Minder studenten of meer geld om druk op wetenschap te verlagen?

Nieuws | door Frans van Heest & Michiel Bakker
17 februari 2021 | De grootste partij in de peilingen, de VVD, wil de werkdruk aan universiteiten niet zozeer verlagen door meer te investeren, maar vooral door minder studenten toe te laten.

In het debat over wetenschap, dat werd georganiseerd door NWO en de KNAW, gingen Kamerleden in gesprek over de toekomst en de financiering van de wetenschap. Veel partijen willen extra investeren, maar om hoeveel dat gaat zal pas duidelijk worden bij de doorrekening van de planbureaus op 1 maart. Wel was een groot deel van de Kamerleden van mening dat het Groeifonds zeker niet voldoende is, ook niet om het aantal tijdelijke en flexibele contracten te verminderen. 

CU had Van Dissel liever niet in de rechtbank gezien 

Het begin van het debat ging over de actualiteit, namelijk de relatie tussen wetenschap en politiek. De avond daarvoor was hiervan een pregnant voorbeeld te zien geweest bij de turbo spoedzitting van de regering tegen Viruswaarheid in de zaak over het schrappen van de avondklok.  

Eppo Bruins, de onderwijswoordvoerder van de ChristenUnie, vindt het een risico dat wetenschappers zich nu vaak publiekelijk uitspreken. De nauwe samenwerking tussen wetenschappers en de politiek rondom de coronabestrijding zorgt ervoor dat wetenschappers makkelijk de politieke arena in worden getrokken, zegt Bruins. “We zagen bijvoorbeeld gisteren dat Van Dissel in de rechtbank, námens de Staat, wetenschappelijke opmerkingen moest maken.”  

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief 

Daarnaast vindt Bruins dat men te veel wetenschappelijke experts bij talkshows ziet. “Ze zouden af en toe eens moeten zeggen: ‘ik ben wetenschapper, ik houd mij bij de wetenschap’.” Bij talkshows zitten mensen vooral om hun mening te geven, en dat brengt volgens Bruins het risico mee dat het beeld van de wetenschap verslechtert. “Je zou als wetenschapper niet te veel moeten speculeren en toekomstvoorspellingen doen, maar je echt bij de feiten houden.” 

Het kabinet heeft daarom een risico genomen door Van Dissel op te roepen tijdens de zaak van Viruswaarheid tegen de Staat, zegt Bruins. “Juist vanwege zijn taak en zijn rol moet Van Dissel op dit moment absolute onafhankelijkheid uitstralen. Ik had dus liever gezien dat hij niet opgeroepen was.”  

Vraag wetenschappers niet om politieke besluiten te verdedigen 

VVD’er Dennis Wiersma had het juist raar gevonden wanneer de wetenschappelijke kennis niet zou zijn ingeroepen bij het behandelen van een maatregel die juist gebaseerd is op wetenschappelijke kennis. “Ongemakkelijk is het wel,” beseft Wiersma, “het zou niet nodig moeten zijn, maar blijkbaar is het toch zo ver gekomen. En dan moet je ook bereid zijn om het te doen.” Volgens Wiersma moet het publiek erop vertrouwen dat wetenschappers zich alleen baseren op wetenschappelijke feiten. “Daar hebben we ze ook voor gevraagd”, aldus de onderwijsman van de VVD. 

“Ik begrijp dat het wat ongemakkelijk is, maar toch denk ik dat het heel belangrijk is dat wetenschappers aanschuiven bij talkshows om uit te leggen wat er aan de hand is”, zegt GroenLinks-Kamerlid Niels van den Berge hierover. Hij vindt echter ook dat men wetenschappers niet moet vragen om politieke maatregelen te verdedigen.  

“Het is gebruikelijk dat je tijdens rechtszaken experts kunt oproepen”, weet hij, “dus als de vraag naar de noodzakelijkheid van de avondklok wordt gesteld, dan vind ik het op zich logisch dat de Staat der Nederlanden onze grootste expert op dat gebied oproept. Maar het is een dun lijntje, want de onafhankelijkheid van de wetenschap moet wel altijd gewaarborgd zijn.”  

Bedrijfsleven investeert niet genoeg in onderzoek, zegt CDA 

Ook de financiële omstandigheden binnen de wetenschap kwamen ter sprake. CDA-Kamerlid Mustafa Amhaouch werd door meerdere partijen aangevallen op het feit dat Nederland nog steeds niet voldoet aan de zogenaamde drie-procentsafspraak, volgens welke de nationale investeringen in de wetenschap drie procent van het BBP moeten bedragen. Volgens Amhaouch geldt voor Nederland echter een omvang van 2,5 procent, die ook nog eens niet alleen uit overheidsmiddelen moet komen. “Je ziet dat wij, in vergelijking met andere landen, geen goede hefboom hebben om het bedrijfsleven meer te laten investeren in het onderzoek. De overheid is één belangrijke actor, maar het bedrijfsleven blijft achter met investeringen”, aldus de CDA’er. 

Van den Berge (GroenLinks) en SGP-Kamerlid Roelof Bisschop vonden dat echter te makkelijk gezegd. “Wij zijn politici, wij moeten niet alleen naar het bedrijfsleven kijken, maar vanuit de overheid onze verantwoordelijkheid nemen”, zei Van den Berge. Daarbij wees Bisschop erop dat de overheid wel degelijk invloed kan uitoefenen op het bedrijfsleven. “Juist het vooroplopen van een overheid sleurt het bedrijfsleven mee. Nu gaat er R&D-geld vanuit ons naar het buitenland. Dat komt doordat de overheid niet genoeg investeert.” 

Groeifonds is te veel op projecten gericht 

Bisschop wees er vervolgens op dat de financiering van de wetenschap op dit moment een heel belangrijke bottleneck vormt. “Er is een enorme werkdruk en talentvolle wetenschappers gaan elders rondkijken omdat ze hier onvoldoende mogelijkheden hebben. Aan dat soort zaken kun je veel doen door te investeren.” De SGP-er vroeg zich daarbij wel af of het nationale groeifonds van Wiebes en Hoekstra daartoe het juiste middel is.  

“Het groeifonds is namelijk heel vaak gelinkt aan projecten; weliswaar meerjarig, maar daarna stopt het weer. Is dat wat je wilt? Of moet je gewoon de basale financiering van een instelling structureel omhoog brengen?”, aldus Bisschop. Hij verwees daarbij naar het KNAW-voorstel voor rolling grants. “Dat is fantastisch. Daarmee biedt je talentvolle wetenschappers een perspectief dat verder strekt dan ‘een project’”, benadrukt hij. 

Beurspromovendi teken van doorgeslagen flexibilisering 

Het slotonderwerp in de discussie ging over de arbeidsomstandigheden in de wetenschap. Niels van den Berge (GroenLinks) ging in op de vele flexibele contracten in de wetenschap.  “We moeten de eerste geldstroom versterken, zodat universiteiten ook echt kunnen investeren in goede wetenschappers en goede arbeidsvoorwaarden. Wat ik heel belangrijk vind, is dat we stoppen met allerlei experimenten zoals met beurspromovendi in Groningen. Dat is doorgeslagen flexibilisering, waarbij promovendi minder goede arbeidsvoorwaarden hebben dan andere wetenschappers. Dat zit met name in de secundaire arbeidsvoorwaarden“, aldus het GroenLinks-Kamerlid 

Dat moeten we echt niet doen“, benadrukte Van den Berge. De wetenschap is samen met het betaald voetbal en de horeca de sector met de meest flexibele contracten. Als je jonge mensen in die sector wil houden, dan moeten we zorgen dat de arbeidsvoorwaarden op orde zijn.” 

Vraag of speeltje van Wiebes en Wobke werkt 

Roelof Bisschop weet uit persoonlijke kring waarom jonge mensen twijfelen om de wetenschap in te gaan. Daar gaat dat groeifonds van 20 miljard niet verhelpen, legde hij uit. “Mijn eigen zoon staat op het punt om te promoveren. Toen zei hij dat hij niet goed weet of hij een wetenschappelijke carrière ambieert, noemde hij daarbij matching, beurzen binnenhalen, projectsubsidie en al dat soort zaken.  

Er is onvoldoende structurele financiering”, betoogde Bisschop, “en daar komt ook mijn kritische houding richting het groeifonds vandaan. Daar heb je vier jaar wat aan, en dan mag mijn zoon hopen dat er een nieuw project komt. Wat ons betreft is structurele verhoging van die eerste geldstroom belangrijk, met vaste contracten. Het is de vraag of het speeltje van Wiebes en Wobke genoeg is.” 

Erkennen en waarderen belangrijk in debat over werkdruk 

D66 vindt dat er, naast een miljard euro extra voor de wetenschap, ook meer ruimte moet worden geboden aan de werkvloer. Onderwijs-woordvoerder Paul van Meenen verwees daarbij naar de discussie over erkennen en waarderen. “Rianne Letschert, de rector van de Universiteit Maastricht, heeft dat opgepakt met een commissie voor een nieuw systeem van erkennen en waarderen. Dat staat nog in de kinderschoenen, maar het is een hoopvol signaal.” 

Volgens Van Meenen zijn onderzoekers nu namelijk veel te veel tijd kwijt aan bureaucratie. “Als je nu naar de werkweek van een onderzoeker kijkt, dan is die door de week bezig met onderzoek en onderwijs en in het weekend bezig met de volgende aanvraag. Nu gaat dertig procent van de werktijd van onderzoekers op aan het binnenhalen van geld. Dat is natuurlijk ongelofelijke verspilling van talent“, aldus de D66-er. Hij vindt dat de wetenschappelijke wereld sowieso in een bureaucratisch systeem terechtgekomen isWe moeten zorgen dat het geld dat er is veel vaker op de goede plek terecht komt. Dan moet je de zeggenschap van de wetenschap binnen de universiteit ook versterken.” 

Geef jonge onderzoekers eerder duidelijkheid over carrièreperspectief 

ChristenUnie-Kamerlid Eppo Bruins hield ook nog een pleidooi om jonge onderzoekers eerder in hun carrière duidelijkheid te geven over hun kansen in de wetenschap. We hebben heel veel instrumenten om jonge mensen via de Vernieuwingsimpuls in de wetenschap te houden, maar als je VeniVidi en zelfs Vici achter de rug hebten je bent 38, zit je nog steeds op een tijdelijk contract. Je kan niet eens een hypotheek krijgen met je gezinnetje. En dan krijg je vervolgens ook nog te horen dat er helemaal geen geld is in het systeem.” 

Bruins bepleitte daarom dat ervoor moet worden gezorgd dat de hoeveelheid geld in het systeem past bij de hoeveelheid jonge mensen die in dat systeem instromenIk denk dat daar een enorme disbalans zit“, zei Bruins. “We moeten mensen eerder de zekerheid geven of ze door kunnen in de wetenschap.” 

We laten nu heel veel studenten toe 

Dennis Wiersma (VVD) had een andere oplossing voor onzekere contracten en werkdruk. “Ik denk dat wij als politiek alles willen en ook alles verwachten: top-onderzoek, top-onderwijs. Dat ook nog met beperkte ondersteuningdat kan niet. Dat is een vierkante cirkel. We moeten dus keuzes maken. We laten nu heel veel studenten toe, wat ervoor zorgt dat er heel veel druk komt op het onderwijsaanbod. Daarom komen er extra flexibele krachten om dat onderwijs te kunnen rondbreien.  

Volgens Wiersma is het daarom noodzakelijk om strenger te selecteren bij universiteiten. “Soms kunnen we studenten ook helpen door een fantastische carrière in het hbo te bieden. Als we die keuze niet maken, dan gooien we het probleem over de schutting. Ik denk dat het begint bij de eerste keuze, om die studenten te kiezen die kunnen studeren aan de universiteit.” 

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK