“We hebben de universiteit naar de industrie gebracht en niet andersom”

Nieuws | door Irene Faas
23 september 2020 | De transformatie naar een duurzame, circulaire economie is mogelijk. Daarvan zijn Limburgse bestuurders als Bert Kip (Brightlands), Martin Paul (Universiteit Maastricht) en Koen Janssen (DSM Biomedical) overtuigd, zo blijkt op de opening van het Festival ‘Feel the Chemistry’ Op Brightlands Chemelot Campus.
Brightlands Festival Feel the Chemistry
Panel tijdens het Brightlands festival Feel the Chemistry. Van links naar rechts: Michelle Gian, Martin Paul, Simone van Trier (moderator), Ruud Burlet, Koen Janssen en Wouter van den Berg. Foto: Marcel van Hoorn.

Een belangrijke voorwaarde om een circulaire hub in Geleen te ontwikkelen is de afgelopen decennia geschapen: een intensieve samenwerking tussen provincie, grote bedrijven, universiteiten en hogescholen. Daardoor is een productieve dynamiek ontstaan, waarbij kleinere en innovatieve bedrijven vernieuwende producten rendabel op de markt krijgen.

Voor deze kleinere ondernemingen is de directe omgeving van grote bedrijven aantrekkelijk, omdat ze daardoor sneller Industry Validated worden, zo constateerde Wouter van den Berg, CEO van Yparex en zegsman van de startups op de campus. Ook R&D is gemakkelijker door de aanwezigheid van faciliteiten, onderzoekers en studenten.

Niet duurzaam is niet van deze tijd

Op de opening van het Festival op Brightlands Chemelot Campus, ter ere van haar 80-jarige bestaan, staat de strategische meerjarenkoers vast. Het zaadje is geplant voor het model dat de omwenteling van een energieverslindende chemische industrie naar een circulaire en groene mogelijk kan maken. Maar daarvoor moeten nog enorme stappen worden gezet.

Er zijn in de eerste plaats miljardeninvesteringen nodig. De betrokkenen lichtten ieder de impact toe, die het veranderingsproces voor hun eigen organisatie heeft. En de harde noodzaak, want wie niet toekomstbestendig is, zal het niet overleven, zo viel te beluisteren.

Voor Koen Janssen, directeur Innovatie, R&D en Duurzaamheid bij DSM biomedical, bestaat er geen twijfel. Ook een groot bedrijf als DSM kent de noodzaak om over te schakelen naar een nieuw bestaan. Nodig is een ‘license to produce’, die maatschappelijk geaccepteerd is. Zonder goed imago blijven niet alleen investeerders weg, maar ook aandeelhouders.

Zelfs jong talent kiest alleen voor een loopbaan bij een bedrijf als het aantoonbaar groen en circulair denkt en opereert, aldus Janssen. De klimaatproblematiek is zo urgent dat nu al gekozen wordt om sommige winstgevende activiteiten niet op te pakken, omdat ze niet voldoen aan de eis van duurzaam en circulair.

Campus Chemelot: the best kept secret

Martin Paul, bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht, benadrukt het belang van de intensieve samenwerking. “We hebben de universiteit naar de industrie gebracht, en niet andersom”, zegt Paul. De Universiteit Maastricht heeft het Masterprogramma Biobased Materials volledig gevestigd op de Chemelot campus. Michell Gian, tweedejaarsstudent van het masterprogramma, legt uit wat het verschil is tussen de Chemelot-campus en een traditionele faculteit.

“De opleiding zit midden in de industrie”, zegt Gian. “Er is veel samenwerking met de bedrijven hier, zoals DSM. Als wij een idee hebben, kunnen we dat gewoon hier in het lab uitvoeren.” Toch is er ook ruimte voor verbetering. “Het kan beter door meer ruimte te bieden om de ideeën te delen. Als we een goed idee hebben, hebben we geen tijd om er iets mee te doen. We hebben ook vakken en examens. Hoe pakt de industrie die ideeën op?”

Hoewel Paul aangeeft dat de universiteit zeker meer met de ideeën kan doen, geeft hij ook aan dat dit al regelmatig gebeurt: “Er zijn al meerdere voorbeelden van spin-offs die zijn ontwikkeld door studenten. Ik moedig de studenten aan om hiermee verder te gaan en hun idee niet te laten liggen. Dat is ook waarom we hier op deze campus zitten.”

Paul signaleert dat Chemelot uniek in de wereld is, maar te besloten. Het is the best kept secret, maar dat moet veranderen, aldus Paul. Hij pleit voor nog meer openheid. “Ik wil de boodschap nog verder verspreiden,” zegt hij “over de grens, maar ook in Den Haag. Zo kunnen we ook een impact maken voor de financiering.”

De openheid waar Paul naar op zoek is, hoopt hij ook al dichterbij te vinden. “Voor de mensen om ons heen is de campus nog steeds alleen DSM, maar het is nu veel meer”, zegt hij. “Ik denk dat we recht voor de poort een open huis van de chemie moeten houden, waar de mensen heen kunnen komen. Ze kunnen dan interacteren met de wetenschappers. Mensen denken nog steeds over deze campus als een chemische plek, maar het is veel meer.”

Door opschaling worden uitvindingen innovaties

Ook Bert Kip, CEO van Brightlands Chemelot Campus, signaleert de behoefte aan openheid. Hij benadrukt het belang van de campus voor de regionale economie, onder andere voor kleinere bedrijven die deel uit willen maken van de circulaire hub.

Het ontwikkelen en verbeteren van duurzame, circulaire processen vormt een belangrijk onderdeel van de campus. De twee focuspunten van Brightlands zijn de overstap naar een circulaire economie en de ontwikkeling van biomedische oplossingen, zegt Kip. “Goede oplossingen schalen we hier op, zodat uitvindingen innovaties worden en deze ook gebruikt kunnen worden in real life. En dat maakt ons bijzonder.”

Hier is alleen een hoop geld voor nodig, met name voor het opschalen. Eén product of systeem ontwikkelen kan makkelijk in een lab, maar als je dat vervolgens duizenden keren wilt doen, moet er een fabriek komen, zegt Kip. Om zo’n opschaling te financieren hoopt Kip onder andere geld uit het Nationale Groeifonds te halen.

‘Kabinet wil economie redden met miljarden voor kennis en innovatie’

Verduurzamen kan alleen als industrie en overheid samenwerken

Het lijkt erop dat een eerste stap hierin al is gemaakt. In de ochtend voorafgaand aan de opening van het festival was Minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) op bezoek bij Kip. “Kom met een voorstel, dan kijken wij hoe we kunnen helpen,” zei Wiebes tegen Kip.

Wiebes wilde zelf graag langs komen om te kijken hoe Chemelot in elkaar zit, vertelt Kip. “Hij wilde met de industrie in gesprek, en wij ook met hem”, zegt hij. “Het is een heel goed bezoek geweest om het standpunt van het kabinet te verduidelijken: waar zet het op in, waar wil het in de toekomst naartoe, ook op Europees niveau.” Daarnaast kwam ter sprake hoe de industrie daar invulling aan kan geven.

“Het moet een goede balans zijn tussen verduurzaming en zorgen dat de industrie niet weg loopt of andere keuzes maakt”, vervolgt Kip. “Het was een erg zorgvuldig en open gesprek. De Nederlandse regering voelt dat het wegpesten van de industrie niet helpt in de klimaatdiscussie. Er moet een balans komen waarbij de industrie de transitie doorloopt, maar niet financieel onderuit gaat.”

In totaal is zijn er biljarden nodig om Chemelot circulair te maken, zegt Kip. Hij zet in op een paar honderd miljoen euro uit het Groeifonds. Dit is echter slechts een van de vele puzzelstukjes. Financiering is daarnaast afkomstig vanuit de industrie en investeerders. “Die moeten we zien te verleiden”, zegt Kip.

“We moeten dit met elkaar doen, ook met de overheden”, zegt hij. “Sommige delen moeten uit het private domein komen en sommige uit het publieke domein. Als de infrastructuur niet adequaat is of als er onvoldoende groene elektriciteit is, dan kunnen we niet verduurzamen.”

“Gelukkig hebben we even de tijd,” vervolgt Kip. Het ontwikkelen van een duurzame, circulaire economie is geen klus die in een dag is geklaard. Het doel om als campus de eerste Circular Hub in Europa te zijn, staat gepland voor 2050. “Je moet een lange adem hebben, en dat hebben we hier”, beaamt Paul.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK