Gelijke kansen op de arbeidsmarkt beginnen in het hbo

Nieuws | door Ramon van Doorn
21 oktober 2020 | Het was al bekend dat hbo’ers met een migratieachtergrond meer moeite hebben met het vinden van werk na het afstuderen dan hbo’ers zonder migratieachtergrond. Onderzoek heeft echter aangetoond dat de problemen al op het hbo beginnen.

Eva Klooster van Klooster Onderzoek en Advies, één van de twee onderzoeksbureaus die dit onderzoek uitgevoerd hebben, vertelt over het belang: “We wisten al dat er sprake was van ongelijkheid op de arbeidsmarkt, maar dit is het eerste onderzoek dat gekeken heeft naar wat er speelt tijdens de opleiding waardoor ongelijke kansen op stage en werk mede ontstaan. We vonden veel parelellen met de factoren die bijdragen aan ongelijke studiekansen. Alleen is men op het hbo over het algemeen wel bezig met studiesucces en veel minder met het creëren van gelijke kansen op stage en werk. Tijdens de hbo-opleiding ligt de focus heel erg op eigen verantwoordelijkheid bij het zoeken naar stages en het blijkt dat onzekere studenten die geconfronteerd worden met ongelijke kansen als laatste aan de bel trekken. Terwijl voor gelijke kansen op werk juist begeleiding vanuit de opleiding nodig is.”

Oorzaken van ongelijkheid

De tweede uitvoerder van het onderzoek is het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Zij toonden aan dat het vinden van een passende baan nadat jongeren klaar zijn met studeren afhangt van een aantal factoren. Natuurlijk zijn er de algemene factoren als de economische situatie van het land en de afgeronde studie, maar ook werkervaring tijdens de studie en de psychologische eigenschappen van jongeren spelen een belangrijke rol. Jongeren met een migratieachtergrond hebben blijkbaar minder vaak een goede mix van deze factoren te pakken. De economische situatie van het land valt hierbij af, aangezien die voor jongeren zonder migratieachtergrond hetzelfde is. Dit onderzoek laat zien dat jongeren met migratieachtergrond vaker een studie kiezen waarbij ze een matiger perspectief hebben op de arbeidsmarkt. Daarnaast doen ze ook minder vaak aan hun studie gerelateerde werkervaring op tijdens het studeren. Uiteindelijk kan afwijzing door deze factoren bijdragen aan de laatste factor: ze krijgen minder zelfvertrouwen.

Hoe groot is dan de rol van discriminatie in dit proces? In het onderzoek wordt opgemerkt dat studenten hier weinig harde uitspraken over doen. De geïnterviewde studenten doen uitspraken als “je kan discriminatie niet bewijzen”, of juist “ik zie geen diversiteit bij het bedrijf, dus ik neem aan dat het speelt”. Dit was opvallend, want ze ervaren wel bij bedrijven een hogere gunfactor voor sollicitanten die lijken op de werknemers bij het bedrijf.

Discriminatie is niet altijd even duidelijk

Studenten die geconfronteerd worden met discriminatie, blijken dit ook niet altijd aan te geven op de opleiding. Ze zijn bang dat hun stage hiermee in gevaar gebracht wordt. Een studente die het wel heeft aangegeven, kreeg als advies dat ze haar hoofddoek beter af kon doen bij sollicitaties. De docent bij wie ze het gemeld had, was ervan overtuigd dat dit namelijk de reden was voor haar afwijzingen. Het bleek nog te kloppen ook, want kort daarna werd ze wel aangenomen. Onprettig, maar helaas wel noodzakelijk, zei de studente hierover.

Discriminatie is niet altijd even duidelijk als in dit voorbeeld. Er zijn ook onderliggende psychologische factoren die hieraan bijdragen, maar die in eerste instantie niet als discriminatie gezien zouden worden. In het onderzoek wordt genoemd dat introverte of onzekere studenten meer moeite hebben om een juiste stage te vinden. In gesprek met werkgevers blijkt dat studenten met een migratieachtergrond vaak terughoudender zijn bij sollicitaties dan autochtone studenten. Ook onderwijsprofessionals merken dat studenten met een migratieachtergrond oververtegenwoordigd zijn in de groep studenten die problemen heeft met assertiviteit.

Geïnterviewde studenten geven hiervoor als mogelijke verklaring dat het niet altijd makkelijk is om zelfvertrouwen uit te stralen als je altijd maar hoort dat je geen gelijke kansen krijgt. In het rapport wordt dit ook zichtbaar als twee onderwijsprofessionals met een migratieachtergrond aan het woord komen. Zij hebben meermaals aan hun studenten meegegeven dat discriminatie nu eenmaal bij het leven hoort, en dat ze maar gewoon harder moeten werken.

Waar studenten met een migratieachtergrond ook vaak moeite mee hebben, is de twijfel over hun eigen taalniveau. Dit is ook weer niet iets waar alleen studenten met een migratieachtergrond last van hebben, want studenten die van het mbo komen en studenten met laagopgeleide ouders hebben deze twijfels ook vaak. Toch vermoeden onderwijsprofessionals dat studenten met migratieachtergrond ook in deze groep oververtegenwoordigd zijn.

Gelijke kansen op de arbeidsmarkt

Een deel van de geïnterviewde werkgevers erkent wel het probleem van kansenongelijkheid. Ze merken dat hun eigen sector of zelfs hun eigen organisatie erg homogeen is. Dit wordt ook gezien door studenten, en kan lijden tot minder zelfvertrouwen. “Als je op een website van een bedrijf niemand ziet die op je lijkt, dan is het moeilijker om erop te vertrouwen dat je een gelijke kans krijgt”, zegt één van de studenten hierover.

Toch blijkt het lastig om dit van binnenuit op te lossen. Sommige professionals uit het bedrijfsleven noemen het zelfs onveilig om het over discriminatie te hebben, door collega’s die hier simpelweg niet naar willen luisteren. Een geïnterviewde professional zegt hierover: “Ik krijg soms plaatsvervangende schaamte als ik het erover heb met collega’s. Hoe kun je inclusief zijn als je niet naar iemands achtergrond kijkt, niet weet wie je voor je hebt?”

Ook de hogescholen zelf zouden hier beter mee om kunnen gaan, vertelt Klooster: “Er wordt veel gekeken naar werkgevers voor oplossingen, maar ook in opleiding kan je hier al veel aan doen. In dit onderzoek hebben we eigenlijk onze uitkomsten aan werkgevers voorgelegd. Daar hebben we wel al wat goede lessen uit mee kunnen nemen. Zo is het versturen van stagebrieven een frustrerend proces voor studenten met een migratieachtergrond, maar het hoort erbij, denken ze. Van de werkgevers hoorden we dat er meer open sollicitaties komen vanuit studenten met een migratieachtergrond, wat wel logisch is vanuit hun opzicht. Ze krijgen immers van hun opleiding te horen dat ze dit moeten doen, terwijl werkgevers hier eigenlijk helemaal niet op zitten te wachten. Dit zorgt dan ook weer voor meer frustratie bij de studenten. Dit is maar één van die dingen die onderzoek nu inzichtelijk kan maken.”

Oplossingen voor betere begeleiding vanuit de opleiding

Een docente vertelt dat studenten met een migratieachtergrond vaak een beeld van zichzelf hebben dat ze alles zelf moeten kunnen en geen hulp nodig hebben. En dat terwijl het vragen om hulp juist een belangrijk punt is van zelfstandigheid in het hbo. Uit dit onderzoek blijkt dat studenten vaker om hulp zouden vragen als ze een betere band hebben met hun docenten of andere professionals binnen de opleiding. Daarnaast zijn ze hierdoor ook gemotiveerder, en voelen ze zich meer gewaardeerd. Nog beter zou zijn als hogescholen rolmodellen in zouden zetten. Als onder docenten ook meer diversiteit is, zou dat een positieve impact hebben op de studenten. Nog een idee is om sprekers uit de arbeidsmarkt met een migratieachtergrond uit te nodigen.

De begeleiding van hogescholen is idealiter na deze eerste fase nog niet voorbij. Een betere voorbereiding voor als studenten eenmaal een sollicitatiegesprek hebben zou niet misstaan, zeggen sommige geïnterviewde studenten. De voorbereiding van studenten sluit meestal niet aan op de verwachtingen van werkgevers.

Meteen al een impact

Om discriminatie serieus aan te kunnen pakken, zullen er een aantal dingen moeten veranderen. Het mag niet zo zijn dat studenten die met discriminatie te maken krijgen, het niet willen melden. Als er goede richtlijnen komen voor docenten en andere professionals over hoe ze om moeten gaan met klachten, wordt het voor studenten duidelijk dat de opleiding er serieus mee omgaat. Daarnaast is het wel de bedoeling dat kennis en bewustwording rondom discriminatie in opleidingen ook verbetert.

Willen de opleidingen hier wel aan meewerken? Volgens Klooster wel. “Uit de reacties van zowel  hogescholen als studenten lijkt het erop dat ze ermee aan de slag willen. Ik heb een bericht op LinkedIn geplaatst, en dat bericht is heel veel gedeeld door studenten en docenten, met en zonder migratieachtergrond. Het lijkt mij wel duidelijk dat hier behoefte aan is. Ik hoop dat er ook nog een vervolgonderzoek komt, want het belang is er voor zowel de opleidingen als de arbeidsmarkt. De aanbevelingen zijn nu in ieder geval gedaan, en hopelijk gaan veel hogescholen ermee aan de slag.”

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft laten weten dat ze met het hbo een traject gaan opzetten voor een werkagenda om stagediscriminatie in het hbo te voorkomen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK