Duidelijke beroepsidentiteit moet sociaal werkers helpen meer invloed te krijgen

Nieuws | door Ramon van Doorn
4 januari 2021 | Leonie le Sage is eind 2020 benoemd tot lector bij de Hogeschool Rotterdam. Hier gaat ze zich bezighouden met onderzoek naar de professionele identiteit van sociaal werkers.
Sociaal werkers zijn verbonden met allerlei verschillende groepen mensen

Leonie le Sage was, voordat ze lector werd, hoofddocent bij het Instituut Sociale Opleidingen van de Hogeschool Rotterdam. Dit was een  andere functie dan die van lector. “Als hoofddocent zat ik midden in de opleiding. Zo was ik coördinator van het afstudeerprogramma en was ik bezig met professionalisering van docenten, en met onderwijsontwikkeling. En als lector zit ik voornamelijk bij het kenniscentrum. Ik ben meer gericht op hoe ik onderzoek kan doen naar een bepaald thema. Als lector ben ik zeker nog betrokken bij de opleiding, bijvoorbeeld bij de doorontwikkeling van het opleidingsprofiel Social Work. Ook omdat dit goed aansluit bij de inhoud van mijn lectoraat.”

Daarnaast is de functie van lector meer gespecialiseerd. “Als hoofddocent was mijn werk gericht op heel de opleiding, en als lector heb ik meer een eigen inhoudelijke specialisatie. Die is eigenlijk nog steeds vrij breed, want die beslaat het hele terrein van sociaal werk, maar toch is het één thema waarop ik de deskundige ben. Dus de verhouding van onderwijs tot onderzoek en de expertise die je moet hebben als lector zijn echt wel anders dan als hoofddocent.”

Leonie le Sage

Sociaal werkers zitten overal en nergens

Het lectoraat van Le Sage gaat over de professionele identiteit van sociaal werkers. Een brede term, waar meerdere kanten aan zitten. “Sociaal werk is een hele brede beroepsgroep, en het zit eigenlijk overal en nergens. Veel andere beroepen zijn heel duidelijk vindbaar, ook qua locatie. Of het is duidelijk voor welke waarde zij staan. Bij medische professies is dat bijvoorbeeld ‘gezondheid’.”

Dat is bij sociaal werkers echter anders. “Die zitten bijvoorbeeld bij jeugdhulpverlening in tehuizen voor jongeren, maar komen ook bij gezinnen thuis voor opvoedondersteuning. En jongerenwerkers lopen bijvoorbeeld veel rond bij pleintjes in de wijk. Sociaal werkers zitten ook in tbs-klinieken, of in de ouderenzorg. Ze zitten dus in een heel breed terrein van welzijn en zorg.”

Deze sociaal werkers werken aan het vergroten van participatie, welzijn, sociale cohesie, autonomie, veiligheid, en ga zo maar door. “Verschillende, soms tegengestelde, maatschappelijke waarden. Dat maakt het ook lastig om te zeggen wat de kern is van hun werk.” De groep sociaal werkers heeft dan ook hele diverse opvattingen over wat hun beroepsidentiteit is.

“Er zijn sociaal werkers die, omdat ze bijvoorbeeld geregistreerd jeugdhulpverlener zijn, zich identificeren als jeugdhulpverlener. Zo zijn er ook sociaal werkers die jobcoaches zijn, en die zeggen dat dat hun identiteit is. Dus hun functies en het werkveld waarin ze werkzaam zijn, zijn bepalend voor hoe ze zich profileren. Maar daardoor missen ze een beetje een gezamenlijke beroepsidentiteit. Daar ga ik onderzoek naar doen, en dat is ook een behoefte die uit de praktijk komt.”

Duidelijke identiteit om meer invloed uit te kunnen oefenen

Maar wat is precies de toegevoegde waarde van een gezamenlijke identiteit, als al die functies zo verschillend zijn? “Als beroepsgroep wil je kracht hebben, een gezamenlijke kennisbasis waardoor je kunt leren van elkaar, en je wilt invloed uitoefenen op het publieke debat en de politieke agenda. Dan moet je echter wel een duidelijke en herkenbare beroepsgroep zijn. Naast de opleidingen Social Work zien ook beroepsverenigingen en brancheorganisaties het als een belangrijk punt om de beroepsidentiteit te versterken en een gemeenschappelijk verhaal te hebben.”

Daarnaast zijn ook andere ontwikkelingen zichtbaar. “Er is twee weken terug een landelijke kennis- en onderzoekagenda sociaal werk naar buiten gebracht, en ook daar wordt gesproken over het belang van het hebben van een goede, gedeelde kennisbasis. Daarbij hoort ook een betere samenwerking tussen verschillende sociaal werkers, waarbij ze van elkaar kunnen leren.”

Le Sage gaat zich met haar onderzoek bezighouden met dit soort vraagstukken. “Hoe kunnen we deze beroepsgroep versterken? Hoe kunnen we beter naar voren brengen waar sociaal werkers voor zijn, zodat ze als beroepsgroep beter herkenbaar zijn, hun maatschappelijke waarde duidelijker is, en ze invloed kunnen uitoefenen op maatschappelijke vraagstukken?”

Het begint allemaal bij de opleiding

De verschillende sociale werkers kunnen elkaar op meerdere manieren bereiken, bijvoorbeeld binnen een beroepsvereniging. Een andere belangrijke plek waar zij elkaar ontmoeten is tijdens de opleiding. “We hebben er heel bewust een aantal jaar geleden voor gekozen om de opleiding Social Work te maken. We hadden eerder verschillende sociale opleidingen, zoals Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Pedagogiek, en Cultureel Maatschappelijke Vorming. Dat waren opleidingen die overlap hadden en waarvan werkgevers zeiden dat ze het verschil niet zagen. Op basis daarvan is gezegd dat het beter was om één opleiding Social Work te hebben.”

“Ook vinden we het belangrijk dat we studenten opleiden om niet heel verkokerd naar enkel één onderdeel te kijken, maar in samenwerking met andere professionals naar het geheel te kijken en een integrale aanpak van de problematiek te hanteren. En daarvoor moet je dus van alles wat weten. De opleiding heeft daar een stap in gemaakt, evenals het werkveld, maar in een duidelijk beeld van wat die integraal werkende, generieke sociaal werker is, kan nog een stap gemaakt worden.”

In de regio Rotterdam wordt er al wel veel samengewerkt door het onderwijs en het werkveld, onder andere in leerwerkgemeenschappen. Dit zijn samenwerkingsverbanden met organisaties uit de praktijk. “Bij de Social Work opleiding komen alle studenten door de leerwerkgemeenschappen minstens een jaar in de praktijk terecht. Voor alle lectoraten biedt dat mogelijkheden om met die gemeenschappen samen te werken, want daar zitten praktijk, studenten, docenten en onderzoekers samen.”

Voor Le Sage is er dus een mooie rol weggelegd in het proces. “De taak van lectoraten is om overstijgend te kijken naar een hele bundel of cluster van die leerwerkgemeenschappen en daar, door middel van onderzoek, de leerprocessen op gang te helpen. Daarnaast kijken we natuurlijk ook naar de landelijk gevoerde discussie omtrent de professionele identiteit van sociaal werkers. Daarin werken we ook samen met beroepsverenigingen, landelijke organisaties en het landelijke opleidingsoverleg. Het is dus zowel regionaal als landelijk.”

Sociaal werk kan helpen bij onverwachte problemen

In het onderzoek is daarnaast een belangrijke rol weggelegd voor duurzaamheid, wat misschien niet verwacht wordt bij sociaal werk. Maar volgens Le Sage is het eigenlijk wel logisch. “Internationaal gezien heeft sociaal werk zich gecommitteerd aan een duurzaamheidsagenda, dus daarin willen ze echt een rol gaan spelen.”

“Dat is om twee redenen: we zien dat mensen in achterstandswijken eigenlijk het meest te kampen hebben met de gevolgen van milieuproblematiek. Die wonen langs de snelweg, en die hebben geen groenvoorzieningen of mogelijkheden om hun huis te isoleren. Die groep is het meest kwetsbaar.”

“Tegelijkertijd zien we ook dat allerlei subsidies en regelingen de kwetsbaren niet goed bereiken. Allerlei gratis voorzieningen bereiken juist niet de mensen die het goed kunnen gebruiken. Voor de mensen die er gebruik van maken is het leuk dat het gratis is, maar het is niet essentieel. Ditzelfde geldt ook voor dingen als sport en gezonde voeding.” De integrale aanpak van sociale vraagstukken waar sociaal werk voorstaat, vraagt om een breed zicht op menselijk welzijn, inclusief een duurzame, gezonde grootstedelijke omgeving en leefstijl. Daarbij hoort samenwerking met andere professies die specialist zijn op deelaspecten hiervan.

Met deze problemen in het achterhoofd is de link tussen sociaal werk en duurzaamheid makkelijker te maken. “Het gaat om kwetsbare mensen waarvoor we gedragsverandering en op maat gemaakt beleid willen zien, en daar kunnen sociaal werkers in participeren en een inbreng in hebben. Zij kunnen kwetsbare mensen bereiken en vertegenwoordigen.”

Maar ook hier is het gebrek aan een duidelijke beroepsidentiteit goed zichtbaar. Doordat sociaal werkers een minder heldere identiteit hebben, kunnen ze hun gezamenlijke standpunten in samenwerkingen met andere partijen vaak lastig verdedigen. “Het is moeilijk om je als sociaal werker te profileren, maar het is dus wel heel belangrijk.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK