Kabinet wil economie redden met miljarden voor kennis en innovatie

Nieuws | door Frans van Heest
7 september 2020 | De economie van Nederland is in de toekomst niet meer toereikend om de collectieve voorzieningen te kunnen betalen. Deze sombere conclusie trekt het kabinet. Daarom wordt er geïnvesteerd in kennis om het verdienvermogen van Nederland te versterken.

Maandag is in wetenschapsmuseum Nemo in Amsterdam het Nationaal Groeifonds gepresenteerd. Hoewel in afgeslankte vorm als gevolg van de coronacrisis. Het fonds bestaat niet meer uit 100 miljard euro maar 20 miljard euro. De komende vijf jaar gaat het kabinet 13 miljard euro investeren in kennis, innovatie, de overige 7 miljard euro gaat naar infrastructuur. Het kabinet heeft een aantal zwaargewichten bereid gevonden voor een commissie die plannen moet beoordelen, onder wie Rianne Letschert, Robert Dijkgraaf en Robert-Jan Smits.

“Wij doen dit voor onze kinderen en kleinkinderen”

Wopke Hoekstra zegt dat dit fonds nodig is omdat Nederland geld moet blijven verdienen om de collectieve voorzieningen te kunnen blijven betalen. “Het is een fonds dat de eerste vijf jaar gevuld is met 20 miljard euro. Het Nationaal Groeifonds gebruiken we om te investeren in vernieuwing en in het werk van de toekomst. We investeren in kennisontwikkeling, innovatie en infrastructuur. We investeren dus voor de dag voor morgen, om niet te zeggen voor de dag van overmorgen. Omdat onze kinderen en kleinkinderen ook moeten kunnen rekenen op goede collectieve voorzieningen, zoals zorg, sociale zekerheid, veiligheid en goed onderwijs.”

Nederland staat voor grote uitdagingen, aldus de minister van Financiën, om de overheidsfinanciën op orde te houden. “We hebben uitstekende voorzieningen in Nederland, maar die kosten veel geld. Geld dat we eerst met elkaar moeten verdienen. Bovendien vergrijst de bevolking en zal de manier waarop we ons geld verdienen de komende decennia veranderen. Daarom zetten we in op het vergroten van de productiviteit, de kracht van de economie. Het extra belastinggeld dat hieruit voortvloeit is weer een middel om die collectieve voorzieningen mee te betalen.”

“Juist nu is investeren in menselijk kapitaal nodig”

Een belangrijk onderdeel van het groeifonds is investeren in kennis, zo benadrukt de minister. “We investeren in drie gebieden ten eerste in kennisontwikkeling. Want juist als de toekomst zich lastig laat voorspellen, is investeren in menselijk kapitaal verstandig. Daarnaast investeren we in R&D en innovatie, want met een effectieve samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap zetten we grote stappen op het gebied van kunstmatige intelligentie, robotica en technologie. En tot slot investeren we in infrastructuur, in zowel sterke offline als online verbindingen die ondernemen, werken en wonen in Nederland aantrekkelijk maken.”

Eric Wiebes, minister van Economische Zaken, benadrukt ook dat het verdienvermogen van Nederland onder druk staat en dat het groeifonds daarom hard nodig is. “Nederland heeft de meest concurrerende economie van Europa. Dat is mooi, maar als we niets doen gaat er een steeds groter deel van onze welvaart naar collectieve voorzieningen, zoals zorg en de oudedagvoorziening. Dat is allemaal goed besteed geld, maar daardoor zien toekomstige generaties van die welvaartsgroei te weinig terug in de eigen portemonnee.”

“Veel van hetzelfde is niet goed genoeg”

Hoe wij tot nu toe onze welvaart hebben vergaard is niet duurzaam meer, meent Wiebes. “Ons verdienvermogen moet omhoog, zodat huishoudens hier ook van kunnen profiteren. De manier waarop wij dat decennia hebben gedaan is niet meer houdbaar. Die omschakeling naar een klimaatneutrale economie vraagt ook investeringen. Veel van hetzelfde is niet goed genoeg.”

Wiebes denkt ook wel dat er politiek breed steun is voor extra investeringen, want hij heeft dit plan niet alleen. “Het is natuurlijk een aantrekkelijk idee dat je dit helemaal zelf hebt bedacht, maar wij zijn niet de enige. De PvdA heeft een heel groot plan gelanceerd voor investeringen. We hebben GroenLinks op allerlei terreinen gehoord met voorstellen. Dit idee leeft dus veel breder. Iedereen begrijpt dat Nederland zich uit deze crisis moet investeren. Dat doen we met een fonds dat nadrukkelijk openstaat voor heel Nederland.”

“Wij denken dat het kan”

Hoekstra voegde daar aan toe dat het geld nu geleend kan worden tegen heel gunstige voorwaarden, maar de omvang van het fonds is wel kleiner als gevolg van corona. “Dat geld zullen we moeten lenen, we maken gebruik van de extreem lage rente die we op dit moment hebben. We leven in de paradoxale situatie dat je miljarden leent en omdat je dat doet krijg je er nog wat geld bij. Wij denken dat het echt kan als je kijkt naar de overheidsfinanciën.”

“Maar gezien de grote onzekerheid door corona hebben we er voor gekozen om nu een bedrag te reserveren voor vijf jaar en niet zoals we eerst van plan waren een bedrag van 100 miljard euro voor de komende 30 jaar. Omdat we nu niet voor een lange periode vooruit kunnen kijken.” Hoekstra voegt daar aan toe dat het aan een nieuw kabinet is om te beslissen over de termijn van de investeringen.

Wiebes laat weten dat alle plannen beoordeeld worden door een commissie die los staat van de politiek. “Consortia van bedrijven, middenveld en overheden kunnen daar aan meedoen. Door een onafhankelijke commissie wordt er gekeken of het voorstel bijdraagt aan een duurzame economische groei en het verdienvermogen. We hopen ook deze kabinetsperiode nog een aantal projecten te kunnen honoreren.”

“We hebben gezocht naar ervaring”

Volgens de VVD-bewindsman is de commissie breed samengesteld. Veel bekende namen komen erin terug. “We hebben gekozen voor een vrij breed samengestelde beoordelingscommissie van tien mensen. We hebben echt gezocht naar ervaring als het nu gaat om macro-economie of projectbeoordeling en de gebieden waarin geïnvesteerd zou kunnen worden.”

Het kabinet heeft de volgende personen bereid gevonden om zitting te nemen in deze commissie. Marieke Blom, hoofdeconoom bij ING, Robbert Dijkgraaf, Jeroen Dijsselbloem. Laura van Geest (AFM), Rianne Letschert, Constantijn van Oranje, Feike Sijbesma oud-DSM, Robert-Jan Smits, de voorzitter van de TU-Eindhoven, Jacqueline Tammenoms Bakker oud Directeur Generaal bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat en Peter Wennink, CEO van ASML. De voorzitter wordt gekozen door de commissie zelf.

Zonder hbo geen groei

Vanuit het hbo komt overigens de kritiek dat deze sector niet vertegenwoordigd is in de commissie. De voorzitter van Hogeschool Rotterdam, Ron Bormans, noemt het een valse start. “Als je wil gaan investeren in kennis, innovatie en infrastructuur moet het hbo aan boord.”

De minister van Financiën sluit niet uit dat de investeringen ook na vijf jaar door zullen lopen. “Je moet zorgen dat je die projecten weet te selecteren die een grote toegevoegde waarde hebben. Het zou dan heel verstandig zijn om er na vijf jaar ook mee door te gaan. Een van de dingen die de Europese Commissie en het IMF al jaren tegen Nederland zeggen is dat wij als land te weinig investeren in kennisontwikkeling en innovatie. We hebben bovendien een te korte horizon.”

“We verwachten heel veel projecten voor innovatie”

De jaarlijkse vier miljard euro wordt gelijkmatig verdeeld over de drie beleidsterreinen. Dus investeringen in menselijk kapitaal, zoals onderwijs en leven lang leren, krijgen net zo veel geld als investeringen in innovatie en infrastructuur.

Maar of dat in de toekomst ook zo zal zijn is nog onzeker, aldus Hoekstra. “Op de begroting zullen we het nu gewoon verdelen in drie aparte onderdelen en splitsen in 1/3,  waarbij je natuurlijk heel goed kan voorstellen dat je na een jaar werkende weg en de ervaring die je opdoet er toch grote verschillen gaan ontstaan. We weten allemaal dat infrastructurele projecten heel kostbaar zijn. Tegelijkertijd stellen wij ons voor dat er veel projecten zullen zijn voor innovatie en R&D. Mocht de verdeling niet voldoen dan zullen we daar wijzigingen in aanbrengen.”

In de begeleidende Kamerbrief schrijft het kabinet dat Nederland al jaren de doelstelling niet haalt om 2,5% van het BBP te investeren in onderzoek en innovatie. Nederland blijft steken op 2,2%. Volgens Wiebes blijft dit nog steeds een doelstelling maar hij wil hier geen harde afspraak over maken. “We hebben deze investeringen niet gekoppeld aan de doelstelling om 2,5% van het BBP te investeren in onderzoek en ontwikkeling. Het blijft een regulier beleidsdoel om het percentage te verhogen. Ik geloof nu dat we 2,2% halen, 2,5% is het doel. Het gaat nu met dit fonds om projecten die ondanks dat alles niet in aanmerking zouden zijn gekomen voor financiering, maar wel belangrijk zijn voor ons verdienvermogen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK