“Als getint persoon moet ik meer mijn best doen in de techniek”

Nieuws | door Ramon van Doorn
15 maart 2021 | Ondanks de vele open vacatures en goede baankansen in de techniek blijken jongeren met een migratieachtergrond niet representatief vertegenwoordigd te zijn in deze sector. Maar waar ligt dat dan aan? Platform Talent voor Technologie (PTvT) heeft jongeren die wél voor techniek hebben gekozen geïnterviewd, en heeft op basis daarvan een aantal knelpunten en adviezen geformuleerd.
Beeld: Borko Manigoda via Pixabay

Uit cijfers van het CBS blijkt dat vmbo-leerlingen met een migratieachtergrond minder vaak doorstromen naar een technische mbo-opleiding dan jongeren zonder migratieachtergrond. Voor de jongeren met een migratieachtergrond is dit 18%, terwijl dit voor de jongeren zonder migratieachtergrond 30% is. Adviesbureau Youngworks heeft voor PTvT onderzoek gedaan naar de achterliggende redenen voor dit verschil en advies gegeven over hoe daarmee om te gaan. De uitkomsten daarvan zijn beschreven in de rapportage ‘Jongeren met een migratieachtergrond & hun keuze voor techniek’.

Volgens PTvT kan een groot gedeelte van de vele openstaande vacatures in de techniek opgevuld worden wanneer jongeren met een migratieachtergrond meer die kant op zouden gaan. Daarom hoopt PTvT jongeren voor wie de techniek nu niet vanzelfsprekend is, zoals meiden en jongeren met een migratieachtergrond, te stimuleren om hun talenten op dat gebied te ontdekken.

Voor het onderzoek van Youngworks zijn gesprekken gevoerd met 27 jongeren van Antilliaanse, Marokkaanse, Surinaamse of Turkse afkomst. Deze jongeren hebben al gekozen voor een technische opleiding en kunnen dus veel vertellen over hun ervaringen in deze sector. Uit de interviews blijkt dat techniek voor jongeren met een migratieachtergrond geen vanzelfsprekende keuze is. “Ik heb wel geluk dat ik nu techniek doe, hoor, want ik had het nooit uit mezelf gekozen”, vertelt één van de jongeren. “Mijn docent zag dat ik aanleg had en stimuleerde me. Anders had ik gewoon economie gekozen, net als mijn vrienden.”

Eén van de adviezen uit het rapport gaat dan ook over de sleutelrol die docenten kunnen spelen. Zelfs jongeren die vanuit huis geen rolmodel hebben, kunnen op school een docent of een mentor als rolmodel zien. Daarnaast kan op school ook gewerkt worden aan het vergroten van het technisch zelfvertrouwen van de jongeren, door ze meer tijd te geven om hun talenten te ontwikkelen. Verder kunnen docenten en bijvoorbeeld studieadviseurs benadrukken dat er in de techniek een goed toekomstperspectief is.

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief 

 

Het is ‘Nederlands’ om te kiezen wat bij je past

De omgeving speelt een grote rol bij de keuze voor een technische vervolgopleiding. Voor jongeren is het belangrijk dat ze gesteund worden door hun ouders, maar die ouders moeten dan vanzelfsprekend wel een positieve kijk hebben op techniek. Zo vertelt een vmbo-leerling dat de steun van zijn ouders de doorslag gaf voor de keuze voor techniek. “Ze willen vooral dat ik zelf ontdek wat bij me past en wat ik leuk vind. Ze zijn een beetje Nederlands daarin.”

Die opmerking legt meteen een pijnlijk punt bloot. Is het ‘Nederlands’ om te kiezen voor een studie die bij je past? Het blijkt in ieder geval niet vanzelfsprekend te zijn in alle culturen. “Surinaamse mensen die in de bouw werken hebben vaker geen diploma en krijgen weinig betaald”, legt een andere vmbo-leerling bijvoorbeeld uit. “Daarom denken veel Surinaamse ouders: ‘spaar je rug en ga iets anders doen voor geld.’”

Volgens sommige studenten beginnen ze mede hierdoor eigenlijk al met een achterstand. Een jongere met een migratieachtergrond die in een klas zit met alleen maar leerlingen zonder migratieachtergrond zegt dat zijn klasgenoten al eerder weten of ze iets met techniek willen doen in de toekomst. “Dat komt omdat hun familie veel meer in de techniek zit, ze weten daardoor wat je ermee kan doen. Hun vaders rijden in eigen busjes, dat is gewoon een mooi voorbeeld.”

Een ander advies in het rapport is dan ook gericht op de zichtbaarheid van techniek. Zo zijn bijvoorbeeld filmpjes over techniek wel populair onder jongeren met een migratieachtergrond. Er kan vaker een link gelegd worden tussen dit soort filmpjes en het soort opleiding of beroep wat daarbij hoort. Verder kan in wijken of buurten met een hoge diversiteit meer georganiseerd worden waarbij jongeren ervaring op kunnen doen met techniek. Als laatste kan ook al eerder, dus op de lagere school bijvoorbeeld, al begonnen worden met technieklessen.

Een rolmodel laat zien dat je rijk kan worden

Een andere geïnterviewde jongere lijkt te bevestigen dat een voorbeeld of rolmodel in de techniek een enorme invloed kan hebben. “Twee neven zijn loodgieter en zeiden dat ik dat ook moest doen. Er is altijd werk en je kunt er rijk mee worden. Cv-ketels schoonmaken is echt gratis geld, drie ruggen per maand of zo. Ik heb me gelijk ingeschreven zonder naar de open dag te gaan!”

‘Rijk’ hoeft in deze context overigens niet te betekenen dat de jongeren meteen miljonair willen worden. Uit de rapportage blijkt dat ‘succesvol zijn’ voor veel jongeren eigenlijk ‘geen geldzorgen’ betekent. “Het allerliefst heb ik gewoon een eigen zaak”, vertelt een geïnterviewde mbo-student hierover. “Dan word ik succesvol en heb ik geen geldzorgen. Ik wil gewoon een normaal leven leiden met een vrouw en kinderen. En gewoon alles goed geregeld hebben, dan kan ik ook mijn ouders een beetje geld geven.”

In de rapportage wordt ook opgemerkt dat deze financiële motivatie geleidelijk kan veranderen naar oprechte interesse in techniek. “Ik dacht: elektricien is simpel werk, gewoon stekker in stopcontact en klaar”, aldus een andere mbo-student. “Daar kan ik makkelijk veel geld mee verdienen. Maar elektriciteit is zoveel meer, je hebt verschillende soorten kabels en je kan veel verschillende kanten op. Eigenlijk echt wel interessant.” Dit gebeurt echter natuurlijk niet altijd, waardoor jongeren met alleen financiële beweegredenen nog steeds meer kans maken op uitval.

Veel verschil tussen de Randstad en daarbuiten

Hoewel de geïnterviewde jongeren met veel plezier en interesse hun opleiding volgen, verschillen hun ervaringen met de opleiding enorm per locatie. Dit kan een reden zijn waarom jongeren met een migratieachtergrond percentueel gezien niet voldoende vertegenwoordigd zijn.

Het is voor jongeren met een migratieachtergrond buiten de randstad lastiger om buiten school met techniek in aanraking te komen, denkt een vmbo-leerling. “Bij ons in het dorp kiezen vooral Nederlanders voor techniek. Zij hebben machines op het platteland en hebben ruimte voor hun eigen crossauto. In mijn buurt wonen meer Marokkanen, de huizen zijn kleiner, dan heb je sowieso minder ruimte voor techniek.”

Dit heeft meteen gevolgen op het vmbo. Omdat alles nieuw is voor veel van de leerlingen met een migratieachtergrond lijken zij minder vaardig en talentvol. Dit kan ervoor zorgen dat de jongeren de handdoek al in de ring gooien voordat ze goed en wel begonnen zijn. Dat was ook de ervaring van één van de geïnterviewde vmbo-leerlingen: “In het begin lukten de opdrachten steeds niet. Toen dacht ik: ‘laat maar zitten, techniek is niks voor mij.’”

Dit is een heel verschil met een vmbo-student uit Breda. “Letterlijk mijn hele familie werkt met auto’s”, vertelt hij. “Als je hier in Breda een rondje loopt zie je in elke garage een Turk of andere buitenlander.” En dit verschil heeft ook meteen gevolgen voor technische opleidingen. Zo vertelt een jongere uit Amsterdam-Noord: “Ik zit mijn hele leven al met vooral buitenlanders in de klas, op de middelbare school al en ook nu tijdens mijn techniekopleiding.”

Waar jongeren met een migratieachtergrond binnen de randstad dus vaak in een hele diverse opleiding terechtkomen, zijn ze buiten de randstad soms de enige binnen hun opleiding met een migratieachtergrond. “De techniekwereld is wit”, wordt gesteld in de rapportage. “Dat zien jongeren aan klasgenoten, op stage en aan hun docenten. Ook zien ze dat techniek geen gangbare keuze is binnen hun familie, onder vrienden met een migratieachtergrond of in hun diverse buurt.”

Techniek past niet bij jou

Dit maakt dat nog maar eens duidelijk dat vooroordelen een enorm effect kunnen hebben. Zo vertelt een vmbo-leerling bijvoorbeeld dat er verbaasd gereageerd wordt wanneer hij ‘witte mensen’ vertelt dat hij een technisch profiel doet en aan autocross doet. “Er wordt gezegd dat het niet bij me past. Ik moet extra mijn best doen om te laten zien dat ik als getinte persoon het wel kan in de techniek, en ik vind dat wel jammer.” Hierbij moet echter wel gezegd worden dat deze vormen van ontmoediging meestal buiten school plaatsvinden. Op de middelbare school merken ze weinig van negatieve vooroordelen, vertellen de geïnterviewde jongeren.

Op het mbo blijkt dit echter niet meer het geval te zijn: “Elke keer als even iets kwijt was in het lokaal zeiden ze dat ik het had gestolen, omdat ik een Marokkaan ben”, vertelt een mbo-student. Een ander is door dit soort voorvallen zelfs gestopt met zijn opleiding. “Een van de redenen is dat ik buitengesloten werd door mijn klas omdat ik de enige Marokkaan was.”

Dit gebeurt ook tijdens de zoektocht naar een stage, wat het studieverloop moeizaam maakt. “Ik heb een keer bij een bedrijf gesolliciteerd en het hele gesprek ging alleen maar over mijn hoofddoek”, vertelt een mbo-student. “Waarom ik die droeg en of ik het wel zelf heb gekozen. Ik ben daar ook niet aangenomen.” Een andere mbo-student vertelt dat hij op één dag door drie verschillende mensen niet eens werd binnengelaten. “Toen ben ik naar huis gegaan. Ik heb er ruzie over gekregen met mijn stagebegeleider, maar wat kan ik doen?”

Hierbij moet ook nog worden opgemerkt dat deze verhalen komen van jongeren die reeds voor de techniek gekozen hebben. In het onderzoek zijn namelijk geen jongeren geïnterviewd die misschien wel in de richting van de techniek zouden willen gaan, maar dat uiteindelijk niet gedaan hebben. Wellicht is het effect van vooroordelen en discriminatie op de studiekeuze in die groep dus nóg groter.

Het advies van PTvT om dit te bestrijden is gericht aan zowel het beroepsonderwijs als de beroepspraktijk: zorg ervoor dat discriminatie herkend wordt binnen het onderwijs, bespreek discriminatie preventief met studenten en ga samenwerkingen aan in de regio om discriminatie te monitoren. Daarnaast is het van belang om juist de studenten hierbij te betrekken, want die kunnen het proces verbeteren.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK