Blended learning gaat niet werken als je het maar een beetje doet

Interview | door Michiel Bakker
23 februari 2021 | De transitie naar blended learning vraagt om een professionaliseringsslag van docenten, moedige bestuurders, en vooral heel veel inspanning, zegt Ellen van den Berg. Zij was tot voor kort lector Rich Media & Teacher Learning bij Saxion en aanvoerder van de zone ‘aansluiting arbeidsmarkt’ van het versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT. Zij legt uit dat de transitie naar blended learning vooral vraagt om investeringen in het sociaal kapitaal van onderwijsinstellingen.
“Het moet echt tot de professionaliteit van de docent gaan behoren om een onderwijskundige redenering op te stellen en te vertalen in een concreet onderwijsontwerp”, zegt Ellen van den Berg.

De kern van haar lectoraat Rich Media & Teacher Learning is altijd de verbinding tussen onderwijstheorie en de beroepspraktijk geweest, vertelt Van den Berg. Daarbij onderzocht ze, voornamelijk ten behoeve van lerarenopleidingen, hoe die relatie door ICT kon worden bemiddeld. In de laatste jaren van haar lectoraat lag het accent van haar onderzoek voornamelijk op de professionele ontwikkeling van docenten. Zo onderzocht het lectoraat hoe huidige en toekomstige docenten effectiever leren en professionaliseren met behulp van ICT.  

Uit de nood komt een deugd voort 

Hoewel ook Van den Berg het huidige online onderwijs als emergency remote teaching ziet, heeft het haar verbaasd hoe snel docenten hun lessen naar een online omgeving wisten te verplaatsen. “Niet alleen de inhoud, ook het doceren moest ineens worden omgezet naar online onderwijs”, benadrukt ze. Als je mij iets meer dan een jaar geleden had gevraagd hoe lang het zou duren voordat de meeste docenten gemotiveerd waren en voldoende vaardigheden hadden om hun onderwijs vaker online te geven, dan had ik wel wat langer uitgetrokken. 

Docenten, hogescholen en universiteiten verdienen daarom een groot compliment, wat Van den Berg betreft. “Ik vind dat er afgelopen jaar een grote stap is gezet in het hoger onderwijs, omdat vrijwel alle docenten nu een online college kunnen geven.” Daarbij verheugt het haar ook dat er zoveel wordt ondernomen om docenten verder helpen met het geven van online onderwijs. Zo zag ze tijdens een studiedag van Saxion dat docenten ook elkaar gingen helpen. “Dat lijken misschien triviale dingen, maar doordat docenten veel van elkaars tips leren, zie je gewoon dat het steeds iets beter gaat. Zodoende vindt er nu, ondanks alle nadelen, ook een heel goede ontwikkeling plaats. 

Verbeteren kost tijd 

Van den Berg vindt het niet helemaal terecht dat online onderwijs door de huidige omstandigheden in een wat kwaad daglicht komt te staan. “Bij het aanleren van iets nieuws, of dat nu een service bij tennis of online lesgeven is, zie je altijd dat het eerst iets minder gaat dan het oude voordat het in een verbetering verandert.”  

Ook de algemene kijk op blended learning heeft te lijden onder die negatieve ervaringen, terwijl online onderwijs slechts een component is van blendend learning. Volgens Van den Berg is het vooral zaak om online onderwijs niet meer als een noodoplossing te zien, maar vooral als een waardevol onderdeel van blended learning. “De eerste meters richting blended learning zijn al gemaakt; nu moeten instellingen dat verder trekken”, vindt ze. “We weten immers uit onderzoek dat blended learning effectiever is dan volledig klassikaal onderwijs.” 

Wel beseft Van den Berg terdege dat de uitkomsten van blended learning per omstandigheid sterk kunnen verschillen. Dat het daarom belangrijk is om per onderwijssituatie op zoek te gaan naar de juiste blend, lijdt voor haar geen twijfel. “Daar past echter wel een andere professionaliseringsstrategie dan ‘eerste hulp bij online onderwijs’ bij”, voegt ze daaraan toe. 

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief 

 

Investeren in sociaal kapitaal 

De professionaliseringsstrategie die onderwijsinstellingen nodig hebben om blended learning goed vorm te geven, draait om de docent. Specifiek betreft het een andere manier van denken over docentprofessionalisering, legt Van den Berg uit. Ze geeft één van de ‘proeftuinen’, de zone ‘docentprofessionaliseringvan het versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT, als voorbeeld.  

Deze proeftuin, die draait bij Saxion, betreft professionele leergemeenschappen. Daarin gaat een groep docenten met ondersteuning van een ICT-onderwijskundige en een procesbegeleider aan de slag met een onderwerp dat specifiek met ICT te maken heeft. De docenten formuleren hun eigen vragen en opdrachten, en voeren die vervolgens zelf uit. “Vanuit zo’n toewijding kun je veel fundamentelere en duurzame veranderingen realiseren”, aldus Van den Berg. 

Hoewel men bij leren vaak denkt aan investeringen in human capital, oftewel de individuele competenties van mensen, is het volgens Van den Berg juist belangrijk om te investeren in sociaal kapitaal, de competenties van een groep. De proeftuin ‘professionele leergemeenschappen’ is daarvan een voorbeeld. “Als je vooral investeert in individuele competenties, zijn die competenties binnen een onderwijsinstelling erg afhankelijk van een specifiek persoon. Een investering in sociaal kapitaal betreft juist niet zozeer individuele competenties, maar het optuigen van een structuur waarbinnen die competenties zich bevinden en zich verder kunnen ontwikkelen.” 

Onderwijsinstellingen moeten duidelijke keuzes maken 

Een dergelijke leergemeenschap trekt vooral de enthousiastelingen aan, beseft Van den Berg. Daarom is het volgens haar belangrijk dat onderwijsinstellingen tijd besteden aan het enthousiasmeren van de andere docenten. Dat vraagt wellicht om een andere aanpak dan tot op heden wordt gebruikt. “We vragen ons al jaren af waarom docenten maar een klein deel gebruiken van de mooie middelen die er al zijn. Je kunt het perspectief echter ook een slag draaien, en beginnen bij de dingen waaraan die docenten zelf behoefte hebben.” 

Om de transitie richting blended learning ondertussen toch al in gang te zetten, moeten instellingen eerst heldere keuzes maken, bepleit Van den Berg. Zo zouden ze blended learning bijvoorbeeld eerst kunnen uitproberen bij een aantal vooroplopende opleidingen of faculteiten alvorens de rest te laten volgen. Dat vraagt instellingen echter wel om de onderwijskundige redenering achter het concept van blended learning goed op orde te hebben.  

“Daar begint het mee”, benadrukt Van den Berg. “Vertaal dat concept daarna in een innovatief ontwerp, en ga daarmee echt aan de slag. Ga dat uitvoeren, evalueren en bijstellen. Als je die uitvoering en dat bijstellen niet doet, had je het ontwerp ook niet hoeven maken. Studenten merken er dan immers ook niets van. Dan maken lectoraten als de onze fraaie infographics en dergelijke tevergeefs, omdat de ervaringsgegevens van docenten en studenten daar geen vervolg op krijgen. 

Docenten moeten leren onderwijskundig redeneren 

Onderwijsinstellingen moeten hun voornemens omtrent blended learning dus in woord en daad duidelijk maken. Zij zijn echter niet de enigen die de beweging richting blended learning moeten initiëren, zegt Van den Berg. Er wordt ook een beroep op de professionaliteit van de docenten gedaan. “Docenten moeten zelf tot de onderwijskundige redenering komen dat een bepaalde blend voor een bepaalde situatie geschikt is. Die professionaliteit kan niemand van ze overnemen, ook lectoren niet. Een blend kan bijvoorbeeld een combinatie zijn van individuele interactie met de docent, kennisclips voor het verwerven van basisbegrippen, online toetsing daarvan en een educatieve game voor een diepere verwerking van de inhoud, schetst Van den Berg. 

De ervaringen die studenten en docenten nu al hebben opgedaan met online onderwijs, kunnen overigens straks ook goed ingezet worden”, vertelt ze. Denk bijvoorbeeld aan een groep studenten die in verschillende landen in Europa stage loopt. Zij kunnen op gezette tijden met elkaar en met hun docent via bijvoorbeeld Teams ervaringen uitwisselen en begeleiding van hun docent krijgen. 

Daarnaast is veel van de benodigde kennis voor goed blended onderwijs al aanwezig. Volgens Van den Berg is die kennis echter te weinig praktisch. “Ik denk dat het niveau van abstractie nog te hoog is om de kennis zomaar te kunnen vertalen naar een onderwijskundige redenering die leidt tot het maatwerk dat nodig is in welke situatie dan ook. Het moet echter tot de professionaliteit van de docent gaan behoren om zo’n redenering op te stellen en te vertalen in een concreet onderwijsontwerp“, legt ze uit.  

Vooral hoger onderwijs moet aan de bak 

Van den Berg verwacht dat de jongere generaties leerkrachten in het basisonderwijs vaak goed in staat zullen zijn om ICT te gebruiken in hun onderwijs. Ze vertelt dat bijvoorbeeld het gebruik van een digitaal schoolbord al volledig deel van hun lesvoorbereiding en lesuitvoering is geworden. Of ook de huidige docenten in het hoger onderwijs voldoende zijn toegerust om de transitie naar blended learning te maken, is volgens haar niet zomaar te zeggen; daarvoor is de variatie in de vaardigheid van de docenten te groot.  

“Er zijn binnen het hoger onderwijs echter wel meer docenten die zich vooral op hun vakgebied richten, en waarbij je, algemeen didactisch gesproken, al je vraagtekens kunt plaatsen. Die staan dus nog heel ver af van de onderwijskundige redeneringen waarover ik het eerder had.” Juist bij een investering in het aanleren van dat onderwijskundig redeneren zou het hoger onderwijs in veel gevallen gebaat zijn, denkt Van den Berg. “Docenten zouden een enorme professionaliseringsslag kunnen maken.” 

Laat docenten veel van elkaar leren 

Daarnaast denkt ze dat docenten in de huidige onderwijssituatie vooral geholpen zijn wanneer ze van elkaar en van deskundigen zouden kunnen leren hoe ze hun online lessen interactiever kunnen maken. Voordat docenten verder gaan nadenken over ICT en de rol daarvan in blended learning, moeten ze immers ook goed online onderwijs kunnen verzorgen. Met een voorbeeld licht Van den Berg toe dat het interactiever maken van een les niet moeilijk hoeft te zijn.  

“Een collega van mij gaf eerst een korte instructie van tien à vijftien minuten, want we weten dat je dat in een online omgeving niet veel langer moet maken dan dat“, vertelt ze. Vervolgens vroeg hij de studenten daarover na te denken terwijl ze een wandeling van tien minuten maakten. Toen iedereen weer terug en ingelogd was, koppelde hij studenten die vergelijkbare vragen hadden naar aanleiding van de lesstof en liet ze daarover met elkaar bellen. Zo waren ze opnieuw even weg bij hun beeldscherm. De vragen of opmerkingen die uiteindelijk nog overbleven konden de studenten kwijt in de chat, zodat de docent daaraan nog specifieke aandacht kon geven tijdens de afronding van de les.  

Professionalisering in hoger onderwijs moet serieuzer worden 

Aangezien de transitie richting blended learning erg afhankelijk is van de docenten, rijst de vraag of de huidige generaties docenten nu al in staat zullen zijn om die verandering te bewerkstelligen. Het zal echter hoe dan ook vanuit hen moeten komen, denkt Van den Berg. Daarbij hebben hoger onderwijsinstellingen de taak om hen goed te ondersteunen. “Het denken is heel lang geweest: als er maar wat goede voorbeelden zijn, dan neemt iedereen dat vervolgens over. Dat gebeurde echter pertinent niet”, vertelt ze. “Je hebt dus duidelijk een andere professionaliseringsstrategie nodig, bijvoorbeeld leergemeenschappen binnen professionele netwerken. Goede voorbeelden kunnen hierbinnen natuurlijk een nuttige rol spelen. 

Hoger onderwijsinstellingen moeten docenten dus in staat stellen om gezamenlijk aan de slag te gaan, en docenten moeten dat serieus oppakken. Vooral op universiteiten is daar nog een wereld te winnen, legt ze uit, aangezien onderzoek daar soms belangrijker wordt geacht dan onderwijs. “Onder docenten binnen het hoger onderwijs moet er een cultuur ontstaan die veel meer op leren gericht is”, vindt Van den Berg. “Professionalisering wordt dan veel serieuzer genomen en minder vrijblijvend aangepakt.”  

De transitie naar blended learning gaat alleen slagen wanneer onderwijsinstellingen er volledig op inzetten, voorspelt Van den Berg. “Het vraagt dus ook om moedige bestuurders, want in het begin zal er ook zo nu en dan iets faliekant misgaan. Deze transitie vraagt echter zoveel inspanningen, dat je vol voor moet gaan om het voor elkaar te krijgen. Blended learning gaat niet werken als je het maar een klein beetje doet.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK