Het hoger onderwijs geeft meer uit aan personeel

Nieuws | door Michiel Bakker
25 januari 2021 | Hogescholen en universiteiten zijn in 2019 meer geld gaan uitgeven aan personeel, blijkt uit de onlangs gepubliceerde Financiële Staat van het Onderwijs. Daaruit blijkt ook dat de financiële resultaten van de pabo's behoorlijk zijn verslechterd, en dat het hbo rekening moet houden met een forse krimp in de studentenaantallen richting 2030.
Beeld: Wikimedia Commons

De Financiële Staat van het Onderwijs 2019, gepubliceerd door de Inspectie van het Onderwijs, kijkt terug op de financiële resultaten van onderwijsinstellingen in het afgelopen begrotingsjaar. Daarbij wees de Inspectie op het reeds bekende tekort aan leraren in het po en vo. Ook besteedt het rapport veel aandacht aan de ongewenste neiging van bestuurders om grote financiële reserves aan te leggen, terwijl dat geld beter aan het onderwijs besteed kan worden. ScienceGuide licht de resultaten voor het hoger onderwijs eruit, zoals de toegenomen personele lasten en de voorspelling wat betreft studentenaantallen. 

Aantal studenten hbo gaat hard krimpen 

Op 1 oktober 2019 waren stonden er 462.800 studenten ingeschreven bij een hbo-instelling. Dat zijn er 7563 meer dan in 2018, wat neerkomt op een stijging van 1,7 procent. Het aantal hbo-studenten is sinds 2015 met ruim 20.000 toegenomen. De ramingen voor de toekomst bieden echter reden tot zorg. 

De Inspectie van het Onderwijs meldt namelijk dat er in 2030 gemiddeld 1/9 minder studenten bij hogescholen ingeschreven zullen staan. Het aantal hbo-studenten in de periode tot 2030 zal met 50.000 krimpen, waardoor hun aantal zal uitkomen uitkomt rond de 411.000. Procentueel gezien betreft dat een krimp van 11,1 procent ten opzichte van 2019.  

Als klein lichtpuntje staat daartegenover dat er initiatieven zijn om flexibel studeren en deeltijd-studeren te bevorderen. In die categorieën kan dus wel een toename van het aantal studenten worden verwacht. Ook geeft minister Van Engelshoven van OCW, als reactie op het rapport van de Inspectie van het Onderwijs, in een Kamerbrief aan dat er nog veel onzeker is in de voorspelling van het aantal studenten in het hoger onderwijs. Zo geeft ze aan dat het tekort aan stageplekken ervoor zal zorgen dat sommige studenten langer over hun opleiding zullen doen. 

Omdat de instroom van studenten in het hbo dit jaar onder meer gestegen is doordat veel studenten geen tussenjaar nemen, lijkt de stijging in 2019 echter niet meer dan een incident. Ook het feit dat er in de zomer van 2019 meer studenten in het voortgezet onderwijs afgestudeerd zijn, draagt volgens de minister bij aan de hogere instroom op het hbo. 

Stijging aantal studenten wo neemt af 

Het aantal wo-studenten dat op 1 oktober 2019 was ingeschreven bij een door het Rijk bekostigde universiteit was ruim 300.000. Dat aantal behelst zowel bachelor- als masterstudenten. Ten opzichte van 2018 betekent dat een toename van zo’n 7.400 studenten, wat een stijging van 2,5 procent is. Met 5,3 procent was die stijging in 2018 echter nog meer dan dubbel zo groot. 

Wat betreft de studentenaantallen zijn de toekomstverwachting voor het wo wat rooskleuriger dan die voor het hbo. De verwachting van de Inspectie van Onderwijs is namelijk dat het aantal wo-studenten tot 2027 ieder jaar zal toenemen, met alleen al een groei van 9 procent in de periode tot 2023. Pas na 2027 wordt er een afname van het aantal wo-studenten verwacht.  

Vooral bij pabo’s daling in rentabiliteit 

Hoewel het rapport van de Inspectie van het Onderwijs aangeeft dat vrijwel alle hogescholen financieel gezond zijn, noteren de hogescholen een matige gemiddelde rentabiliteit van 0,2 procent. De rentabiliteit, die aangeeft of er sprake is van een positief of negatief financieel resultaat, was in 2018 nog 2,5 procent.  

Vooral de pabo’s hebben sterk aan rentabiliteit verloren. In 2018 was hun gemiddelde rentabiliteit nog 0,45 procent, wat betekende dat ze samen een kleine half miljoen euro overhielden. In 2019 betrof de rentabiliteit van de pabo’s echter minus 3,02 procent, en kwamen ze 3,1 miljoen euro tekort.  

Ook bij de algemene en groene hogescholen, die het rapport als één groep beschouwt, was er vaker dan in 2018 sprake van een negatieve rentabiliteit. Betrof het toen drie hogescholen, in 2019 waren dat er zeven. In totaal waren er zestien hogescholen die een negatieve rentabiliteit lieten noteren. Dat komt neer op een verdrievoudiging ten opzichte van 2018 van het aantal hogescholen bij wie de lasten hoger waren dan de baten. 

Als mogelijke redenen daarvoor wijst de Inspectie van het Onderwijs op eenmalige uitgaven ten bate van de onderwijskwaliteit. Zo hebben vermogende instellingen soms besloten om meer geld uit te geven aan personeel of onderwijsmiddelen, om zo hun eigen vermogen iets af te bouwen.  

De andere financiële resultaten van hogescholen tonen een soortgelijke achteruitgang als die van de rentabiliteit. Betrof hun gezamenlijke saldo van baten en lasten in 2018 nog 138 miljoen, in 2019 was dat slechts nog 27 miljoen. In 2019 zijn de totale lasten namelijk met 5 procent toegenomen ten opzichte van 2018, terwijl de stijging van de baten op 2,3 procent bleef hangen. Daarnaast verwachten de hogescholen tot en met 2022 een gemiddeld negatieve rentabiliteit te noteren. 

Financiële gevolgen corona voor universiteiten lijken mee te vallen 

De financiële positie van het wo wordt door het rapport van de Inspectie van het onderwijs ‘ruim’ genoemd. Zo worden er geen negatieve financiële gevolgen verwacht van de afname van het aantal internationale studenten, omdat universiteiten hun uitgaven tijdig kunnen aanpassen of hun onderwijs anders kunnen vormgeven. Het is echter nog onduidelijk wat de invloed van het coronavirus op het aantal internationale studenten zal zijn. Vooralsnog lijkt die invloed echter mee te vallen.  

Ook behaalde het wo in 2019 met 144 miljoen euro een positief financieel resultaat dat hoger was dan het resultaat in 2018; toen betrof het financiële resultaat 98 miljoen euro. De toename is onder andere te verklaren door de zogenoemde ‘Van Rijn-gelden’. Daardoor ging er meer geld naar bètatechnische opleidingen, overigens door dat geld weg te halen bij andere universiteiten. 

Er was dan ook een forse toename in de rentabiliteit van technische universiteiten te zien. Die lag in 2018 nog op 1,6 procent, maar steeg in 2019 tot 4,6 procent. Wel waren er in 2019 negen universiteiten met een negatieve rentabiliteit, tegenover zes universiteiten in 2018, en voorspellen de universiteiten een negatieve gemiddelde rentabiliteit in de komende drie jaar.  

Personele lasten hoger onderwijs gestegen 

Het gezamenlijke hoger beroepsonderwijs kreeg in 2019 een rijksbijdrage van 3,28 miljard euro, wat bijna 72 procent van de totale baten bedroeg. De tweede belangrijke batenpost, namelijk het collegegeld dat hbo-instellingen ontvangen, daalde in 2019 ten opzichte van 2018. De Inspectie van het Onderwijs wijt dit aan de halvering van het collegegeld voor eerstejaarsstudenten.  

Aan de lastenkant gaat het meeste geld in het hbo naar het personeel. In 2019 steeg het aandeel van de personeelslasten in de totale lasten tot 76,7 procent. De toename in de totale personele lasten bedroeg 189 miljoen euro, wat een stijging van 5,7 procent betekent.  

Het wo haalde in 2019 zo’n 7,7 miljard euro binnen, waarvan 56,8 procent bestond uit rijksbijdragen. Naast de rijksbijdragen, die in 2019 6,2 procent hoger lagen dan in 2018, haalden de universiteiten ook 2 miljard euro binnen door werk in opdracht van derden. Een belangrijk deel van die 2 miljard komt voort uit financiering door de KNAW of vanuit NWO, en betreft dus onderzoeksgeld dat indirect ook van het Rijk afkomstig is.  

Binnen de totale lasten, die in 2019 met 5,1 procent toenamen ten opzichte van 2018, zijn de personele lasten veruit het grootst. Daarnaast stegen de totale personele lasten in 2019 met 7 procent tot 5,1 miljard euro, wat 339 miljoen euro meer is dan in de personele lasten in 2018. Noemenswaardig is het feit dat de personele lasten in het wo in 2019 relatief harder stegen dan in de voorgaande jaren, en ook een relatief groter deel van de totale lasten vormen. Een verklaring voor die stijging wordt in het rapport niet gegeven. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK