Leesbevordering begint ook op de niet-academische pabo

Interview | door Irene Faas
28 oktober 2020 | Het afschaffen van de reguliere pabo is niet de oplossing voor de slechte leesvaardigheid van kinderen. De sleutel ligt in leesplezier, te bereiken door veel voor te lezen in de klassen en kinderen een ruime keuze aan boeken te geven die bij hen past.
Van links naar rechts: Docent Sander Veenema, pabo-student Thomas Otten en Klarina Siebering, leesconsulent bij bibliotheek Assen, allen zijn betrokken bij de Voorleeskaravaan. Beeld: Henri Vos.

De pabo moet academisch. Dit was wat verschillende wetenschappers tegen de Tweede Kamer zeiden, toen bleek dat de leesvaardigheid van Nederlandse jongeren dramatisch slecht is.  Uit OESO-onderzoek kwam naar voren dat 24% van de 15-jarigen in Nederland functioneel analfabeet is. Sander Veenema, taal- en opleidingsdocent bij de pabo van NHL Stenden in Assen, is het niet met deze wetenschappers eens: “Leerkrachten hoeven echt niet uitsluitend universitair opgeleid te worden. Dat vind ik een ontkenning van de kwaliteit van heel veel niet-academische studenten.”

Anne Schepers, teamleider van de Pabo bij NHL Stenden in Emmen, vindt ook dat er zeker een doelgroep is voor de niet-academische pabo. “Wij hebben studenten met een mbo-achtergrond, studenten uit Duitsland, veel van de havo en een enkele van het vwo. Dat is een interessante mix studenten met verschillende achtergronden. Op onze reguliere pabo zijn deze studenten op hun plek. Zij ontwikkelen zich gezamenlijk, maar op eigen wijze en tempo tot bekwame, innovatieve en wereldwijze leerkrachten.”

Een volledig academische pabo is niet alleen onnodig, het is ook niet realistisch: er is al een groot lerarentekort. Volgens Veenema gaat het bovendien al best goed met het leesonderwijs op de pabo bij NHL Stenden. Ook om lezen verder te bevorderen, wordt er al een hoop ondernomen. Het niveau van de pabo is door de jaren heen flink verhoogd, bijvoorbeeld door de invoering van toegangstoetsen. Het leesniveau van kinderen moet echter wel omhoog.

Voorlezen zorgt voor meer beleving

“Om beter te worden in lezen, moet je gewoon veel leeskilometers maken,” zegt Veenema. Een overzicht naar onderzoek op dit gebied wordt gegeven op https://issuu.com/stichtinglezen/docs/meer_lezen_beter_in_taal_basisonderwijs_2017. Veel lezen is dus belangrijk. Een essentieel onderdeel daarvan is voorlezen, iets wat volgens Veenema nog veel vaker moet gebeuren op de basisschool. “Dat is een doorn in mijn oog. In sommige klassen wordt nooit voorgelezen, terwijl ik dat echt een grondrecht voor kinderen vind. Ook in groep 8 moet de leerkracht voorlezen.” Effecten van voorlezen op de taalontwikkeling worden gegeven op https://issuu.com/stichtinglezen/docs/meer_voorlezen_beter_in_taal_vve_2017.

Kinderen kunnen als ze worden voorgelezen moeilijkere boeken aan dan wanneer ze zelf lezen. De voorkeur van kinderen voor bepaalde verhalen loopt vaak vooruit op het leesniveau. “Je moet eerst leren lezen”, zegt Veenema. “Daarbij hebben je hersenen zoveel energie nodig om de letters te verklanken, dat de beleving achter blijft. Je hebt dan nog niet zoveel hersencapaciteit dat je de tekst ook kunt omzetten naar een mooi verhaal.”

Geen verplichte boekenlijsten, maar zelf kiezen

Het is vooral belangrijk dat kinderen plezier hebben in lezen, want ze moeten het uit zichzelf gaan doen. Voorlezen helpt daarbij, maar ook het in contact komen met de juiste boeken is belangrijk. “Leerkrachten moeten straks hun kinderen laten lezen. Het belangrijkste is dat een kind een goede keuze maakt, want voor ieder kind is er wel een mooi boek,” zegt Veenema.

Leerkrachten moeten dus goed weten welke boeken er zijn, zodat ze de kinderen kunnen helpen kiezen. Vanaf het eerste jaar komen studenten al veel in aanraking met jeugdliteratuur. Per jaar leest elke pabostudent bij NHL Stenden in ieder geval 30 boeken. Dit zijn vooral recente of prijswinnende kinderboeken. Daarnaast staat er elk semester een ander thema centraal, zoals gedichten of leesproblematiek. “Onze studenten lezen een breed repertoire aan boeken en hebben een flinke bagage als het gaat om kennis over jeugdliteratuur,” zegt Schepers.

“Leesbevordering heeft een belangrijke plek in ons pabo-curriculum. Studenten nemen vervolgens de kennis én het enthousiasme van de pabo mee naar de klas,” zegt Schepers. “Daarnaast is autonomie heel belangrijk, dus geen verplichte boeken. Het is belangrijk dat kinderen boeken lezen die ze leuk vinden. Daarvoor moeten ze zelf keuzes kunnen maken. Een leerkracht kan daarbij op allerlei manieren faciliteren.”

“Het helpt als kinderen met elkaar kunnen praten over lezen, boeken en verhalen”, zegt Schepers. Dat kan in de oriënterende fase: Hoe ziet het boek eruit en waar zal het over gaan? Ook tijdens en na het lezen van een boek kunnen kinderen erover praten. Op allerlei manieren kan in een klas worden stilgestaan bij leesbeleving. Ook hier speelt voorlezen een belangrijke rol: “Als kinderen zelf een boek kiezen, is het vaak hetzelfde type boek. Door te variëren in voorleesboeken, zorgt een leerkracht ervoor dat leerlingen in aanraking komen met uiteenlopende genres, schrijfwijzen, auteurs en illustrators.”

Een alternatief voor begrijpend lezen

Een andere veel gehoorde oplossing om de leesvaardigheid te verbeteren is het vak begrijpend lezen. Naar aanleiding van het OESO-onderzoek boorde Arjan Lubach dit concept diep de grond in tijdens zijn tv-programma Zondag met Lubach. En niet onterecht, vindt Veenema. “Ik ben helemaal niet voor al dat begrijpend lezen, waarbij de focus ligt op strategieën aanleren. En dat terwijl het meestal meerdere keren per week op het lesrooster staat.”

Volgens Veenema moet de aandacht vooral liggen bij de inhoud van teksten. Tijdens begrijpend lezen ligt de focus vaak juist in de vorm. “We moeten in onderwijs niet voortdurend alle onderdelen van taal geisoleerd aanbieden, maar werken met rijke teksten. Vaak is het veel zinvoller om boeken voor te lezen dan zoveel tijd aan begrijpend lezen te besteden. Dat heeft veel meer nut.”

Schepers plaatst hier meer nuance bij. “Begrijpend lezen is ontzettend belangrijk”, zegt zij. “Het is een vaardigheid die we allemaal moeten ontwikkelen om te kunnen functioneren op school en in de maatschappij. Het is belangrijk dat kinderen niet alleen maar boeken lezen, maar bijvoorbeeld ook brieven, artikelen en posts op social media kunnen begrijpen en doorgronden.”

“”Leerkrachten zijn onze leesambassadeurs in de klas: Voorlezen doet nalezen.””

Anne Schepers

“Gelukkig kennen we legio voorbeelden van motiverende manieren om te oefenen met begrijpend lezen. Veel leerkrachten gebruiken actuele teksten, die aansluiten bij de belevingswereld of lesstof. Dat helpt.” Als voorbeeld noemt Schepers de aanpak close reading: “Kinderen doorgronden in verschillende fases een zorgvuldig geselecteerde zakelijke tekst, waarbij ruimte is voor samenwerking en het hardop denkend voordoen door de leerkracht. Hierdoor ligt minder de focus op het stellen van steeds dezelfde strategievragen en is de les minder voorspelbaar. Leerkrachten, lerarenopleiders, onderzoekers, studenten en leerlingen zijn actief op zoek naar hoe het beste aandacht besteed kan worden aan begrijpend lezen in het onderwijs.”

Verplicht een leescoördinator op elke school

Naast de reguliere vakken op de pabo, krijgt het leesonderwijs ook extra aandacht door middel van projecten. Zo hebben studenten vorig jaar in samenwerking met de bibliotheek en scholengroep Viviani een Roald Dahl-voorleesdag georganiseerd. In november organiseert een groep studenten een cursus over leesbevordering voor docenten van diezelfde scholengroep. Ze worden daarbij ondersteund en geïnspireerd door pabodocenten en kinderboekenschrijver Edward van de Vendel.

Een ander project, wat plaatsvindt in Assen, is de voorleeskaravaan. Studenten van de pabo gaan daarbij elke week naar een gezin met een migratieachtergrond of andere moedertaal, om daar aan de kinderen voor te lezen. Dit stimuleert de ontwikkeling van hun taalniveau. “De taal in boeken is vaak een andere taal dan de omgangstaal”, zegt Veenema. “Die is veel rijker en daar heb je een grotere woordenschat voor nodig.”

Ook geeft Veenema de cursus Open boek, waarbij studenten een certificaat kunnen halen om leescoördinator te worden. De leescoördinator is de spil als het gaat om leesonderwijs op een school. De belangrijkste taak is het maken van beleid omtrent het lezen en het uitvoeren daarvan. Tijdens de cursus leren studenten om meer aandacht te geven aan het kiezen van boeken en het belang van praten over de leeservaring.

Volgens Veenema is er nog een hoop winst te halen op het gebied van leescoördinatoren. “Een leescoördinator is niet op iedere school aanwezig. En als die al aanwezig is, is die lang niet altijd geschoold voor die taak. Dat zou wat mij betreft verplicht moeten zijn op de basisschool.”

Een grote uitdaging voor pabo’s

Leesplezier en de juiste keuze van boeken zijn dus verreweg de belangrijkste onderdelen van goed leesonderwijs. “Wat voor onze pabostudenten erg goed werkt is het praten over boeken en het delen van ervaringen”, zegt Schepers. “Want echt niet iedere pabostudent heeft zelf veel gelezen vroeger en vindt lezen heel erg leuk. Daar ligt voor pabo’s wel een hele grote uitdaging.”

Al vanaf het eerste jaar worden daarvoor verschillende middelen ingezet. Naast het vele lezen, organiseert de pabo ook leesuurtjes en boekenkringen. Dit kunnen de studenten ook inzetten in hun stageklas. Daarnaast organiseren de studenten creatieve evenementen met betrekking tot jeugdliteratuur. Ook voor grotere evenementen zoals de kinderboekenweek en de voorleesdagen is veel aandacht.

“We proberen op allerlei mogelijke manieren onze pabostudenten aan het lezen te krijgen en ze het ook leuk te laten vinden,” zegt Schepers. “En dat is wel echt heel belangrijk voor iedere pabostudent in Nederland. Het zijn toch onze leesambassadeurs in de klas: Voorlezen doet nalezen. Daar ligt een belangrijke taak voor ons als pabo’s.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK