordt bij de Hogeschool Rotterdam als goed voorbeeld noemde. ”Daar heeft de Centrale Medezeggenschapsraad en het bestuur aan de hand van vier scenario’s besproken hoe ze uit de crisismodus kunnen komen.”

Wat GroenLinks betreft gaat het onderwijs weer zo snel als mogelijk over van digitaal naar fysiek, zo zei Kamerlid Lisa Westerveld. “Fysieke interactie is cruciaal voor het onderwijs en de ontwikkeling van studenten. Wat GroenLinks betreft moet fysiek onderwijs zoveel mogelijk de norm blijven. Wij krijgen signalen dat er een aantal instellingen vanuit gaan dat ze volgend jaar zoveel mogelijk digitaal onderwijs gaan geven. Ik zou de minister willen vragen hoe zij instellingen kan helpen om zoveel mogelijk weer fysiek onderwijs te geven.”

Hogescholen en universiteiten willen wel weekendonderwijs

Westerveld stelde daarbij geluiden te krijgen uit het veld dat de optie om het onderwijsrooster uit te breiden met avond- en weekendonderwijs serieus op tafel ligt bij verschillende instellingen. “Ik hoor dit ook in andere sectoren in het po en vo waar ik docenten spreek. Er wordt daar gevraagd aan leerkrachten of zij alvast kunnen aangeven vanaf september welke avonden ze willen werken. Vanwege de beperkte capaciteit hoor ik van docenten en studenten dat er geruchten rondgaan om in het weekend les te geven.” ScienceGuide heeft vergelijkbare berichten ontvangen.

Tijdens het Kamerdebat werd daarom de commotie van vorige week in herinnering gebracht, die ontstond naar aanleiding van berichtgeving van ScienceGuide. GroenLinks wilde toch weten hoe het nu precies zit. “Vorige week ontstond commotie omdat de minister zou hebben opgeroepen om weekendonderwijs in te voeren. Wij begrepen later dat de soep niet zo heet werd gegeten, ik zou de minister willen vragen wat daar allemaal is gezegd en waarom die commotie ontstond.”

”Het is niet de bedoeling, maar het mag wel”

In haar beantwoording herhaalde de minister haar woorden van het debat van afgelopen donderdag. “Ik zou gezegd hebben dat er maar veel ‘s avonds en in het weekend lesgegeven moest worden. Ik heb toen nog eens precies nagelezen wat ik echt aan uw Kamer geschreven heb. ‘s Avonds en in het weekend lesgeven, dat kan altijd. Ik heb juist geschreven dat het nou niet de bedoeling was dat daar veel gebruik van gemaakt zou kunnen worden.”

Met een knipoog naar de in haar ogen misleidende kop boven het artikel stelde ze dat de soep wat haar betreft inderdaad niet zo heet gegeten wordt. ”Nee: dat is niet de bedoeling. We zien allemaal hoe ongelofelijk belast docenten zijn geweest de afgelopen tijd. Het is heel belangrijk dat die in het weekend even rust kunnen hebben.”

Toch blijven er, ook met de versoepelingen, verschillende beperkingen van kracht voor het hoger onderwijs. Vanwege de leeftijd van studenten zijn de regels daar anders zijn dan voor leerlingen op het voortgezet en primair onderwijs. Westerveld wilde dan ook weten of dit veel zou afdoen aan de eerdere antwoorden van de minister. “Als de maatregelen zoals die nu zijn van kracht blijven, met het anderhalve meter afstand houden, is het dan de bedoeling dat in de weekenden les wordt gegeven op de hogescholen en universiteiten?”

De minister antwoorde dat zij dit niet uitsluit. “Het is niet de bedoeling, maar het mag wel. Laten daar ook geen misverstand over bestaan. We zien het niet als een oplossing. Maar dat mag altijd. Als een individuele docent zegt: ik wil dat graag en het helpt. Als dat dan in goed overleg met een docent de keuze gemaakt wordt dan moeten we ook niet zeggen: dat mag niet.” Ze voegde eraan toe dat het niet haar voorkeur heeft: “Het moet niet, ik stimuleer het ook niet, want ik zie hoe overbelast men is.”

We gaan weekendonderwijs niet verbieden

De minister wil bij de besluitvorming over het weekendonderwijs vooral het veld dit zelf laten beslissen. “Als mensen hun vinger opsteken en zeggen het komt mij prima uit en het zou goed kunnen. Laten we dan ook niet zeggen: dat mag niet. Laten we dingen niet onnodig onmogelijk maken en laten we ook vertrouwen aan het veld geven dat men daar met elkaar uit kan komen. Ik wil zoveel dingen mogelijk maken.”

In dit verband wees de minister ook op de eerdere oproep van Paternotte om zoveel en goed mogelijk dit soort beslissingen te nemen met de medezeggenschap. “Dit is wel de tijd dat je de medezeggenschap vol in positie moet hebben, zeg ik ook tegen Paternotte. In de piek van de crisis hebben we ook gezegd dat je de medezeggenschap achteraf kan betrekken, omdat iets heel snel moet.” Verschillende instellingen hebben inmiddels al laten weten de optie van avond- en weekendonderwijs volledig uit te sluiten.

In het servicedocument is inmiddels geschrapt dat instellingen geen instemming vooraf nodig hebben van de medezeggenschap zei de minister. “Dat hebben we er nu ook uitgehaald. Bij dit soort dingen over weekendonderwijs moet je vooral de medezeggenschap betrekken en de ruimte geven, zoals zij die het liefst zien.”

Weekendonderwijs moet je per opleiding bekijken

Westerveld wilde desalniettemin dat de minister afspraken zou maken met instellingen om het besluit over avond- en weekendonderwijs vooral op opleidingsniveau te laten vallen. “Ik zou de minister willen vragen om ook met de instellingen afspraken te maken als er toch besloten wordt om in de avonden of in de weekenden les te geven, dat dit niet op het niveau van de hogeschool of universiteit wordt afgekaart, maar dat dit soort zaken ook afgesproken wordt op het niveau van de opleidingscommissie.”

Het niveau van de opleiding is volgens Westerveld beter geschikt voor dergelijke beslissingen. “Daar zitten veel directer de docenten en studenten van de opleidingen zelf.” De minister zegde dit toe. “Ik vind het prima om dat ook met hen te bespreken. Je moet dat ook echt per opleiding bekijken, zo gaat dat ook op de meeste plekken. Het is niet iets wat je vanuit het CvB besluit, dat moet je goed per opleiding doen.”

Jan Paternotte wilde weten hoe docenten en studenten betrokken worden bij het besluit over weekendonderwijs, en zag een aantal praktische belemmeringen voor avond- en weekendonderwijs. “Als er instellingen zijn die hier wel gebruik van gaan maken, heb je te maken met studenten die niet gratis kunnen reizen. Wordt daar dan met de studenten goede afspraken over gemaakt?”

Laten we de mogelijkheden ten volste benutten

Het antwoord van de minister was alsnog enigszins dubbelzinnig. “Als we kijken naar de OV-kaart van studenten dan zit daar ook wel een belemmering. Studenten moeten er wel kunnen komen. Het is daarom ook heel belangrijk als je dit besluit, dat dit ook iets betekent voor de studenten die nog een bijbaan hebben, of docenten die met hun kinderen naar sport willen. Daar moeten we niet te makkelijk over denken.”

“Mensen moeten niet de dupe worden van een zo breed mogelijk rooster,” vervolgde de minister. “Aan de andere kant, daar waar wij de mogelijkheid geven om op locatie weer onderwijs te geven, laten we die ook ten volle benutten. Iedereen snakt er naar om onderwijs weer op locatie geven.”

Van Engelshoven dringt er dan ook bij hogescholen en universiteiten op aan om zoveel mogelijk fysiek onderwijs te geven. “Instellingen die nu al aankondigen: wij doen tot 31 december alles digitaal. Ik zou zeggen: denk daar nu nog eens goed over na, en denk na of je daar nu docenten en studenten recht mee doet. Zeker eerstejaars, die moeten echt de kans krijgen om met elkaar kennis te maken, met hun docenten en met een campus. Dat doe je niet achter een scherm. Geef daar echt vol de ruimte voor.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK