“Doelstellingen zijn goed, maar het komt neer op actie en meetbaarheid”

Nieuws | door Ramon van Doorn
1 december 2020 | “Het probleem van alfa- en gammawetenschappen is dat de cruciale kennis van deze hoek niet leidt tot tastbare of meetbare producten of diensten”, aldus Mirjam van Praag. Hoe kunnen universiteiten dan toch de maatschappelijke impact van onderzoek in deze wetenschappen meten?
Foto: Erasmus Universiteit

Het meten van de maatschappelijke impact van alfa- en gammawetenschappen is nog wel eens lastig. Op een online congres van ScienceWorks bespraken experts van allerlei verschillende instanties hun ervaringen op dit gebied.

Rutger Engels, Rector Magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), verwelkomt iedereen op het congres. “Ik ben heel blij dat we dit congres hebben. Wat bijzonder is aan de EUR, is dat we beïnvloed worden door de postindustriële stad Rotterdam. De geschiedenis van Rotterdam heeft een sterke impact op de maatschappelijke uitdagingen die de stad nu heeft. Denk bijvoorbeeld aan de energietransitie in de haven, maar ook aan de grote uitdagingen in Rotterdam-Zuid, met zaken als sociale ongelijkheden, gezondheidsverschillen en armoedebestrijding.”

De EUR heeft er in zijn nieuwe missie voor gekozen om heel duidelijk stil te staan bij de maatschappelijke impact die hun onderzoek en onderwijs heeft. “Wij willen onderzoek doen met de mensen van Rotterdam, en we willen daarbij blijven. We willen niet dat we een onderzoek doen, het publiceren en dan weer weggaan. Wij willen die maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen voor de dilemma’s die er zijn en problemen oplossen.”

“Je kan heel makkelijk zeggen dat je impactgedreven bent en dat je maatschappelijke impact belangrijk vindt, maar om dat te realiseren in een universiteit waar de focus op onderzoek traditie is, dat vraagt een aanpak waar je op alle lagen in moet zetten. Dat loopt van de branding van de universiteit tot en met het stimuleren van interdisciplinaire onderzoeken en open science.” Daarnaast benadrukt Engels de rol van Human Resource Management in dit proces. “Het erkennen en waarderen van wetenschappers speelt een grote rol, omdat je impact daar echt in het carrièreperspectief kan zetten van wetenschappers.”

De regio kan niet zonder wetenschap

Vincent Roozen, gemeentesecretaris van Rotterdam reflecteert vanaf de andere kant op de samenwerking. “Ik ben trots op de stad en op de Erasmus Universiteit, omdat ze structureel met elkaar verbonden zijn. Die verbinding was er 30 of 20 jaar geleden nog niet, maar ik denk dat we nu echt een maximale samenwerking hebben.”

Roozen ziet dat de stad aan het veranderen is. “We staan bekend als een stad waar we zonder al te veel nadenken met opgestroopte mouwen aan de slag gaan, maar aan de slag gaan zonder nadenken kan in deze tijd niet meer. We zullen verdieping op moeten zoeken en beter voorbereid de toekomst tegemoet gaan.” Tegelijk is ook de EUR anders gaan kijken naar de stad. “De universiteit, die lang gewoon toevallig Rotterdam als vestigingsplaats leek te hebben, heeft een open houding richting de stad gekregen. Het is anders, en dat is nodig, want Rotterdam kan het niet zonder de wetenschap.”

“In de politiek moet er steeds sneller geacteerd worden, sneller een standpunt bepaald worden, en het enige waar ik als adviseur van de gemeente op terug kan vallen is kennis, kunde, verdieping en weten waar we het over hebben om het zodoende goed op te dienen voor politieke besluitvorming. En de Erasmus Universiteit kwam erachter dat de grootste testplaats voor hun onderzoek aan hun voeten lag: de stad.”

Impact zowel intern als extern belangrijk

Arwin van Buuren, hoogleraar Bestuurskunde aan de EUR, gaat hier verder op in. “De vraag of onze kennis daadwerkelijk betekenis heeft en bijdraagt aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken is in feite ook een soort maatschappelijke validatie van die kennis.” Hier zijn ze op de EUR dan ook druk mee bezig. “Eén van onze projecten richt zich op het onderwijs. Hoe kunnen we studenten aan het werk zetten met maatschappelijke vraagstukken? Daar vragen ze zelf om, maar onze partners ook. Docenten die je hierover spreekt zijn ook laaiend enthousiast.”

Maar wanneer weet je nu of je onderzoek impact heeft? “Ik werk ook aan een project waarin we impact meetbaar en zichtbaar willen maken. Het is belangrijk om impact ook te kunnen laten zien aan anderen en te kunnen onderbouwen. Als wetenschapper wil je natuurlijk weten wat je onderzoek bijdraagt aan de maatschappij, en waarom.”

Maar die impact is niet alleen buiten de universiteit van waarde. “Ook intern in organisaties is dit belangrijk, voor erkenning en waardering, maar ook om goed leiding te geven. Daarnaast speelt de omgang van universiteiten met hun omgeving een grote rol. Het is belangrijk om vanaf het begin van het onderzoek of onderwijs in contact te staan met de omgeving, zodat resultaten daadwerkelijk gaan doorwerken.”

Tijd voor wetenschap en het bedrijfsleven om op te staan

Oud Minister-President Jan Peter Balkenende, die nu Hoogleraar Governance, Institutions and Internationalisation is bij de EUR, benadrukt het groeiende belang van impact in de wetenschap. “Er is onvrede, er is verandering nodig. Ik heb het gevoel dat de introductie van de Sustainable Development Goals (SDGs’) van de Verenigde Naties zo’n radicale verandering is. Een geweldige set doelstellingen die invloed hebben op de kwaliteit van leven van iedereen ter wereld. De vraag is nu alleen: zijn we op schema? De doelstellingen zijn goed, maar het komt nu neer op actie en meetbaarheid.”

“Tegenwoordig gaat het bij bedrijven steeds meer om het generen van economische en maatschappelijke waarde. Maar wat zijn daar de criteria voor? Want een bedrijf kan zeggen dat het een duurzame onderneming wil zijn, maar wat bedoel je dan precies? Hoe realiseert het CO2-reductie? Hoe gaat het om met energieverbruik of met mensenrechten? Hoe gaat het om met maatschappelijke vraagstukken? Het gaat om een verbreding van je doelstellingen en eerlijk zijn over wat er gebeurt. Dat geldt voor bedrijven, maar dat geldt ook voor wetenschap, overheid en onderwijs.”

“Dat brengt me bij de rol van de wetenschap en het wetenschappelijk onderwijs. Voor mij staat het vast dat de wetenschap moet bijdragen aan verandering.” Verschillende wetenschappers hebben boeken geschreven over het anders bekijken van bepaalde economische begrippen, en Balkenende ziet dat dit meteen verschil maakt. “Ik merk dat er dingen in beweging zijn gekomen. Het CBS heeft bijvoorbeeld nieuwe inzichten en ideeën over hoe ze SDG’s het beste kunnen meten.”

“Het valt mij op dat er enorme samenhang bestaat tussen verschillende dingen. Het klimaatvraagstuk, het energievraagstuk, migratie, ongelijkheid, onvrede. Al deze vraagstukken hangen met elkaar samen. Dat betekent dat er ook samenhang tussen universiteiten, overheid, bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers moet zijn. Als we de SDG’s willen realiseren, hebben we iedereen nodig. Hier zijn drie dingen heel belangrijk voor: zelfreflectie, dialoog met stakeholders, en meetbaarheid. Je kan de mooiste intenties hebben, de mooiste plannen, maar waar het uiteindelijk om draait is wat je ermee bereikt.”

Niet alleen bètawetenschappen hebben impact

Het congres richt zich vooral op alfa- en gammawetenschappen, waarvan impact soms minder serieus genomen wordt dan de impact van bètawetenschappen. Mirjam van Praag, Voorzitter van het College van Bestuur van de Vrije Universiteit van Amsterdam, legt uit hoe ze met deze uitdaging omgaat. “Wat is de rol van het alfa- en gammadomein in het genereren van impact? Het probleem van deze wetenschappen is dat de cruciale kennis van deze hoek niet leidt tot tastbare of meetbare producten of diensten.”

“In een situatie als de huidige coronacrisis is het duidelijk dat bètawetenschappen van direct belang zijn. Inmiddels is voor iedereen echter duidelijk dat dit ook een gedragscrisis is. Ons gedrag bepaalt hoe het virus zich verspreidt. Daarnaast zijn ook ethische en juridische vraagstukken van belang. Economen hebben ook een grote rol, door de recessie die gepaard gaat met de crisis.” En dit zijn maar een paar voorbeelden die Van Praag noemde.

“De maatschappelijke vraagstukken waar universiteiten zich mee bezig houden, zijn bijna altijd gebaat bij een multidisciplinaire aanpak. De coronacrisis is natuurlijk hét voorbeeld, maar hetzelfde geldt voor de energietransitie, het stikstofprobleem, obesitas, fake news en democratie, en nog veel meer. Het onderscheid tussen alfa, bèta en gamma vervaagt.” Om het probleem van meetbaarheid te verminderen, heeft de VU een algoritme ontwikkeld die de impact van publicaties ten opzichte van de SDG’s in kaart brengt. Ook de VSNU maakt gebruik van deze ontwikkeling.

Pieter Duisenberg, voorzitter van de VSNU vertelt hier meer over. “De drie hoofdbestanddelen van onze agenda hebben te maken met samenwerking, open en connected, en ruimte voor talent. Als VSNU hebben we een SDG footprint laten maken om dit meetbaar te maken. Je ziet hiermee per universiteit hoeveel impact ze op de SDG’s gehad hebben. Dit is te zien in een aantal dimensies: hoeveel open science er gedaan wordt, wat de impact is op beleid of hoeveel citaties ze krijgen.”

“Erkennen en waarderen wordt ook heel vaak besproken als onderdeel van ons agendapunt ‘ruimte voor talent’. Als we een verandering willen maken moet dat in zowel cultuur als in structuur. We proberen veel meer te focussen op maatschappelijke impact, in plaats van op oude criteria als de h-index.” Op deze manier zouden talentvolle wetenschappers wellicht minder publicatiedruk hebben, en meer tijd overhouden voor onderzoek gericht op de maatschappij.

Kennis is er om gebruikt te worden

Inge Hutter, Decaan van het International Institute of Social Sciences aan de EUR, vat de lessen van het congres samen. “Als je kennis hebt, ben je verplicht dit in te zetten voor het verbeteren van de samenleving. Maar impact is nog steeds een moeilijk begrip, dus ik kijk liever naar wat er vooraf gaat aan impact. De eerste stap is het stellen van de waaromvraag. Waarom doen we aan maatschappelijke impact?”

Verder benoemt ze nog een uitdaging in de zoektocht naar impact. “We zien onszelf niet altijd als stakeholder in ons onderzoek. Alsof we buiten de maatschappij staan. Daarom is het belangrijk om onderzoek te doen met onze partners en andere stakeholders, zodat we onze eigen plek in de maatschappij niet uit het oog verliezen. Kennis wordt niet alleen gecreëerd in kantoortjes op de universiteit. Het komt ook uit de samenleving, en uit samenwerking met mensen uit de samenleving.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK