Weerstand van de KNAW tegen afbouw dierproeven is zonde van de tijd

Nieuws | door Frans van Heest
11 november 2020 | In de Kamer is er ongeduld met het afbouwen van dierproeven voor wetenschappelijk onderzoek. De Kamer ziet dat de KNAW een tegenbeweging is gestart om dierproeven te behouden en dat helpt niet, zegt men bezorgd.
Screenshot van Youtube van het Biomedical Primate Research Centre (BPRC), het grootste primatenonderzoekscentrum in Europa.

Deze week hebben ministers Van Engelshoven en Schouten een overleg met de Kamer over het afbouwen van dierproeven voor wetenschappelijk onderzoek. Ieder jaar worden in Nederland bijna een half miljoen proefdieren gebruikt, veelal voor medisch onderzoek. De Kamer heeft in aanloop naar dit debat NCad uitgenodigd. Die organisatie is ingesteld voor de bescherming van dieren die worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. NCad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan minister Schouten van LNV.

Triomfantelijk vaststellen dat proefdieren nodig zijn

Henk Smid, de voorzitter van NCad, legde de Kamer uit dat de discussie over dierproeven heel actueel is, nu er volop vaccins en medicijnen worden ontwikkeld om de Covid-pandemie te bestrijden. Volgens Tjeerd de Groot, Kamerlid voor D66, zijn er juist nu ook veel vooraanstaande Nederlandse wetenschappers die recent in een wetenschappelijk paper in de woorden van De Groot bijna ‘triomfantelijk’ vaststellen dat deze pandemie het belang van dierproeven aantoont.

Henk Smid heeft wel begrip voor dat standpunt van de wetenschappers, maar dit ontslaat hun niet om verandering tegen te werken. “Met zo’n ramp als COVID-19 is het heel begrijpelijk dat wetenschappers aangeven dat de discussie over transitie met dierproeven nodig is. Wij begrijpen dat dat geluid geventileerd wordt. Tegelijkertijd zeggen wij ook: dit is wel de tijd om ook kritisch te kijken naar modellen die in ontwikkeling zijn om dierproeven te verminderen of helemaal te vervangen. Dat zou de komende tijd juist extra gestimuleerd moeten worden.”

We moeten wetenschap de tijd gunnen

Het NCad, dat in 2014 is opgericht, heeft in 2016 het eerste advies uitgebracht waarin stond dat Nederland in 2025 wereldleider moet zijn in proefdiervrije innovatie. Maar daarmee is niet gezegd dat het een zaak is van de korte adem. “Dit is niet een ontwikkeling die slechts één kabinetsperiode duurt. Wil je zo’n belangrijke ontwikkeling tot stand brengen, dan moet je echt uitgaan van meerdere kabinetsperiode’s. We moeten de wetenschap ook de tijd gunnen. Door sommigen zijn in het verleden wat te grote verwachtingen gewekt dat het allemaal op zeer korte termijn gerealiseerd zou zijn.”

Smid, die zelf oud-directeur is van ZonMW, de financier van zorgonderzoek, legde uit dat het aanpassingsvermogen per wetenschappelijke discipline kan verschillen. “Ook niet op alle gebieden van de wetenschap zal het even snel verlopen. Met name op het terrein van het fundamentele onderzoek hebben we ook de nodige geluiden gehoord dat die transitie voor hen nog iets te ver weg is.” Maar volgens NCad moet er ook in deze disciplines gewerkt worden aan streefbeelden voor de toekomst.

We kunnen dit niet overlaten aan wetenschappers

Het mag niet verbazen dat Frank Wassenberg van de Partij voor de Dieren vindt dat de transitie naar proefdiervrij onderzoek nog niet snel genoeg gaat. “Als je uitzoomt van wat er nu gerealiseerd is, dan zie je dat het aantal dierproeven al jarenlang gestabiliseerd is rond de 500.000 per jaar. We moeten echt stappen zetten om dat structureel en snel naar beneden te brengen. Wat kunnen wij als Kamer doen om dit te versnellen? We kunnen dit niet alleen overlaten aan de wetenschappers.”

“Dit is ook een vraag die ons voortdurend bezighoudt”, zei Smid tegen de Kamerleden. “Wij zouden daarom het advies willen geven: zet de komende tijd zoveel als mogelijk in op positieve acties. Acties die ook door wetenschappers aanvaard, begrepen en ondersteund kunnen worden.”

“Met positieve acties bedoel ik dat je iets nieuws toevoegt, iets nieuws stimuleert en mogelijk maakt. Dat in tegenstelling tot negatieve acties in de zin van zoveel mogelijk belemmeringen opwerpen voor dierproeven zoals extra eisen, prijsmaatregelen, negatieve beeldvorming, enzovoort.”

De wetenschap heeft het al niet zo makkelijk

Volgens de voorzitter van NCad moet de transitie vooral gerealiseerd worden door jonge wetenschappers. “Je moet in ons land zo’n klimaat creëren dat heel veel jonge wetenschappers zich enorm gestimuleerd voelen om onderzoek te doen op het terrein van proefdiervrije innovaties. Dat kan alleen als daar voldoende middelen voor zijn. Haal niet geld weg uit de bestaande wetenschap. Die wetenschap heeft het al niet zo makkelijk, maar voeg juist geld toe voor deze vernieuwing.”

Frank Wassenberg van de Partij voor de Dieren zei dat het aantal dierproeven ook verminderd kan worden als er negatieve uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd worden. “Als wij willen voorkomen dat allerlei onderzoek opnieuw gedaan wordt, is het nodig dat al het onderzoek gedeeld wordt; ook de mislukkingen, en zeker als het onderzoek is dat gefinancierd wordt door de overheid.”

Ook hier was Smid het eens met de Partij voor de Dieren. “Wij denken dat de beweging van Open Science hier aan gaat bijdragen. Open Science behelst ook dat negatieve resultaten van studies gepubliceerd en gedeeld worden. Wij weten ook dat sommige overheidsfinanciers al in de subsidies een verplichting tot publicatie opnemen, zodat er altijd gepubliceerd moet worden.”

De tegenbeweging van de KNAW helpt niet

Tjeerd de Groot van D66 vroeg aan het adviesorgaan van de regering hoe het nu toch komt dat de KNAW niet zo positief is over deze transitie. “Ik merk vanuit de KNAW best wel veel weerstand, vooral vanuit de neuro- en hersenwetenschappen. Ik vind dat zo zonde van hun tijd. Zou het niet zo moeten zijn dat de wetenschappelijke nieuwsgierigheid voorop zou moeten staan? Ik zie vanuit de KNAW vooral een tegenbeweging en dat helpt niet. Ik ben niet tegen dierproeven, maar wel voor betere wetenschap: daar zou toch iedereen voor moeten zijn?”

Deze conservatieve opstelling van de KNAW is volgens de voorzitter van NCad misschien ook wel te danken aan het eigen beleid van het adviesorgaan. “Misschien hebben we door een iets te enthousiaste transitieaanpak een aantal wetenschappers op de kast gejaagd.”

Het NCad heeft daarvan geleerd en daarom wordt tijdens de rondetafel in de Kamer benadrukt dat hier een gezamenlijke opdracht ligt. “Wij moeten dit met alle wetenschappers doen. Wij moeten ook respecteren dat de ene discipline sneller een transitie kan doormaken dan de andere. En het uitfaseren van dierproeven in 2025 is nooit echt zo bedoeld, dat is dan misschien wel verkeerd gevallen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK