Bussemaker: herinvoeren basisbeurs gaat de mentale druk op jongeren niet oplossen

Nieuws | door Frans van Heest
17 februari 2021 | Oud-minister Jet Bussemaker (PvdA) waarschuwt dat het herinvoeren van de basisbeurs geen verstandige beslissing is. Het huidige leenstelsel moet alleen op sommige onderdelen worden aangepast.
Jet Bussemaker – foto: Universiteit Leiden

Jet Bussemaker, die in 2014 als minister van OCW het leenstelsel introduceerde, verdedigt deze majeure wijziging in de studiefinanciering zeven jaar later nog steeds, zo blijkt uit haar recente autobiografie ‘Ministerie van Verbeelding.  

Het is geen geheim dat de totstandkoming van het leenstelsel geen gemakkelijke opgave was. Het stond dan wel in het regeerakkoord van kabinet Rutte II, maar in de Tweede Kamer was er geen meerderheid voor. Daarom moesten D66 en GroenLinks verleid worden om hun steun uit te spreken in de Eerste Kamer, en dat ging volgens de oud-minister niet gemakkelijk.  

Prestatieafspraken waren typisch Haags jargon voor NPM  

Een eerste obstakel was de onderwijssector zelf. Volgens Bussemaker was daar veel chagrijn omdat zij de prestatieafspraken van staatssecretaris Halbe Zijlstra in Rutte I nog vers in het geheugen hadden. “Typisch Haags jargon voor beleid geïnspireerd op New Public Management van rendement en doelmatigheid, zo beschrijft Bussemaker de prestatieafspraken tussen OCW en het hoger onderwijs op het gebied van profilering en studiesucces.  

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief 

Omdat er in de Tweede Kamer geen steun was voor het aanvankelijke voorstel, moest zij samen met GroenLinks en D66 op zoek naar een alternatief. Partijen zoals het CDA, de CU en de PVV waren namelijk tegen. Daar begrijpt Bussemaker zeven jaar later nog steeds niets van. Oppositiepartijen zoals het CDA en PVV die onder Rutte I een leenstelsel voor de masterfase nog hartstochtelijk verdedigd hadden, haakten af, zoals ze bij alle voorstellen deden.” 

Het leenstelsel is beter en socialer geworden 

Met name de onderhandelingen tussen GroenLinks en de VVD  duurden lang, en uiteindelijk zijn de toenmalige woordvoerders hoger onderwijs Jesse Klaver (GL) en Pieter Duisenberg (VVD) tot een akkoord gekomen. Terugkijkend zegt Bussemaker dat het leenstelsel hierdoor beter en socialer is geworden.  

De hogescholen bleven verdeeld omdat een aantal bestuurders vreesden dat de toegankelijkheid van het onderwijs onder druk zou komen te staan. Daarbij had de toenmalige voorzitter van de Vereniging Hogescholen, Thom de Graaf, ook nog eens een dubbelrol. Hij was namelijk ook fractievoorzitter van D66 in de Eerste Kamer. “Het was voor hem en mij een dun koord om zijn politieke en bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheden te scheiden, maar dat lukte“, zegt de oud-minister van OCW. 

Wim Deetman kon moeilijk functies scheiden in de RvS 

Toch waren er nog meer beren op de weg, zegt Bussemaker. Eén daarvan was de oud-minister van OCW, Wim Deetman (CDA), die in de jaren ‘80 de basisbeurs introduceerde. Inmiddels zat Deetman in de staatsraad van de Raad van State, die de behandeling van de wet vertraagde.  

“Hij moest nu oordelen over het afschaffen van de basisbeurs die hij ingevoerd had. Ook daar is juridische kennis niet altijd te scheiden van politieke waardenoordelen. Gelukkig viel het oordeel van de Raad van State uiteindelijk mee, schrijft Bussemaker. 

Achteraf was ‘afschaffing’ een verkeerde boodschap 

Terugkijkend op de invoering van het leenstelsel en de daarmee gepaard gaande afschaffing van de basisbeurs zijn er ook wel een aantal dingen fout gegaan in de beeldvorming, zo stelt de PvdA’er nu vast. “Het dominante beeld was: de beurs is afgeschaft’. Ebleef echter gewoon een aanvullende beurs bestaan die zelfs werd uitgebreid, zegt Bussemaker nu. “Achteraf hadden we voor de term ‘aanvullende beurs’ een ander woord moeten kiezen, bijvoorbeeld een ‘studiegarantie beurs. Dat had de boodschap van gelijke kansen en toegankelijkheid meer benadrukt.  

Daarnaast constateert Bussemaker dat het bedrag dat vrijkwam door het afschaffen van het leenstelsel maar langzaam opliep. Daardoor heeft de eerste generatie leenstelselstudenten onvoldoende geprofiteerd van het afschaffen van de basisbeurs. 

Het leenstelsel werkt  

De eerste resultaten van het leenstelsel vielen tegen, zo zegt Bussemaker. Daarbij verwijst ze naar een uitgelekt rapport in april 2016 dat op ScienceGuide stond. Hieruit bleek dat een jaar na invoering van het leenstelsel met name potentiële studenten in het hbo afzagen om te gaan studeren, en dat het binnen die groep vooral eerstegeneratiestudenten betrofVolgens Bussemaker blijkt uit de meest recente evaluatie uit 2020 dat dit echter een tijdelijk effect is geweest. Het stelsel is nu geen belemmering voor middelbare scholieren om te gaan studeren. Hoewel de doorstroom van het mbo naar het hbo aandacht blijft vragen, zo zegt zij nu.  

De oud-OCW minister heeft er dan ook geen begrip voor dat drie partijen nu hun handen aftrekken van het leenstelsel. Het begon met Zihni Özdil van GroenLinks, die in 2019 publiekelijk zijn handen aftrok van het leenstelsel en daarmee zijn fractievoorzitter voor het blok zette. Özdil dolf het het onderspit en moest de Kamer daarom verlaten. Niet veel later trok GroenLinks zelf echter ook de handen van het leenstelsel af, kort daarna gevolgd door de PvdA.  

Leenstelsel sluit aan bij sociaaldemocratische waarden 

Bussemaker voegt eraan toe dat ook D66 de handen van het leenstelsel aftrok toen deze zomer uit onderzoek van ResearchNed bleek dat het leenstelsel juist wel doelmatig en doeltreffend’ was. 

Zijzelf vindt het leenstelsel nog steeds verdedigbaar. Het uitgangspunt van de ruime aanvullende beurs en soepele afbetalingsvoorwaarden gekoppeld aan een investeringsagenda vond ik verdedigbaar. Het sloot aan bij het sociaaldemocratisch uitgangspunt van de sterkste schouders die de zwaarste lasten dragen.”  

Toch heeft de PvdA’er wel een verklaring voor het feit dat het leenstelsel al zo snel na de invoering in diskrediet is gekomen. “Achteraf is de geïsoleerde benadering van de studievoorschot als pure onderwijskwestie tekortgeschoten. De samenloop met de flexibilisering van de arbeidsmarkt, het woningtekort en de toename van de mentale druk onder meer de sociale media leidden de afgelopen jaren bij jongeren tot onzekerheid en stress. Het plaatste het studievoorschot in een ander kader: niet van onderwijs maar als onderdeel van een generatiekwestie.” 

De druk op jongeren is volgens Bussemaker daarom ook een belangrijk thema dat meer aandacht verdient en dat niet makkelijk op te lossen is“Het is echter een illusie dat het herinvoeren van de basisbeurs dat probleem gaat oplossen”, stelt ze nadrukkelijkDe mentale druk en de knellende maatschappelijke verwachtingen vragen om een omvangrijkere analyse en strategie. Daarbij zouden tevens de woningmarkt en arbeidsmarkt betrokken moeten worden.” 

Pas leenstelsel aan ten bate van gelijke kansen 

Toch vindt de hoofduitvoerder van het leenstelsel dat het stelsel op bepaalde onderdelen wel aangepast moet worden. Om leenangst weg te nemen zou je de ‘jeugdgarantiebeurs’ (de huidige aanvullende beurs) voor lagere inkomens kunnen ophogen. Je kunt daarnaast het maximum-inkomen van ouders om in aanmerking te komen voor een aanvullende beurs verder verhogen. Middeninkomens krijgen dan meer bescherming, oppert ze. 

Ook moet er volgens Bussemaker iets worden gedaan aan de bekostiging om de gelijke kansen voor met name doorstromers van mbo naar het hbo te vergroten. “Er moet een financiering komen die gericht is op samenwerking tussen scholen, zeker in het mbo en hbo, in plaats van alleen op de eigen resultaten.” Dergelijke maatregelen zullen volgens Bussemaker meer voor de gelijke kansen doen dan een herinvoering van  de basisbeurs. 

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK