Tip voor decanen: laat scholieren gewoon een rondje door een hogeschoolgebouw lopen

Nieuws | door Ramon van Doorn
12 februari 2021 | Voor toekomstige studenten is de overgang van vo naar ho nu een stuk zwaarder. Decanen kunnen die scholieren echter helpen, zeggen studenten die al tijdens corona van het vo naar het ho gegaan zijn. Zij geven tips aan decanen, die de overgang voor de volgende lichting makkelijker kunnen maken.
Dat veel onderdelen van onderwijs online plaatsvinden, pakt nog niet altijd even goed uit. Beeld: Hatice EROL via Pixabay

De coronacrisis heeft de overgang van het voortgezet onderwijs naar het hoger onderwijs enorm veranderd. Het is nog niet met zekerheid vast te stellen of die overgang in het komende leerjaar weer enigszins normaal zal zijn, dus het is belangrijk om toekomstige studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op de verschillende mogelijkheden. Decanen van middelbare scholen spelen hier een belangrijke rol in.

Daarom organiseerden NHL Stenden en Van Hall Larenstein gezamenlijk de jaarlijkse Noordelijke Decanendag. Decanen van zowel voortgezet onderwijs als mbo en hbo werden hierbij uitgenodigd om op de hoogte gebracht te worden van veranderingen en ontwikkelingen in de verschillende opleidingen van de twee hogescholen. De Decanendag van dit jaar was, net als vele andere evenementen en bijeenkomsten, volledig online.

De wereld gaat gewoon door

Jan van Iersel, voorzitter van het College van Bestuur van Van Hall Larenstein, benadrukte hoe belangrijk het is om ook dit jaar gewoon door te gaan met dit soort bijeenkomsten. “Het is voor iedereen natuurlijk een bijzonder jaar; sommige dingen mag je wel doen op school en andere niet. Toch gaat de wereld wel door.”

Marc Otto, lid van het College van Bestuur van NHL Stenden, is dan ook blij dat een groot aantal decanen aanwezig is bij de bijeenkomst. “De rol van decanen is nu misschien nog wel groter dan in het afgelopen jaar, en zeker groter dan in de jaren daarvoor. Wij kunnen geen echte open dagen of meeloopdagen organiseren, wat betekent dat veel leerlingen en hun ouders hun vertrouwen leggen in de keuzes die decanen hen voorleggen.”

Het eerste halfjaar verloopt moeizaam

Studenten vinden de overgang van vo naar ho nu zwaarder, vertellen studenten van de twee hogescholen in gesprek met Freddy van Dijken, docent Management van de Leefomgeving aan Van Hall Larenstein. Chantal Dijkveld Stol, eerstejaars student aan diezelfde hogeschool, vertelt over haar ervaringen. “Ik heb vorig jaar havo gedaan, en dat werd al raar afgesloten. Nu heb ik hier twee introductiedagen gehad, dus je kent je klasgenoten wel, maar toch ook weer niet. Ik mocht ook één dag in de week naar school, daar was ik wel heel blij mee. Zo kan je elkaar toch nog een beetje leren kennen.”

Daarnaast verloopt ook het online onderwijs niet altijd even soepel, vertelt ze. “In het begin heb je nog wel motivatie, maar na een tijdje kan je dat tijdens online onderwijs niet meer opbrengen. Verder scheelt het wel tijd dat ik niet heen en weer naar Leeuwarden moet, dat is fijn, maar de sociale contacten mis ik wel.”

Als docent herkent Van Dijken dit ook. “Het is heel moeilijk om nu studenten te bereiken. Ze hebben de ideale mogelijkheid om weg te duiken tijdens de online lessen.” Dat speelt ook mee in de motivatie van de studenten, zegt Dijkveld Stol. “Ik heb dagen dat ik mijn motivatie goed kan vasthouden en heel de dag gewoon meedoe, maar ik heb ook dagen dat mijn computer wel heel de dag aan staat, maar dat ik niks opsla.” Dat ligt ook aan de lessen, denkt ze. “Er zijn lessen waar de docent je aandacht er heel erg bijhoudt, en er zijn lessen waar docenten gewoon hun verhaaltje doen zonder interactie.”

Alles is online

Hogescholen organiseren echter wel online open dagen en meeloopdagen, en de studenten hebben ook tips voor de decanen die hiermee moeten omgaan. Iris van der Schoot is vijfdejaars student aan Van Hall Larenstein, en heeft al veel verhalen meegekregen over de online meeloopdagen. “Wat ik heb gehoord over de meeloopdagen, is dat er best weinig gevraagd wordt door de toekomstige studenten, en dat er weinig interactie is.”

Van Dijken ziet dit ook gebeuren. “Ik organiseer zelf ook die online meeloopdagen, en er komen dan niet heel veel spontane vragen vanuit de scholieren. Het is dus een goede tip om scholieren, bijvoorbeeld tijdens lessen voor LOB (Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding), alvast vragen te laten formuleren die ze tijdens een meeloopdag kunnen stellen.”

Van der Schoot voegt daaraan toe dat die vragen niet alleen over de opleiding hoeven te gaan, maar bijvoorbeeld ook de sfeer op de hogeschool mogen betreffen. “Je kiest niet alleen voor een opleiding, maar ook voor de hogeschool waarbij die opleiding hoort, en voor de stad waar je elke dag naartoe moet reizen. Het is de plek waar je de komende vier jaar je leven gaat doorbrengen.”

Ook Aniek Miedema, eerstejaars student van NHL Stenden, bevestigt dat meeloopdagen en open dagen voor haar heel belangrijk waren. Ze wist door de meeloopdagen al hoe de hogeschool was en hoe het eraan toeging. Zodoende had ze niet het gevoel dat alles helemaal nieuw was toen ze met haar opleiding begon.

Decanen moeten creatief zijn

Decanen van middelbare scholen kunnen hierin dan ook een actieve rol nemen. Op de middelbare school van Miedema werden studenten bijvoorbeeld verplicht om open dagen te bezoeken, en dat vond ze juist fijn. “Dan moest je er wel naartoe, dus dan deed je dat ook.”

Daarnaast werden ook speciale voorlichtingsdagen georganiseerd, waar scholieren zich konden inschrijven voor een voorlichting van een aantal studies. “Zo kom je in aanraking met nog meer verschillende studies,” vertelt Miedema, “ook studies waarvan je in eerste instantie nooit een open dag zou bezoeken. Dat vond ik heel waardevol.”

Ook in de chat van de online bijeenkomst worden tips gedeeld. Eén daarvan was om gewoon een schoolgebouw te bezoeken. Van Dijken vindt dit een hele goede tip, en moedigt decanen aan om dit te onthouden. “Het schoolgebouw is niet dicht, we zijn gewoon open. U mag gerust een keer een leerling richting onze school sturen, en ze daar een rondje laten lopen. Dan kunnen ze ook ervaren hoe ze er moeten komen, en hoe lang ze moeten reizen. Als de school open is, kunnen ze ook gewoon naar binnen, ze worden echt niet bij de deur tegengehouden. En er lopen studenten rond, waarmee ze dan natuurlijk een praatje kunnen houden.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK