Alleen beginnende academici kunnen de universiteit weer vriendelijk maken. Maar hoe?

Analyse | door Eva Baaren
16 november 2020 | Treed niet in de voetsporen van succesvolle academici, zegt wetenschapsonderzoeker Gemma Derrick. Ze zijn succesvol in een systeem dat de wetenschappelijke onderzoekscultuur onvriendelijk maakt.
Een variatie op Edme Mariotte’s ‘wieg van Newton’

Derrick, docent en metawetenschapper aan Lancaster University, maakt haar punt in een webinar van FEM, het netwerk voor vrouwelijke medewerkers van de Universiteit Maastricht. Aan de hand van de resultaten van een internationaal uitgezette vragenlijst laat ze zien dat de academie een plek is geworden waar negatieve connotaties als ‘drukte’, ‘competitie’ en ‘onzekerheid’ het werkplezier beïnvloeden. Met name het competitieve element zorgt ervoor dat veel goede academici nauwelijks een kans krijgen.  

Vooral beginnende onderzoekers, vrouwen, zwarte mensen, mensen van Aziatische afkomst, etnische minderheden, mensen met een zorgtaak, mensen uit niet-westerse landen en wetenschappers in kleine onderzoeksgebieden ervaren kansenongelijkheid, vertelt Derrick. Zo blijkt bijvoorbeeld dat het aantal vrouwelijke auteurs van zowel publicaties als preregistraties in de medische wetenschap sinds het begin van coronacrisis lager ligt dan daarvoor. Vergeleken met mannen hebben vrouwen nog steeds veel vaker een zorgtaak. 

Een minder grote flapdrol 

De oorzaak van de verharding ligt volgens de meta-onderzoeker in het systeem van wedijver, fondsaanvragen en de publicatiedruk waarnaar universiteiten zich voegen. Er wordt meer onderzoek afgewezen dan gehonoreerd, en dat gebeurt niet altijd zachtzinnig. Om dat te veranderen moeten beginnende academici niet wachten tot hoogleraren en beleidsmakers dat systeem aanpakken: “Zij die het functioneren van jonge onderzoekers beoordelen, hebben hun succes reeds aan het bestaande systeem te danken. 

Maar wat dan wel? Derrick pakt opnieuw de statistieken erbij: onderzoekers wiens werk vaker is afgewezen blijken op de lange termijn beter werk af te leveren dan onderzoekers die vaker toezeggingen kregen. Niet opgeven dus, benadrukt ze. Ook pleit ze ervoor om tegengas te bieden aan succesverhalen, bijvoorbeeld van mensen die zeggen dat een pandemie een uitgelezen kans is om productief te zijn. Dat Isaac Newton de ene na de andere ontdekking deed tijdens een lockdown is een mythe”, zegt Derrick. Het onderzoek had hij al lang gedaan, hij hoefde het alleen nog bij elkaar te vegen.” 

Ook noemt de onderzoeker peer reviewszorg ervoor dat beoordelaars je bemoedigende feedback geven. Dus niet je voorstel of artikel is afgewezen, maar wel zus en zo kan beter, en we moedigen je van harte aan het binnenkort nog eens te proberen’. De weg daarnaartoe is om erover te praten met collega’s die reviews geven, bepleit ze. “Daarmee zorgen we er ook voor dat die persoon een minder grote flapdrol wordt. 

Ook top-down

Christina Peristeridou, voorzitter van het FEM-netwerk, vertaalt Derricks verhaal op verzoek van ScienceGuide naar de Nederlandse situatie. “We hebben Gemma gevraagd te spreken omdat we ook hier zagen dat COVID voor mensen met een zorgtaak veel vertraging en stress veroorzaakt. Daarnaast is het zo dat we overal, in Maastricht, de rest van Nederland en heel Europa, worstelen met een bredere versie van wat Gemma onvriendelijk noemt: universiteitsmedewerkers worden beoordeeld op hun CV en het binnenhalen van fondsen, maar naar andere activiteiten en hun persoonlijke verhaal wordt nauwelijks gekeken. Veel onderzoekers, maar zeker ook docenten en administratief personeel, stoppen hun ziel en zaligheid in wat ze doen. Wanneer dat niet wordt erkend, is dat ontzettend demoraliserend. 

Peristeridou is het ten dele eens met Derrick’s pleidooi om de bal neer te leggen bij medewerkers die, relatief gezien, verder onderaan de succesladder staan. “Dat juist deze groep verandering teweeg kan brengen is waar, maar wachten op een natuurlijke verandering via een nieuwe generatie duurt te lang.” Volgens de universitair docent strafrecht moet er ook top-down worden ingegrepen. Daarvan zijn her en der al voorbeelden te vinden. De NWO vraagt bijvoorbeeld naar je persoonlijke verhaal in de voorrondes van een aanvraag, en niet meer alleen naar je CV. Ook is Rianne Letschert, onze rector, bezig te onderzoeken hoe je een loopbaantraject breder kunt vormgeven.  

Een criticus wordt nooit aardig gevonden

Rosanne Anholt, voorzitter van het Promovendinetwerk Nederland, twijfelt op haar beurt over de vrijheid die onderzoekers onderaan de hiërarchische ladder hebben om kritisch te zijn. “Het lastige is dat een persoon die problemen in het bestaande systeem aan de kaakt stelt, nooit aardig wordt gevonden. Je vergroot je kansen op een permanente positie als je gewoon lekker meedoet.Wel snap ze de logica van Derrick en herkent ze de problematiek.Postdocs en UD’s hebben nog veel meer te maken met beursaanvragen dan promovendi, maar ook van promovendi wordt steeds vaker verlangd dat ze in internationale tijdschriften publiceren, goed kunnen lesgeven, kennis valoriseren en managementtaken kunnen doenBovendien worden ze meegesleurd in de stress en werkdruk van senior collega’s omdat ze ook zien: dit is waar we naartoe werken. 

Volgens Anholt is kritiek van onderaf beter mogelijk als het in groepsverband gebeurt. Zo zouden de vertegenwoordigers van het Promovendinetwerk vaker met postdocs en UD’s kunnen aanschuiven bij universitaire en nationale discussies over het anders erkennen en waarderen van personeel. Maar medezeggenschap kost tijd, en dat is iets wat ook promovendi door de hoge werkdruk nauwelijks hebben.”  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK