De school is een knellend bedrijf geworden

Nieuws | door Ramon van Doorn
24 maart 2021 | “Het individu moet tegenwoordig alles zelf regisseren. Onderwijs is ook hierop ingericht. Zelfs als het misgaat krijg je geen hulp, maar een zelfhulpboek,” zegt Kees Boele over de druk op studenten.

De weerbaarheid en veerkracht van studenten is in deze tijd van corona, waarin heel veel jongeren het extra zwaar hebben, een belangrijk onderwerp van gesprek op universiteiten en hogescholen. Op een online symposium over studentenwelzijn en de druk op studenten legde Kees Boele uit wat volgens hem de redenen zijn voor deze problemen. Daarnaast vertelden Evelyne Meens en Izaak Dekker over interventies die docenten en studiebegeleiders kunnen inzetten om studenten hiermee te helpen.

Volgens Kees Boele, voorzitter van het College van Bestuur van de Protestantse Theologische Universiteit, is het tijd om te vertragen en wat meer tijd te nemen voor de persoonsvorming van studenten. “Voor mij viel het kwartje pas goed in 2017. Uit onderzoek van de Radboud Universiteit bleek dat 57% van de studenten aangaven veel tot zeer veel stress te ervaren. Daarnaast voelde één op de vijf studenten zich eenzaam. Ik zie hiervoor drie oorzaken, en tegelijk dus ook drie remedies.”

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief 

 

Als het misgaat krijg je een zelfhulpboek

Als eerste noemt Boele een richtingloos intellectueel klimaat. “In het naoorlogse postmoderne klimaat zijn de grote verhalen voorbij. Het leven is een soort wolk, die steeds vervliegt. We zijn out of control. Er wordt zelfs gezegd dat je mensen die wel een perspectief zien moet wantrouwen.” Daarnaast merkt Boele dat ‘onderwijs’ niet meer de norm is. Docenten mogen studenten nergens meer op wijzen, maar studenten moeten ‘dwalen’. “Studenten moeten alles zelf doen, en dit geeft druk en desoriëntatie. Ze moeten zoveel mogelijk informatie tot zich nemen, wat ‘infobesitas’ veroorzaakt. Dat geeft ook druk.”

Hierbij hoort volgens Boele ook meteen het tweede probleem: een te optimistisch mensbeeld. “Je bent zelf verantwoordelijk en autonoom. Het individu moet tegenwoordig alles zelf regisseren. Onderwijs is ook hierop ingericht. Zelfs als het misgaat krijg je geen hulp, maar een zelfhulpboek. Lukt het dan nog niet, ben je niet ondernemend genoeg. Er is een cultureel gebod tot zelfsturing, wat ook enorm veel druk geeft. Ben ik wel goed genoeg? Die vraag ontstaat dan bij veel jongeren, en dit mensbeeld deugt niet. Het miskent dat er dingen fout gaan in het leven, en dat heel veel succes afhankelijk is van mazzel.”

Kwaliteit van de docent bepaalt de kwaliteit van onderwijs

Deze twee problemen liggen dicht bij elkaar, dus de oplossingen die Boele hiervoor noemt ook. De eerste is het onderwijzen van wijsheid. “Laten we het woord onderwijs goed tot ons nemen”, zegt hij. “Ergens op wijzen. Heeft met wijsheid te maken. Dat studenten wijzer worden lijkt archaïsch te zijn. Iedere sukkel kan in 20 minuten leren hoe het internet werkt, maar het duurt 20 jaar voordat je weet of datgene wat je op het internet vindt zinvol is. Wijsheid leert filteren, en dat geeft rust. Het hebben van inzicht, daar moeten we naartoe. Dat studenten persoonlijk gevormd worden.”

Om dit te doen heb je wel een autoritaire docent nodig, zegt Boele. “En dat heeft niks met dwingen te maken. Het gaat erom dat docenten er zijn om studenten te helpen met groeien. Dat is de goede rol voor een docent. Als een docent dingen kan aanwijzen, helpt dat om studenten te laten groeien. Uiteindelijk is de kwaliteit van onderwijs altijd terug te voeren op de kwaliteit van de docent.”

Het derde probleem is dat een school een ‘knellend bedrijf’ is geworden volgens Boele. “Er is een enorme hoeveelheid kaders, richtlijnen, formulieren en protocollen in het onderwijs. Docenten worden helemaal plat geprotocolleerd. Het bedrijfsmatige is in de jaren ’80 binnengedruppeld in instituties. Ik sprak laatst bijvoorbeeld met een rechter. Die hebben blijkbaar een target voor het aantal uitspraken dat ze per jaar moeten doen. Daar wringt iets.”

Volgens Boele is dit het gevolg van een economisering die tot diep in het onderwijs is doorgedrongen. “Het doel wordt afgemeten aan economische relevantie. Ook het onderwijsproces is beïnvloed geraakt door dit. Alles moet beter, sneller, je moet scoren. Dit leidt tot het risico dat alleen het buitengewone telt.” Dit werkt ook door op studenten, die voelen dat ze bijzonder moeten zijn. Daarnaast worden ook andere talenten van studenten hierdoor miskend. “Op deze manier doe je iets heel erg verkeerd. Als je kwaliteit meetbaar maakt, is het kwantiteit.”

Boele denkt dat dit opgelost kan worden als de school weer als vrijplaats gezien wordt. “School komt van het Griekse skholḗ, wat vrijplaats betekent. Op school was je even vrij van de markt. Is ons huidige onderwijs vrij te noemen? Ik denk het niet.” Volgens Boele komt dit doordat het onderwijs te veel kijkt naar wat de markt doet. “Terwijl de markt nooit gaat betalen voor sommige dingen.”

Ook docenten zijn volgens Boele niet vrij. “Nee, wij hebben protocollen. Bestuurders hebben steeds meer de neiging om targets en doelen te stellen. Aristoteles zei al dat privaat onderwijs een groot gevaar is voor de democratie. Docenten hebben daarnaast ook veel intrinsieke motivatie die wij met alle kaders en regels onrecht aandoen.”

Jongeren moeten te veel keuzes maken

Een andere bron van stress bij jongeren is keuzestress. Jongeren moeten een enorm aantal belangrijke keuzes maken, en Evelyne Meens, senior onderzoeker en beleidsadviseur Fontys Hogescholen, denkt dat onderwijsinstellingen scholieren en studenten hierbij beter kunnen begeleiden. “Er zijn voor jongeren te veel keuzes als je het mij vraagt, maar wij kunnen wegwijzers zijn bij het maken van die keuzes.”

“Je bent wat je kiest”, vertelt Meens. “Vooral op jongere leeftijd in ieder geval. De keuzes die je dan maakt, maken wie je bent. Keuzes maken op basis van wie je bent komt later pas, wanneer je meer weet wie je bent.” Als voorbeeld neemt ze de keuze voor een studie. “Je ervaart de consequenties van je keuze pas als je die al gemaakt hebt. Wel zou een studentcoach studenten kunnen helpen met reflecteren op wat ze wel of niet leuk vinden bijvoorbeeld.”

Door al die keuzes zitten jongeren met verschillende vragen. Wat vind ik interessant? Wat vind ik belangrijk? Waar wil ik naartoe? “Dat zijn geen makkelijke vragen,” weet ook Meens, “maar je kan er wel even bij stilstaan. Je hoeft niet meteen een antwoord te hebben. Door die vragen te stellen, gaan jongeren er toch al over nadenken. En wij kunnen ze daarmee helpen.” Wat Meens betreft gebeurt dit al zo vroeg mogelijk, op de middelbare school bijvoorbeeld.

BSA verbetert studieprestaties, maar niet het welzijn

Volgens Izaak Dekker, senior beleidsadviseur, onderzoeker en docent bij de master Leren en Innoveren aan de Hogeschool Rotterdam, is het voor studenten ook lastig dat er veel zelfregulatie en discipline verwacht wordt in het hoger onderwijs. “Veel van het leren wordt middels zelfstudie gedaan, en dat lukt niet iedereen. Veel studenten vallen uit of lopen een achterstand op. Meer dan 50% lukt het niet om een studie in 4 jaar af te ronden. Hier wordt door die studenten niet bewust voor gekozen, dus het is zeer ongewenst. Er zijn verschillende manieren om dat op te lossen, maar die manieren verbeteren niet altijd het welzijn van studenten. Het BSA bijvoorbeeld verbetert wel studieprestaties, maar vermindert studentenwelzijn.”

De interventie die Dekker onderzocht heeft kan beide stimuleren, vertelt hij. Reflective goal-setting of Life crafting wordt die genoemd. “Het uitschrijven van de door de student gewenste toekomst is het eerste deel hiervan. Het tweede deel is om scherpe ambitieuze maar haalbare doelen te stellen en daarbij ook een strategie te maken om die doelen daadwerkelijk te halen.”

Om de interventie te testen heeft Dekker een groot experiment gedaan bij Hogeschool Rotterdam. Studenten in de groep met Reflective goal-setting hadden na een jaar significant meer studiepunten dan de controlegroep, die een placebo interventie kreeg. Daarnaast was in de eerste groep significant minder uitval. Dekker vat dit samen: “Zelfregulatie in het hoger onderwijs geeft druk, maar als wij ze de juiste vragen stellen, kunnen we studenten hierbij helpen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK