Bedreigt ‘erkennen en waarderen’ de internationale loopbaan van wetenschappers?

Nieuws | de redactie
1 december 2020 | Als we op nationaal niveau nieuwe beoordelingscriteria voor wetenschappers doorvoeren, kunnen zij internationaal in de problemen komen. Twee bestuurders uit het erkennen en waarderen-netwerk maken zich zorgen over de internationale mobiliteit en loopbaanmogelijkheden van hun medewerkers.
Beeld: pixabay

Rectoren moeten doorpakken om nieuwe beoordelingscriteria voor divers academisch talent handen en voeten te geven, vindt Rianne Letschert, rector van de Universiteit Maastricht, maar hoe voorkom je dat een wetenschapper uit Nederland straks voor een baan in het buitenland wordt afgewezen vanwege een beroerde h-index? Letschert stelde de vraag in het webinar Recognition and Rewards of University Teaching, georganiseerd door het Nederlands Netwerk Erkennen en Waarderen een het Comeniusnetwerk. 

Met haar zorg was zij tijdens de bijeenkomst niet de enige. Ook Inger Aske, vice-rector van de Deense Aalborg Universitet, vertelt dat ook haar rector bang is dat zijn medewerkers internationaal in de problemen komen, als de universiteit het beoordelingssysteem verandert. “Aan de andere kant, zegt Aske, worden mensen straks beloond voor het werk dat ze nu ook al doen.” Of er dus echt veel verandert weet ze niet zeker. 

Eerder tijdens het webinar hadden de twee bestuurders samen met de Maleisische onderwijsbeleidsadviseur Dato’ Mohd Saleh Jaafar, een reeks korte presentaties gehouden over de voortgang rondom het erkennen en waarderen-vraagstuk in eigen land. In Maleisië heeft het ministerie van onderwijs een raamwerk opgezet waarin zijn vier typen carrièrepaden zijn opgenomen, elk met een eigen zwaartepunt. Hoe deze typen – te weten onderzoekers, docenten, managers en maatschappelijke dienstverleners – inhoudelijk moeten worden beoordeeld is echter nog niet helder. De visies hierop verschillen per universiteit.  

In Denemarken en Nederland ligt het anders: daar zijn de universiteiten al gezamenlijk bezig geweest met gezamenlijke visiesdie moeten leiden tot een werkbaar raamwerk waarbinnen elke instelling zijn beleidskeuzes verder kan vormgeven. Het Deense raamwerk, waarin onder meer aandacht zal zijn voor didactische leertrajecten en teamwerk, verschijnt volgens Aske in al februari. In Nederland zijn we volgens Letschert nog minder ver, maar over blijvende onderlinge verschillen tussen Nederlandse universiteiten is ze minder bezorgd. 

Hier hebben we erkende onderwijskwalificaties en certificaten, en in de benadering van onderzoek is er overal een verschuiving van kwantitatief naar kwalitatief. De fondsen zijn er ook mee bezig. Ook de vice-rector uit Aalborg ziet de onderlinge verschillen tussen Deense universiteiten niet als een heel groot probleem. Ze zijn er wel, maar vaak is het ook een kwestie van terminologie.” 

Echt een ander pad 

In het webinar van vrijdag leidde de zorg rondom internationale aansluiting niet tot oplossingen. Wel popte het thema opnieuw op in het maandag verschenen paper van De Jonge Akademie, waarin aanbevelingen staan over erkennen en waarderen. In het paper schrijven de auteurs: Sommige onderzoekers zien mogelijke risico’s, bijvoorbeeld als het gaat om competitief zijn op internationaal niveau.” Volgens de auteurs zou je ook kunnen zeggen dat een minder grote nadruk op snelle wetenschap zorgt voor meer vrijheid om originele onderzoekslijnen op te zettenen daarmee uiteindelijk juist competitief te zijn. 

Voor de stagnatie van internationale carrières ligt de oplossing juist in het doorvoeren van trajecten voor verschillende typen academisch talent, vertelt co-auteur Hanneke Hulst tegen ScienceGuide. “Stel, je bent onderzoeker met internationale ambities, dan kan je juist meer gewicht laten hangen aan je publicaties, en bijvoorbeeld ook aan die ene publicatie in Science of in Nature. En van de wetenschapper die vooral les wil geven, is het de vraag of die internationaal zichtbaar moet zijn. Je krijgt dan gewoon echt een ander pad.”  

Hulst voegt eraan toe dat zo’n ander pad overigens nog best internationale mogelijkheden kan hebben. “Geert Schenk, mijn collega en één van de geïnterviewden, gaat nog steeds naar Amerika om uit te leggen hoe je in de snijzaal menselijk weefsel beter goed kunt houden. Het internationale onderzoek wordt langzaam maar zeker een vorm van ‘onderzoek naar onderwijs’.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK