Nationaal postdocprogramma gaat nieuwe doctoren helpen met startup

Interview | door Eva Baaren
27 januari 2021 | Nederlandse universiteiten starten dit najaar met een postdocprogramma om gepromoveerde wetenschappers te helpen met het opstarten van een eigen bedrijf. Maar waarom doen ze dat, en wat kan er van zo’n programma worden verwacht?
Mirjam van Praag. Foto: VU

De Faculty of Impact, zoals het programma heet, werd afgelopen week gepresenteerd tijdens het symposium Impact2021. Daarin werd gesproken over het belang van interdisciplinaire samenwerking en ondernemerschap om de wetenschap te verbinden met maatschappelijke kwesties.

Van afgerond promotieonderzoek naar ondernemingsplan

Bij de Faculty of Impact krijgen gepromoveerde wetenschappers twee jaar ruimte, kansen en mogelijkheden voor het doorontwikkelen van hun wetenschappelijke kennis en ideeën, om zo tot een doorwrocht plan voor een startup te komen. Tijdens dat postdoc-traject krijgen ze les in ondernemerschap en begeleiding door een coach, en kunnen ze gebruik maken van de faciliteiten van de universiteit.

ScienceGuide vroeg Mirjam van Praag, bestuursvoorzitter van de VU en trekker van het programma, waarom zo’n postdoctorale opleiding nou precies nodig is, en wat we ervan kunnen verwachten.

“Het is niet zo dat het slecht gaat met wetenschapsvalorisatie”, zegt Van Praag, “maar we hebben alle ingrediënten in huis om het nog veel beter te doen. Als je naar Silicon Valley kijkt, of ergens anders in Amerika, dan zie je dat ze dezelfde ingrediënten hebben als wij, maar ze hebben daar meer tussenstops. Een programma om in twee jaar tijd te kijken of je een investor ready plan uit je afgeronde promotieonderzoek kan halen, waarbij je ook nog de faciliteiten en een coach van de universiteit kan gebruiken, zoiets bestond nog niet in Nederland. Daarmee kunnen we alles eruit halen wat erin zit, althans wanneer het gaat om mogelijke ideeën voor een onderneming die voortkomen uit proefschriften.”

Alle disciplines, maar niet voor iedereen

Dat betekent volgens Van Praag niet dat alle kennis en ideeën die voortvloeien uit promotieonderzoeken geschikt zullen zijn voor een dergelijk postdoctoraal traject. De postdoc is dus niet bedoeld voor kersverse doctoren die hun kennis wel willen verspreiden, maar geen eigen bedrijf willen beginnen. Ook biedt niet elke uitkomst van onderzoek kansen om er een bedrijf omheen te bouwen. Er zijn echter wel in alle disciplines mogelijkheden, benadrukt Van Praag; ook in minder voor de hand liggende domeinen zoals de geesteswetenschappen.

“Spraakherkenningsoftware is bijvoorbeeld heel belangrijk voor veiligheid en beveiliging, en daar heb je onder andere taalwetenschappers bij nodig”, aldus Van Praag. “Voor het onderscheiden van betrouwbaar nieuws en nepnieuws kan je ook niet zonder geesteswetenschappers. En dan is er nog de ethiek: een belangrijk onderdeel van een heleboel maatschappelijke problemen. Kijk maar naar alle vraagstukken rondom corona.”

Wie de postdoc aan de Faculty of Impact wil volgen, moet dat echter niet doen met de verwachting ook binnen de wetenschap zelf carrière te maken: tijdens het traject hoeven kandidaten, in tegenstelling tot veel andere postdocs, niet te publiceren of onderwijs te geven. “Of iemand met academische carrière-ambities iets heeft aan een valorisatie-postdoc, hangt misschien af van de disclipline”, aldus Van Praag, “maar met dat doel is dit traject in elk geval niet opgezet.”

Erkennen en waarderen

Hoewel de nadruk dus ligt op het verlaten van de academie met een vruchtbaar startupplan, zegt Van Praag met het programma wel alvast voor te sorteren op nieuwe vormen van erkennen en waarderen. Daarbij zou valorisatie van kennis een pijler van succes kunnen worden op alle sporten van de academische ladder, en ondernemerschap een gewaardeerde eigenschap.

“Als je er in de tussentijd voor zorgt dat je niet helemaal los van de wetenschap komt te staan, zou het straks makkelijker kunnen gaan worden om vanuit het bedrijfsleven met ondernemerskennis terug te keren naar de universiteit. Dat is dan natuurlijk ook weer afhankelijk van het vakgebied, want in sommige bètawetenschappen is de omloopsnelheid hoger dan in andere disciplines. Terugkeren is dan moeilijker.”

Voor nu vindt Van Praag, die zelf jarenlang in het bedrijfsleven heeft gewerkt, het in elk geval al “vrij historisch” dat geslaagde promovendi ineens een postdoc in valorisatie kunnen doen, en dat het traject gesteund wordt door alle veertien Nederlandse universiteiten. “Er is daardoor binnen Nederland geen concurrentie, en vanwege de schaalgrootte kunnen we werken met de crème de la crème.”

Daarmee bedoelt de bestuurder ook de briljante geesten die nog niet zeker zijn van hun ondernemingstalenten. Behalve toegang tot de faciliteiten van een universiteit, krijgt elke deelnemer een week per maand onderwijs in ondernemerschap. “Als daarbij blijkt dat iemand toch wel wat kwaliteiten mist om een goede ondernemer te zijn, kan die persoon altijd nog op zoek naar een goede zakenpartner”, zegt Van Praag.

Selectiecriteria

Wie zich voor de postdoc wil kwalificeren, zal aan drie criteria moeten voldoen: het idee moet mogelijk kunnen leiden tot een belangrijke oplossing voor een groot maatschappelijk probleem, het moet een ondernemerskans bieden, en het dient voort te komen uit een afgerond proefschrift van voldoende kwaliteit. “Om die dingen te beoordelen komt er een breed samengestelde beoordelingscommissie”, aldus Van Praag. Ook zijn de universiteiten in gesprek met NWO om te zien of deze een rol kan gaan spelen in de selectieprocedure.

Ook zullen de plannen van promovendi met interesse in deze postdoc moeten passen in specifieke maatschappelijk thema’s, die per cohort zullen verschillen. Voor het eerste cohort, dat komend najaar met tien deelnemers van start moet gaan, ligt de nadruk op de energietransitie, duurzaamheid en circulariteit. Wie in 2022 wil beginnen, kan mogelijk het thema ‘gezondheid en life sciences’ verwachten.

Warme band

Van Praag kijkt op verzoek van ScienceGuide verder vooruit: “Over vier jaar hebben drie cohorten de postdoc afgerond. We starten nu met tien deelnemers per jaar, maar tegen die tijd hebben we denk ik wel meer jaarlijkse deelnemers, en zijn er dus ook al wat startups bezig. Of er in die korte tijd dan ook al één of twee maatschappelijke problemen drastisch zijn aangepakt, weet ik niet, maar ik hou het niet voor onmogelijk.”

De bestuursvoorzitter van de VU hoopt dat de geslaagde startups ook dicht bij de universiteiten blijven opereren. “Als je als universiteit een warme band hebt met de ondernemers die uit je eigen gelederen voortkomen, dan maakt dat het samenwerken in de toekomst ook makkelijker. Soms vestigen zulke startups zich ook letterlijk dichtbij: in de universiteitsgebouwen. Dat levert veel kruisbestuiving op.”

Voor startende ondernemers die na hun twee jarige opleiding met een volgroeid bedrijfsplan onder de vleugels van de universiteit vandaan komen, is het wel even goed opletten: de Faculty of Impact heeft geen aparte afspraken gemaakt over intellectueel eigendom. De universiteit waar de postdoc werkt, is daarmee in principe eigenaar van alles wat de medewerker in diensttijd bedacht en ontwikkeld heeft. De beginnende ondernemer zal dus afspraken moeten maken over licenties of een volledige overdracht van rechten. “Hiervoor hanteren we het richtsnoer van de VSNU”, laat Van Praag weten. Dat richtsnoer is hier te vinden.

Eva Baaren : 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK