Lector van het Jaar 2020: “Ik ben niet zo’n hardcore academicus die graag een vierkante centimeter van het recht onderzoekt”

Interview | door Toske Andreoli
18 augustus 2020 | Colette Cuijpers werd door ScienceGuide, ISO en SURF uitgeroepen tot Lector van het Jaar 2020. De lector Recht & Digitale Technologie van de Juridische Hogeschool werd geroemd om haar inzet voor het innoveren van het juridisch onderwijs. We spraken haar over haar drijfveren, loopbaan, en haar uitgebreide ervaring met werken aan de universiteit én de hogeschool. “Ik zou iedereen aanraden eens een kijkje aan de andere kant te nemen”.
Voorzitter Joep Houterman (Fontys) reikt de Lector van het Jaar-prijs uit aan Colette Cuijpers – Foto Marco Magielse

Na maanden thuiswerken stonden eind mei ineens drie bestuursleden in de voortuin van Colette Cuijpers, lector Recht & Digitale Technologie van de Juridische Hogeschool. ISO, SURF en ScienceGuide hadden haar – tijdens een webinar – uitgeroepen tot Lector van het Jaar 2020. “Het overviel me compleet. En niet alleen mij, maar ook mijn familie. Die liep hier heerlijk thuis rond in campingoutfit en stonden vreemd te kijken toen er ineens bestuursleden onze tuin in kwamen lopen.”

“Het was heel overweldigend, wat zoiets allemaal teweegbrengt. Ik heb zo ontzettend veel mailtjes, belletjes, berichtjes en zelfs cadeautjes gehad dat ik wel twee weken nodig had om iedereen te kunnen antwoorden. Heel leuk dat mensen die je een hele tijd niet gezien hebt, weer contact leggen. En ik ben trouwambtenaar, als hobby, hier in de gemeente, en een collega trouwambtenaar is de hoofdredacteur van ons plaatselijke krantje. Dus daar kon ik ook niet onderuit. Daar kwam ook nog een golf overheen van alle mensen die je in de buurt kent.”

Liever kunstgeschiedenis

Cuijpers werd in 2016 geïnstalleerd als lector, en was daarvoor – maar ook nu nog – werkzaam aan de Tilburg University. Achteraf is het altijd verleidelijk om één doelgerichte lijn te zien in een loopbaan, maar Cuijpers’ carrière had heel gemakkelijk anders kunnen lopen.

De jury van de Lector van het Jaar was onder de indruk van Cuijpers’ gedrevenheid, maar die passie voor de maatschappelijke kant van het recht had ze niet meteen toen ze studeerde. “Toen ik klaar was met het vwo wilde ik juist niet rechten studeren. Ik ben enig kind, en dat was heel leuk, maar ik werd ook wel beschermd opgevoed. Mijn vader was commercieel directeur bij een bedrijf, en hij vond dat ik jurist of tolk moest worden. Dan heb je altijd een baan. Zelf had ik meer interesse in kunstgeschiedenis. Maar dat was echt een no-go voor mijn ouders.”

Ze begon met tegenzin aan haar studie rechten, vastbesloten om na een jaar weer met een propedeuse weg te gaan. “Een propedeuse rechten gaf toen nog toegang tot een heel scala aan andere opleidingen. Beleid en organisatie, of personeelswetenschappen, communicatiewetenschappen, politicologie. En daar had ik met mijn vwo-diploma geen toegang toe, want ik had wiskunde A laten vallen omdat ik eigenlijk een beetje lui was.”

Na een jaar wilde Cuijpers tegen al haar plannen in niet meer weg. “Ik had voor de Europese juridische opleiding gekozen, daar waren ze net dat jaar mee begonnen in Tilburg. Dat sprak me wel heel erg aan, onze rol als Nederland in Europa, hoe zit dat dan? En ik kwam in een superleuke mentorgroep terecht, met negen meiden die nu nog steeds mijn vriendinnen zijn. We studeerden en aten heel veel samen. Ik zat goed op mijn plek.”

Niet alleen het sociale aspect bond haar aan de opleiding. “Ik bleek rechten eigenlijk heel interessant te vinden. Het Europese recht was toen echt nieuw, in ’94. Het was wat Law & Technology nu is: in één keer ontstonden overal specifieke opleidingen op het gebied van globalisering. In die richting zouden wel interessante banen komen.”

Tegenover oude mannen in pak

Als Cuijpers een rode draad in haar loopbaan moet aanwijzen, is het hoogleraar Recht en Informatisering Corien Prins. Cuijpers kwam bij Prins terecht door het onderwerp van haar stageonderzoek bij ABN Amro. Toen ze onder Prins afstudeerde in Europees recht, moedigde zij haar aan verder te specialiseren in recht en informatisering. “Daar had ik zelf nooit aan gedacht, maar ik was nog maar tweeëntwintig. Bij ABN Amro had ik mijn afstudeeronderzoek moeten presenteren voor allemaal directeuren. Dan sta je daar als jong meisje tussen allemaal oudere mannen in pak, die jij moet gaan vertellen wat ze wel en niet mogen.”

“”Wordt dit mijn toekomst, ga ik me de komende jaren zo voelen, als een Calimero tegenover al die belangrijke mensen?””

Het betrof een destijds nieuw onderwerp: wat mag je wel en niet verspreiden over het internet, bijvoorbeeld in een digitale knipselkrant. “Dat presenteren was echt geen happy moment. Wordt dit mijn toekomst, ga ik me de komende jaren zo voelen, als een Calimero tegenover al die belangrijke mensen?”

Prins bood de uitweg in de vorm van een extra jaar studeren bij de specialisatie Recht & Informatisering. De kans op een baan op de Zuidas deed zich aan, maar dat zag ze niet zitten. Ze wilde Prins graag helpen met het opzetten van de nieuwe opleiding Law & Technology. “Onderwijs had me altijd getrokken. Maar op de universiteit werkt het zo: als je een beetje een rol van betekenis wil hebben bij het wetenschappelijk personeel, dan moet je gewoon gepromoveerd zijn. Vroeger stond je zonder PhD na twee jaar weer buiten. Dus ik moest wel promoveren, maar ik kreeg geen garantie dat ik daarna zou worden aangenomen.” Het werd een promotieplek bij Prins in de groep.

“De eerste twee jaar ben ik wel vaak huilend thuisgekomen, ik vond het verschrikkelijk. Promoveren was eigenlijk niets voor mij: vier jaar in een hokje op hetzelfde onderzoek. Ik ben heel druk en chaotisch. Maar ik ben opgevoed met het idee: waar je aan begint, dat maak je af.” En het was interessant. “Het ging over privacy en gegevensbescherming, we hadden toen een voorloper van de AVG. Gegevens waren ook toen al handelswaar. Mogen we wat gegevens van je, dan krijg je een pen van ons. Mensen verhandelen hun gegevens. Ik onderzocht: was het niet beter geweest als we dat geïmplementeerd hadden in het burgerlijk wetboek?”

Een opleiding bouwen

Ze had geluk, want na haar proefschrift kon ze als een van de vier promovendi blijven werken aan de universiteit. “Half op projecten voor ministeries of Europa, half om het masterprogramma verder te ontwikkelen en coördineren.” De opleiding groeide van tien naar 150 studenten en inmiddels is ze programmadirecteur.

Cuijpers passie voor onderwijs is niet zozeer voor lesgeven, maar voor het bouwen van een opleiding. “Ik vind het hele proces van onderwijs interessant. Je moet ervoor zorgen dat het zowel voor docenten als studenten een mooi programma is, dat er kwaliteitsborging is. Je bent bezig verbetervoorstellen te implementeren, nieuwe onderzoekslijnen in het programma te brengen, alumni te betrekken. Nu zijn we bezig: hoe ga je van offline naar online. Er komt zo veel meer bij onderwijs kijken. En het is echt teamwerk.”

Naar de hogeschool

In 2015 werd Cuijpers door – ook weer – Corien Prins en Ilse van der Pas, de toenmalige directeur van de Juridische Hogeschool uitgenodigd voor een gesprek om af te tasten of er misschien mogelijkheden tot samenwerking zouden zijn. “Op de universiteit wordt vaak erg negatief gedacht over het niveau van de hbo-student. Ik erger me daar altijd aan. Ik heb altijd in de opleidingscommissies gezegd: als dat zo is, dan moeten wij samen gaan werken.”

Cuijpers is niet alleen sceptisch over het vermeende grote verschil in niveau, als het er al is, dan is het geen reden tot het houden van afstand. “Dan moeten we juist kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat de hbo-studenten beter aansluiten op wat wij van ze verwachten als ze instromen. Het is te makkelijk om daar alleen maar commentaar op te leveren. Corien wist dat ik de samenwerking met de hogeschool wilde opzoeken om een betere aansluiting te creëren.”

Vanuit het niets ontwikkelde Cuijpers een aanvraag voor een lectoraat over recht en digitalisering. “Het was niet zeker of ik er lector zou worden, daar twijfelde ik zelf op dat moment ook nog over. Ik had al een baan van vier dagen aan de universiteit en daar had ik het druk genoeg mee. Maar toen ik alles op papier aan het zetten was, nadacht over de ambities en de koppeling aan het onderwijs, de organisatie leerde kennen, kwam ik er gaandeweg achter dat ik het heel leuk zou vinden om het zelf te gaan doen.”

De techniek blijven begrijpen

Als lector is het haar taak om in veel domeinen bij te blijven. “Ik probeer nu vooral een overkoepelende visie te houden over het gehele domein – cybersecurity, contractenrecht, privacy, intellectueel eigendom. Dat doe ik door het onderzoek van anderen, zelf doe ik diepgaand inhoudelijk op dit moment minder dan ik zou willen. Ik zie mezelf op dit moment meer als een facilitator. Ik ben veel bezig om andere mensen aan te sturen in het onderzoek, of in aanvragen, of het begeleiden van studenten.”

Het doel van het lectoraat is om toekomstige juristen vertrouwd te maken met digitale technologie. “Voor de jurist is de grootste uitdaging om de techniek te blijven begrijpen. Je moet tot op zekere hoogte snappen wat er gebeurt om te kunnen reguleren. Een simpel voorbeeld is een zaak van vroeger over illegaal downloaden. Eerst hadden we de Napsterzaak, en dat was een centrale server. Daar werd allerlei illegaal materiaal op één plek gehost. Die server moest afgesloten worden. Maar een dag daarna kreeg je Kazaa, en dat was peer-to-peer software. Als je als jurist het verschil niet weet, dan denk je: Kazaa mag ook niet. Maar Kazaa maakt het mogelijk bestanden uit te wisselen, dat is als zodanig niet illegaal. Hoe ga je het dan reguleren?”

“”In het recht is causaal verband heel belangrijk, maar waar hoe werkt dat in The Internet Of Things?””

“Het wordt steeds complexer, en ik zal de laatste zijn die pretendeert het allemaal nog te snappen. Je moet niet alleen de techniek, maar ook de verschillende partijenstructuur begrijpen. Wie doet wat? Sommige dingen worden door je browser bepaald, en sommige dingen door de website die je bezoekt. Als er iets misgaat, moet je als jurist op zoek naar welke partijen waarvoor verantwoordelijk zijn. Als je het hebt over big data en the internet of things, alles is straks met elkaar verbonden. In het recht is causaal verband heel belangrijk, om te kunnen bewijzen dat iets tot een bepaald gevolg geleid heeft. Het beleggen van aansprakelijkheden in een wereld waarin de technologie als zodanig steeds meer beslissingen gaat nemen is een grote uitdaging.”

Veel loopt beter aan de hogeschool

Sinds 2016 werkt Cuijpers twee dagen per week als lector voor de Juridische Hogeschool. Het was de bedoeling om daar twee dagen aan de universiteit naast te doen. “Het was zo druk op de universiteit omdat dit vakgebied nu zo populair is, dat dat al snel weer drie dragen werden. Ik heb ook nog gewoon een gezin met twee tieners, dus ik hoop dat het weer vier dagen kunnen worden. Alhoewel zich dat meestal vertaalt in vijf dagen.”

Cuijpers is blij met haar positie en haar titel, maar benadrukt dat een lector er niet alleen voor staat. “Ik heb natuurlijk die mooie titel Lector van het Jaar gekregen, maar ik heb dit alleen maar kunnen doen omdat ik een fijne kenniskring om mij heen heb, die mij heel veel werk uit handen neemt en omdat ik een fijn minorteam heb dat de minor Recht & Digitale Innovatie helemaal laat draaien. Eenmaal op de hogeschool merkte Cuijpers dat de universiteiten niet alleen neerkijken op de hogeschool. “Ik kwam er al snel achter dat er soms geheel ten onrechte tegen de universiteit werd opgekeken. Want laat me je zeggen dat er een heleboel dingen zijn die in het hbo veel beter lopen dan in de universiteit.”

Een van die aspecten is de organisatiestructuur. “Het sterke aan een hogeschool is dat er minder gelaagdheid is. Het is veel meer een groep waar iedereen aan hetzelfde doel werkt: de beste opleiding van het land neerzetten. Aan de universiteit is veel meer onderlinge concurrentie tussen programma’s. Aan de ene kant werken we allemaal voor het belang van de faculteit, aan de andere kant ook voor je eigen kleine belang daarin.”

“”Ik kwam er al snel achter dat er soms geheel ten onrechte tegen de universiteit werd opgekeken””

Ook op individueel vlak is de universiteit een bepaald ongezelliger werkomgeving. “Je hebt er veel meer onderlinge concurrentie. Na de promotie zijn heel veel mensen bezig: nu moet ik zo snel mogelijk zorgen dat mijn cv op orde is, zodat ik hoogleraar kan worden. Op de universiteit gaan alle credits naar onderzoek, terwijl je ook gewoon een onderwijsinstelling bent. Dat besef is er wel, maar hoe ga je bij je personeel dat besef ook neerleggen als ze vooral afgerekend worden op het feit dat ze een veni, vidi of vici hebben binnengehaald?”

Relaxte werkomgeving

“Dat speelt bij de hogeschool absoluut niet. Iedereen is docent, sommigen groeien wat door of pakken andere projecten op. Maar de drang naar het lectorschap is er bijna niet, want bijna niemand is gepromoveerd. Veel van de mensen aan de universiteit die docent in hart en nieren zijn, en zich daarin verder willen ontwikkelen, gaan op een gegeven moment weg, omdat je op het hbo veel meer mogelijkheden krijgt. Om vernieuwingstrajecten voor opleidingen te draaien, of duale opleidingen op te zetten. Bovendien kom je aan een universiteit nooit schaal tien voorbij, als je niet gaat promoveren. Terwijl je bij het hbo tot schaal dertien kunt doorgroeien. Voor mensen die echt voor het onderwijs kiezen, is het hbo een veel relaxtere werkomgeving dan de universiteit.”

Cuijpers vindt dat de hogeschool beter bij haar past. “Ik ben niet zo’n hardcore academicus die graag een vierkante centimeter van het recht onderzoekt.” Of ze een overstap naar het hbo aan iedereen aanraadt? “Voor beide kanten is wat te zeggen. De universiteit is ook een heel stimulerende, uitdagende omgeving. Never a dull moment. Ik heb er een enorm fijne groep van internationale collega’s om me heen. Als je altijd in de academie of altijd in het hbo hebt gezeten, en je hebt de mogelijkheid om eens aan de andere kant te gaan kijken, zou ik het iedereen aanraden.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK