Studentenaantallen mede door coronacrisis fors gestegen

Nieuws | door Eva Baaren
3 februari 2021 | De studentenaantallen in het hoger onderwijs zijn dit collegejaar fors gestegen ten opzichte van 2019, blijkt uit nieuwe kerncijfers van de VH en de VSNU. Soepelere examenregelingen, meer toestroom vanuit Europa en langer studeren vormen belangrijke redenen.
Beeld: Eak K. via Pixabay

Binnen de hoger onderwijssector groeide het aantal studenten op hogescholen het meest, namelijk met 10%. Bij universiteiten gaat het om een groei van 8%. Vorig collegejaar (2019-2020) was de stijging van het aantal studenten voor beide sectoren relatief lager: 2,8% in het hbo en ruim 4% in het wo.

Ook het aantal buitenlandse studenten op universiteiten is meer gestegen dan in het voorgaande jaar. Dit collegejaar studeren er 13% meer internationale studenten uit de Europese Economische Ruimte (dat zijn alle EU-landen plus Liechtenstein, Noorwegen en IJsland) aan Nederlandse universiteiten dan vorig jaar. Eerder was er nog de vrees dat buitenlandse studenten vanwege de coronacrisis zouden afzien van hun internationale studieplannen. Dat lijkt nu alleen te gelden voor studenten uit landen buiten de EER: dat aantal is met 4% afgenomen.

Soepelere examenregelingen door corona

Voor hogescholen geldt dat de stijging van het studentenaantal met name te zien is bij de associate degree-opleidingen; daar is het aantal studenten namelijk met bijna 20% gestegen. De toename van deze studentengroep is echter al enkele jaren aan de gang. Zo groeide het totaal aantal studenten op Ad-opleidingen vorig jaar zelfs met bijna 24%.

De groei van bachelorstudenten op het hbo laat daarentegen wel een groot verschil zien ten opzichte van vorig jaar. In 2019 jaar betrof de extra instroom iets meer dan één procent, terwijl het nu om bijna tien procent gaat. Volgens de Vereniging Hogescholen komt dat met name doordat middelbare scholieren dit jaar geen centraal eindexamen hoefden te doen. Ook meldt de VH dat minder scholieren voor een tussenjaar kozen, en dat er meer mbo’ers voorwaardelijk werden toegelaten. Daarnaast laten de cijfers zien dat er minder bachelordiploma’s zijn verstrekt ten opzichte van 2019.

Ook bij de instroom van bachelor- en premasterstudenten op universiteiten (+12,8%) zijn er verschillen van dergelijke percentuele proporties. Naast een grotere instroom is er op universiteiten ook een minder grote uitstroom; volgens de VSNU zijn studenten door de coronamaatregelen langer blijven studeren.

Opvallend is bovendien dat de universitaire masteropleidingen er ook nog eens 19% extra studenten bij hebben gekregen. Die uitschieter in de masterinstroom is volgens de universiteiten te verklaren door de eigen overgangsregelingen als gevolg van de coronacrisis. Bachelorstudenten die deze zomer nog niet al hun vakken hadden gehaald, mochten van universiteiten alvast doorstromen naar de master.

Sectoren en verschillen per instelling

Het aantal studenten per hbo-opleiding laat dit jaar een voortgang van een langere trend zien; verpleegkunde- en lerarenopleidingen hebben namelijk de meeste studenten. Van die twee zijn de lerarenopleidingen het hardst gegroeid: daar kwamen er dit jaar 1658 nieuwe studenten bij. Het tekort aan leraren op de arbeidsmarkt zal daardoor weer op termijn weer wat afnemen.

Wanneer alle hbo-opleidingen samen worden bekeken, zijn er kleine verschillen per instelling zichtbaar. Fontys Hogescholen, die vorig jaar het grootst aantal studenten had, is ondanks een stijging van hun aantal studenten ingehaald door de Hogeschool van Amsterdam. Ook de nummers drie (Hogeschool Rotterdam) en vier (Hogeschool Utrecht) van vorig jaar zijn dit jaar van plek gewisseld. De meeste groei is er bij de iPabo Alkmaar: deze instelling kreeg er namelijk 40% meer studenten bij.

Bij universiteiten zijn de aantallen per sector meer verdeeld. De grootste studentaantallen worden gevonden bij opleidingen in de sectoren gedrag en maatschappij, techniek, economie en recht. In die laatste sector groeiden met name bacheloropleidingen, want in 2019 stroomde er een kwart meer rechtenstudenten in. Van de kleinere studies zijn taal en cultuur en onderwijsgerelateerde studies het hardst gegroeid. Laatstgenoemden kampten afgelopen jaar nog met een krimpend aantal studenten.

Wat betreft de instroom van eerstejaars bachelorstudenten per universiteit groeide de Universiteit Utrecht met 23% het hardst. Met een totaal aantal van 7099 eerstejaars neemt de UU een derde plek in na de Universiteit van Amsterdam en de Rijkuniversiteit Groningen (respectievelijk 7834 en 7192 bachelorstudenten).

De eerdergenoemde opvallende toename van het aantal studenten in de masteropleidingen is vooral zichtbaar in de instroom van de Universiteit van Amsterdam, de Rijksuniversiteit Groningen en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij kregen er allen tussen de 1180 en 1396 extra masterstudenten bij.

Honderden miljoenen euro’s nodig

Wanneer we naar absolute aantallen kijken, dan komt het totaal aantal studenten van hogescholen dit jaar op 490.452. Dat zijn afgerond zo’n 29.000 studenten meer dan er dit jaar door OCW was begroot. Universiteiten zitten op een totaal van 327.300, en hebben daarmee 18.000 studenten meer dan door de minister was voorzien.

“Het is positief dat zoveel studenten kiezen voor een hbo-opleiding”, zegt Maurice Limmen, de voorzitter van de Vereniging van Hogescholen in een reactie op de cijfers. “Maar zo’n forse, onverwachte stijging in combinatie met corona legt een grote druk op hogescholen. Daarom vragen hogescholen om financiële compensatie om alle nieuwe studenten op termijn goed te kunnen blijven begeleiden.”

De grote instroom van studenten in het hoger onderwijs zal budgettaire gevolgen hebben van enkele honderden miljoenen euro’s. Dat is niet voor het eerst: ook in voorgaande jaren waren er de studentenaantallen hoger dan de ramingen hadden voorspeld. Dit gat op de OCW-begroting werd toen steeds gedicht door het Ministerie van Financiën, maar het is de vraag of het demissionaire kabinet dit voorjaar wederom de portemonnee trekt.

De universiteiten dringen ondertussen aan op een structurele oplossing voor het jaarlijkse begrotingsgat. “We zijn gesprek met het ministerie van OCW om ervoor te zorgen dat onze onderwijsfinanciering nu sneller meegroeit met het aantal studenten dat we opleiden. Normaal wordt die bekostiging pas twee jaar later aangepast”, aldus VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK