NWO lijkt haar jonge onderzoekers te zijn vergeten

De precaire situatie van postdocs door COVID-19

Opinie | door Marie Deserno & Gilles de Hollander & Kevin van Schie
8 juli 2020 | Door de keuzes van NWO zijn de gevolgen van de coronacrisis voor rekening van jonge onderzoekers. Rubicon-laureaten trekken aan de bel omdat ze geen gehoor krijgen bij de onderzoeksfinancier. "Voor veel jonge onderzoekers blijkt nu door de coronacrisis hoe onzeker hun bestaan daadwerkelijk is."
Hoofkantoor NWO in Den Haag – Foto: ScienceGuide

Door de coronacrisis dreigt Nederland een generatie jonge, excellente onderzoekers te verliezen. Vanzelfsprekend raakt deze crisis de hele wetenschap, maar jonge, beginnende onderzoekers in het bijzonder. Het zijn vooral postdocs met tijdelijke contracten op kortlopende projectbeurzen die door de coronacrisis significante vertragingen in hun onderzoek oplopen. Dit brengt hen in een precaire situatie die NWO tot op heden onvoldoende heeft geadresseerd.

Het doel van veel tijdelijke projectbeurzen voor jonge onderzoekers is om in korte tijd hun eigen toegangsticket tot de academie te creëren. Wie in Nederland een wetenschappelijke carrière ambieert, moet ook zonder crisis door veel hoepels springen. Jonge wetenschappers die ervan dromen om in de wetenschap te blijven, worden geacht al tijdens hun promotietraject te laten zien dat ze een high potential zijn. Dat betekent een cv met baanbrekende publicaties, aantoonbare betrokkenheid bij wetenschappelijke aardverschuivingen (zoals de open science beweging), maatschappelijke valorisatie van onderzoeksuitkomsten en liefst ook een sprankelend internationaal netwerk.

Na zo een sterpromotie begint dan de rat race pas echt: via prestigieuze beurzen springt de moderne, jonge wetenschapper van tijdelijk contract naar tijdelijk contract, van onderzoeksgroep naar onderzoeksgroep en vaak ook van continent naar continent – allemaal om zichzelf te bewijzen als “onafhankelijk talent” met eigen ideeën, technieken en projecten.

De Rubiconbeurs

Om jonge (Nederlandse) wetenschappers na hun promotie een kans te geven onderzoekservaring aan een buitenlands topinstituut op te doen, financiert NWO drie keer per jaar de zogenaamde Rubiconbeurs. Iedere pasgepromoveerde wetenschapper mag hiervoor een projectvoorstel indienen. Dat zijn er nogal wat: het aantal promovendi dat ieder jaar succesvol zijn/haar promotietraject afrondt ligt op ongeveer 5000.

Per jaar ontvangt NWO vervolgens zo’n 225 aanmeldingen van jonge wetenschappers die überhaupt kans denken te maken op deze competitieve beurs. Uiteindelijk worden er ongeveer 50 veelbelovende talenten geselecteerd die voor 1 tot 2 jaar als postdoc naar een buitenlands topinstituut afreizen. Het gaat hierbij dus om een zeer selecte groep jonge wetenschappers van wie, in de woorden van NWO, “op grond van hun wetenschappelijke kwaliteiten kan worden verwacht dat ze een belangrijke plaats kunnen gaan innemen in de Nederlandse wetenschap”.

Het kerndoel van de Rubiconbeurs richt zich op het opdoen van onderzoekservaring aan een buitenlands topinstituut, zodat de jonge wetenschapper nieuwe vaardigheden leert en zijn internationale netwerk vergroot. Na het uitvoeren van hun onderzoek keren de laureaten vaak weer terug en worden diezelfde vaardigheden en netwerken daarmee deel van het Nederlandse wetenschappelijk systeem. Zo verkrijgt ook de Nederlandse academie state-of-the-art kennis en internationale bekendheid: een win-win situatie.

“”Voor veel jonge onderzoekers blijkt nu door de coronacrisis hoe onzeker hun bestaan daadwerkelijk is.””

Rubicon-laureaten bevinden zich tijdens dit allesbepalende avontuur vaak in het spitsuur van hun leven. Ze zijn meestal rond de 30 en hebben soms al (plannen voor) een gezin, maar kiezen voor een (tijdelijke) verhuizing naar het buitenland met een relatief bescheiden postdoc-salaris. Een gewaagde stap, aangezien er geen enkele garantie op een aansluitende baan tegenover staat: als de beurs afloopt staat de postdoc in principe op straat en is hij/zij meestal afhankelijk van verdere onderzoeksbeurzen.

De klap van de coronacrisis

Voor veel jonge onderzoekers blijkt nu door de coronacrisis hoe onzeker hun bestaan daadwerkelijk is. COVID-19 heeft zich inmiddels in alle hoeken van de wereld verspreid en veel onderzoeksprojecten staan compleet stil. Van de kerndoelen van de Rubiconbeurs komt nu dan ook weinig terecht: gesloten onderzoekslaboratoria, bibliotheken en andere faciliteiten maken geplande dataverzameling onmogelijk. Overwerkte hoogleraren met een ongekende crisis aan hun hoofd hebben weinig tijd en aandacht over voor hun tijdelijke postdocs. In een nieuw lab integreren via Zoom blijkt bijna onmogelijk.

Op een survey die wij begin juli hebben verzonden naar alle huidige Rubicon postdocs, heeft zo’n 70% van de gecontacteerde laureaten geantwoord n = 55 . Het blijkt dat 82% van de laureaten zich nu (ernstig) zorgen maakt over de haalbaarheid van hun beoogde project(en). Een groot deel van de laureaten (67%) denkt dat ze minder kennis en vaardigheden kunnen vergaren als gevolg van de coronacrisis. Eenzelfde aantal denkt dat zij minder “output”, zoals wetenschappelijke artikelen, kunnen genereren. Dat is problematisch omdat artikelen grotendeels nog steeds de valuta zijn waarmee de strijd om onderzoeksbeurzen gevoerd wordt.

Het mag dan ook niet verrassen dat tweederde zich zorgen maakt over hun kansen op vervolgbeurzen. Velen hadden gehoopt op een direct bericht van NWO over de opties voor steun, een message of support, maar NWO lijkt haar jonge onderzoekers te zijn vergeten. Enkel via onpersoonlijke persberichten op de eigen website werd toegezegd dat projecten “minder ambitieus” mogen worden afgerond dan oorspronkelijk gepland.

“”Dat NWO de Rubicon-laureaten (nog) niet tegemoet is gekomen, is een alarmerende tekortkoming van het Nederlandse wetenschapsbestel.””

Tweeënveertig procent van de respondenten heeft daarom zelf contact opgenomen met NWO en kreeg te horen dat alle Rubiconprojecten, ondanks de coronacrisis, “budgetneutraal” moeten worden afgerond. Dat zou voor veel postdocs betekenen dat ze in deeltijd moeten werken om zo de beurstijd te rekken en meer tijd te hebben om hun onderzoeksproject af te maken. De facto is die cruciale extra tijd dus onbetaald. NWO’s keuzes laten zien dat onverwachte crisismomenten, lokaal of wereldwijd, voor rekening van de jonge wetenschapper zijn. NWO voelt zich kennelijk niet verantwoordelijk voor hen die de toekomstige Nederlandse wetenschap mede vorm zullen moeten gaan geven.

Hoe kan het anders?

Veel onderzoeksfinanciers in het buitenland kiezen voor een andere weg: de Zwitserse SNF, de Britse Wellcome Trust, de Duitse DFG en vele buitenlandse universiteiten hebben toegezegd projecten die door deze crisis vertraging oplopen tegemoet te komen door extra financiering aan te bieden. In de regel betekent dit dat buitenlandse wetenschappers 3 tot 6 maanden extra aan hun projecten kunnen werken. Als alle Rubicon-laureaten een extensie van 3 maanden zouden krijgen, zou in totaal ongeveer 1.5 miljoen extra financiering nodig zijn. Dat staat gelijk aan 0,15% van de jaarlijkse NWO begroting.

Dat NWO de Rubicon-laureaten (nog) niet tegemoet is gekomen, is een alarmerende tekortkoming van het Nederlandse wetenschapsbestel. Waar blijft het Nederlandse steunpakket voor de huidige generatie jonge wetenschappers? NWO zou zich, net als andere Europese wetenschapsfinanciers, betrokken moeten tonen bij de kansen van haar nieuwe lichting “toptalenten” door hen waar nodig (financieel) te ondersteunen en hen hiermee perspectief bieden. Doet zij dat niet, dan strandt niet alleen een groot deel van het reeds gefinancierde onderzoek, maar zal de investering van de Nederlandse samenleving in jong, wetenschappelijk talent grotendeels voor niks zijn geweest: een lose-lose situatie die dringend voorkomen moet worden.

Marie Deserno :  Rubicon-laureaat in Duitsland

Marie Deserno is postdoctoraal onderzoeker aan het Max Planck Institute for Human Development in Berlijn, Duitsland. Zij werkt met nieuwe modellen voor cognitieve ontwikkeling om beter te begrijpen wanneer kinderen met autisme gebaat zijn bij extra ondersteuning. 

Gilles de Hollander :  Rubicon-laureaat in Zwitserland

Gilles de Hollander is een postdoctoraal onderzoeker aan het Zurich Center for Neuroeconomics van de Universiteit van Zürich in Zwitserland. In zijn onderzoek gebruikt hij functionele MRI om beter te begrijpen waarom mensen verschillend met risico's omgaan.

Kevin van Schie :  Rubicon-laureaat in het Verenigd Koninkrijk

Kevin van Schie is postdoctoraal onderzoeker aan de MRC Cognition and Brain Sciences Unit van de Universiteit van Cambridge in het Verenigd Koninkrijk. Hij onderzoekt hoe het ervaren van stress invloed heeft op het vergeten van ongewenste herinneringen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK