De docent is een opvoeder, geen dienaar van de staat

Opinie | door Sander van den Eijnden
28 oktober 2020 | De rol van de docent in Frankrijk is anders dan die van de docent in Nederland, door een andere verhouding tussen de staat en het onderwijs. Deze conclusie trekt Sander van den Eijnden, voorzitter van Hogeschool Leiden, in een reactie op de blog van Ron Bormans, voorzitter van Hogeschool Rotterdam.
Beeld: Jeanne Menjoulet.

Zoals we dat gewend zijn stuurde de Rotterdamse Hogeschoolvoorzitter Ron Bormans zijn laatste blog rond in de vriendenapp die wij ‘de jongens’ noemen. Een eufemisme, want in werkelijkheid zijn we oude heren. Met mijn krappe 62 levensjaren ben ik de jongste. Maar het klopt dat we lang geleden twintigers en dertigers waren, toen we met zijn zessen een achteraf gelegen gangetje op het ministerie van onderwijs bevolkten. Ik lees de blogs van Bormans altijd direct en gespitst. Ze zijn altijd alert, onverschrokken en actueel. Maar hij haalt ook veel overhoop, te veel soms naar mijn smaak.

In dit geval verwijt hij zijn ‘bubble’, het onderwijs-establishment, dat we stil zijn gebleven na de moord op de Franse leraar Paty en hij breekt een lans voor de school als kraamkamer van de democratie. Ik werd er meteen narrig van: niet iedereen reageert meteen en dat is maar goed ook! Maar hij raakte een snaar binnen zijn hogeschool, daarbuiten en ook bij mij. Toch kijk ik er een slag anders naar.

Belichaming van de Franse republiek

De politieke moord op de leraar Samuel Paty gaat de hele Franse natie aan. Niet alleen omdat die moord wreed en schokkend is, maar omdat de publieke en politieke ruimte in Frankrijk dat verlangt. Toen in Frankrijk in de 19e eeuw de scheiding tussen staat en kerk werd doorgevoerd zijn de Katholieke kerk en elke vorm van levensbeschouwing radicaal uit de publieke en politieke ruimte weggesneden. Daar bestond voortaan alleen de Staat, die daardoor zelf een sacraal karakter kreeg.

Staatsburgerschap is in Frankrijk niet alleen een juridische kwestie, maar een identiteit, een ideaal en een verplichting. De school is er – anders dan bij ons – onderdeel van de staat en belast met de vorming van staatsburgerschap. Docenten zijn niet alleen opvoeders, maar ook dienaren. Daarom begrijpen we dat president Macron de docent “de belichaming van de republiek” noemt, dat de Economist het over de “voetsoldaat” heeft en dat een Nederlandse politieke partij tweette dat Paty “de hoogste prijs betaald heeft”. Militante woorden die verwijzen naar opoffering en strijd. Het slachtoffer is een held en de held is een symbool. Een duidelijke, confronterende boodschap.

Ruimte voor andersdenkenden

In ons land is in de 19e eeuw een andere weg gekozen. De staat regelde het noodzakelijke, maar liet waar het kon ruimte aan het particulier initiatief, het ondernemerschap en het maatschappelijk middenveld. Democratie werd vaak opgevat als ‘het beschermen van het belang van de minderheid’. De vrijheid van onderwijs is daarvan een uitdrukking.

Op mijn Rooms-Katholieke jongensschool leerde ik dat de wrede geuzen onze martelaren bij Gorkum hadden vermoord, maar mijn vrouw leerde op haar school met de Bijbel dat de vrijheidsstrijders van de prins ons van de Roomsen hadden verlost. Wij twijfelden niet aan ons gelijk, maar het werd geaccepteerd dat er andersdenkenden waren. Verschillende levensbeschouwingen konden naast elkaar bestaan en tot uitdrukking worden gebracht in een en dezelfde publieke en politieke ruimte.

Dat maatschappelijk weefsel is gescheurd. Het naast elkaar samenleven gaat ons minder goed af dan onze ouders of grootouders. De samenleving is veranderd. We worden niet alleen geconfronteerd met het bestaan van andersdenkenden, maar ook met de directe gevolgen van dat ‘anders zijn’ in ons eigen leven. Een “niemand kwetsen is geen optie in een open samenleving” schrijft Jean Marie Guéhenno in het NRC. Wat moeten we kiezen? Confronteren of ontgaan?

Leraren als bewakers van de wet?

In reactie op de blog van Bormans worden in dat dilemma vaak ‘de grenzen van de wet’ aangehaald. Alles mag gezegd worden – zeker in de klas – maar ‘binnen de grenzen van de wet’. Mijn indruk is dat met die grenzen van de wet vooral de strafwet wordt bedoeld: Het deel van onze wetgeving waarin is vastgelegd wat er niet mag en welke sancties erop staan als je het toch doet. Strafrecht dat is ingegeven door de noodzaak de één tegen de ander te beschermen.

Ik vind dat een heel goed uitgangspunt: wat niet mag, dat doen we niet, en zeker niet in de klas! Daarmee is de grens bepaald. We hebben dan sterke grenswachters nodig om die te bewaken. Die zijn er gelukkig ook: De wet zelf, de onafhankelijke rechtspraak, het openbaar ministerie en de nationale politie, door de kroon benoemde burgemeesters die de openbare orde en veiligheid bewaken, ambtelijke organisaties die – wat er ook gezegd wordt – internationaal hoog scoren op integriteit en deskundigheid. Bormans lijkt daar de leraren aan toe te willen voegen, dat lijkt me onverstandig. Er komt dan weer een verwachting bij waaraan leraren moeten beantwoorden. En is het wel echt mogelijk en nodig?

Maar misschien begrijp ik het onvoldoende. Bormans zelf spreekt met name over de grondwet en daarmee komen we op een ander terrein. De grondwet schept rechten, soms eenduidig, soms meer ambigu, soms consistent maar soms ook tegenstrijdig. Het ene recht beteugelt het andere. Onze grondwet is geen recept voor staatsburgerschap maar een grondslag voor een burgerlijke samenleving.

Dat docenten de ruimte moeten voelen om studenten in de betekenis van de grondwet in te leiden is wezenlijk. Daarbij kunnen opvattingen botsen, maar blijven respect en affectie voor de leerling bestaan. Een ongelofelijke opgave trouwens, waarbij de docent – ik zeg dat Bormans na – op de onverholen steun van de bestuurder moet kunnen rekenen. Een opgave die aansluit bij wat de docent is: opvoeder, geen dienaar van de staat.

Sander van den Eijnden : 

Werkte binnen het hoger onderwijs als directeur Internationaal Beleid bij het ministerie van OCW, algemeen directeur van Nuffic, voorzitter van Neth-er, bestuursvoorzitter van de Hogeschool Leiden, vice-voorzitter van de Vereniging Hogescholen en bestuursvoorzitter van de NVAO.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK