Complexer taalgebruik geeft onderzoeksaanvraag hogere kans van slagen
De taalkundigen analyseerden ruim 3000 aanvragen uit alle vakgebieden voor een onderzoeksbeurs voor jonge onderzoekers die 5 jaar onderzoek financiert. De procedure van de onderzochte aanvraagronde zal de Nederlandse onderzoeker niet onbekend zijn: een CV en onderzoeksvoorstel werden in een eerste ronde beoordeeld met een letterscore, waarna de best beoordeelde aanvragers hun project in een tweede ronde tijdens een interview moesten toelichten.
Taalkundige analyse van onderzoekaanvragen
Om te beoordelen welke tekstuele kenmerken een aanvraag meer kans op slagen geven, hebben de onderzoekers de gehonoreerde én afgewezen aanvragen in hun analyse meegenomen. Met de Linguistic Inquiry and Word Count (LICW) software hebben ze een taalkundige analyse gemaakt om te onderzoeken welke tekstkenmerken samenhangen met gehonoreerde en afgewezen aanvragen.
Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief
De onderzoekers keken naar kenmerken als het aantal woorden en het aantal woorden per zin, en de complexiteit van het analytisch denken en schrijven in de tekst. Ook bestudeerden ze het woordgebruik in de aanvragen, zoals het gebruik van jargon. Daarnaast onderzochten de taalkundigen tekstuele elementen die iets over de houding van de aanvrager suggereerden. Zeker en onzeker taalgebruik, wat kan wijzen op zelfvertrouwen, aarzeling of voorzichtigheid van de aanvrager, werden in de analyse meegenomen.
Met een complexe tekst de eerste ronde door
In de eerste selectieronde blijken complexere teksten het beter te doen. Langere teksten met langere zinnen en meer jargon krijgen hogere scores. De stijl van de tekst blijkt ook belangrijk: een verhalende stijl scoort beter dan een te analytische stijl, en het gebruik van zekere en causale woorden heeft een positief effect op de slagingskans.
Opmerkelijk genoeg ontdekten de onderzoekers dat taalgebruik in de tweede ronde van de aanvraag, waarin enkel nog als “excellente” beoordeelde projectvoorstellen geëvalueerd worden, geen effect meer heeft op de slagingskans. Als mogelijke reden hiervoor noemen de onderzoekers dat de beoordelaars in deze ronde meer tijd hebben om een kleinere stapel aanvragen door te nemen. Bovendien weten ze dat alle aanvragen in de tweede ronde van hoge kwaliteit zijn, en lezen ze teksten wellicht nauwkeuriger ongeacht tekstkwaliteit, vermoeden de onderzoekers.
Engels oefenen en veel publiceren
Omdat de onderzoeksaanvragen in de onderzochte aanvraagronde in het Engels ingediend moesten worden en de meeste aanvragers van de beurs een andere moedertaal hadden, onderzochten de taalkundigen onderzochten ook hoe belangrijk Engelse taalvaardigheid is voor de slagingskans van de aanvraag. Dit bleek inderdaad van invloed te zijn, hoewel de onderzoekers bij hun analyse van de taalvaardigheid rekening hebben gehouden met het gemiddelde niveau van het Engels per thuisland van de aanvragers.
De onderzoekers namen ook de CVs van de aanvragers mee in hun analyse van de slagingskansen. Ze kwamen hierbij tot een minder verrassende conclusie. Een hoger aantal publicaties op een CV blijkt positieve invloed te hebben op de slagingskans. Als mogelijke redenen hiervoor noemen de onderzoekers niet alleen dat meer publicaties zorgen voor een hogere score van de kandidaat, maar ook dat productieve academici door meer oefening wellicht betere aanvragen schrijven.
