Docenten moeten zelf op onderzoek uit

Interview | door Michiel Bakker
9 maart 2021 | Om te ontdekken hoe docenten in hun online onderwijs het best voor motivatie en verbinding kunnen zorgen, zullen zij zelf op onderzoek uit moeten, zegt Peter Verkoeijen. Hij is lector Brein en Leren bij Avans Hogeschool en weet uit zowel de theorie als de praktijk wat ervoor nodig is om studenten te motiveren.
“Er is geen gouden tip waardoor alles meteen werkt. Het is daarom belangrijk dat we als docenten gezamenlijk een onderzoekende houding hebben”, zegt lector Peter Verkoeijen over verbondenheid bij online onderwijs.

Peter Verkoeijen, lector bij het lectoraat Brein en Leren van Avans Hogeschool, is van huis uit cognitief psycholoog en gepromoveerd op het effect van herhaling op het geheugen. Zijn passie voor het geven en ontwerpen van onderwijs heeft hem er echter toe gebracht om niet alleen met fundamentele, maar ook met toegepaste psychologie bezig te zijn. Zodoende is Verkoeijen terechtgekomen bij het lectoraat Brein en Leren, waar hij onderzoek doet naar de motivatie, de zelfregulering en het kritische denken van studenten.  

Dat onderzoek doet hij samen met docenten die het onderzoek uitvoeren in hun eigen onderwijspraktijk. “Zij proberen het onderwijs zodanig vorm te geven dat het leren, het kritisch denken en de motivatie van studenten wordt bevorderd”, vertelt Verkoeijen. Hijzelf helpt hen daarbij door het aanbieden van een theoretisch kader, advies over methodologische en statistische aspecten van de onderzoeksopzet, en de verslaglegging van de onderzoeksresultaten. “Die onderzoeken zijn altijd praktijkgericht. De onderzoeksvragen komen dus voort uit de praktijk, maar soms stippen ze ook fundamentele punten aan. 

Van klaslokaal tot klaslokaal 

De klaslokalen en curricula vormen dus tegelijkertijd de context waarbinnen de kenniskring van het lectoraat onderzoek doet. “Daar vindt het onderwijs aan studenten immers plaats. Soms doen we echt veldexperimenten met een controlegroep en een experimentele groep“, vertelt Verkoeijen. Vervolgens worden de uitkomsten van de onderzoeken waar mogelijk weer toegepast in de klaslokalen, waarmee de kringloop van kennisverwerving rond wordt. 

Vanuit het lectoraat onderneemt men ook allerlei activiteiten om ervoor te zorgen dat hun kennis doorwerkt in de praktijk, vertelt Verkoeijen. Zo vertellen betrokkenen bij het lectoraat zowel binnen Avans als bij andere hoger onderwijsinstellingen over de motivatie van studenten, leerstrategieën en kritisch denken. “Daarbij proberen we docenten te enthousiasmeren en ervoor te zorgen dat ze mee gaan doen. Dat is een belangrijke missie van ons.” 

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief 

 

Online onderwijs maakt kennis lectoraat nog relevanter 

Hoe gek het ook mag klinken, voor het lectoraat Brein en Leren kwam de omschakeling naar online onderwijs niet alleen slecht uit. “Wij hebben de Motivatie-motor ontwikkeld, een instrument dat docenten helpt om te reflecteren op hun onderwijs. Nu zien we dat daar heel veel aandacht voor is, wat waarschijnlijk te maken heeft met het feit dat docenten nu merken hoe belangrijk die motivatie van studenten is“, vertelt Verkoeijen. Dat was natuurlijk altijd al een belangrijk thema, maar door het online lesgeven is het nog prominenter geworden.” 

Veel van de tips en inzichten uit de Motivatie-motor hebben niet alleen betrekking op online onderwijs, maar op motivatie in het algemeen. “Het betreft zaken die überhaupt helpen. Het gaat vervolgens vooral om de vorm van toepassing die je kiest.” Het thema ‘verbondenheid’, een belangrijk aspect van motivatie, levert in een online onderwijsomgeving echter wel meer uitdagingen op. Het blijkt daarin voor docenten veel lastiger te zijn om een relatie met studenten op te bouwen, vertelt Verkoeijen. “Er zijn wel wat tips en trucs zoals studenten in kleinere groepjes laten samenwerken, maar voor mijn gevoel zijn dat slechts surrogaten.” 

Docenten moeten zelf op onderzoek uit 

Volgens Verkoeijen, die op de hoogte is van allerlei manieren waarop docenten met online onderwijs omgaan, wordt de verbondenheid tussen docenten en studenten ook bevorderd door het delen van persoonlijke dingen. In een online omgeving wordt het contact anders snel zakelijk en professioneel. “Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat mensen zoekende zijn. Dit is dus iets waarbij we met elkaar moeten ontdekken wat goed werkt, want er is geen gouden tip waardoor alles meteen werkt. Het is daarom belangrijk dat we als docenten gezamenlijk een onderzoekende houding hebben, om praktische, werkzame vormen te vinden op basis van de beschikbare theorie. Je moet als docent dus zelf op onderzoek uitgaan en dingen uitproberen.” 

Zelf heeft Verkoeijen, die ook als universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam doceert, zijn lesstof ook moeten aanpassen aan een online vorm. “Daarbij heb ik gebruikgemaakt van de literatuur waarmee wij bij ons lectoraat bezig zijn. Ik gebruik bijvoorbeeld na iedere werkgroep ‘exit checks‘ waarbij studenten kunnen aangeven hoe gemotiveerd ze nog zijn en waarover ze nog uitleg willen krijgen.Zodoende hebben hijzelf en de andere leden van de kenniskring niet alleen nieuwe kennis verkregen vanuit onderzoek, maar ook vanuit hun onderwijspraktijk van de afgelopen periode.  

Blended onderwijs vraagt om kennis over zelfregulatie 

Dat het lectoraat Brein en Leren zich veel bezighoudt met de zelfregulatie van studenten heeft hen in het afgelopen jaar van online onderwijs extra interessant gemaakt. “Het zou goed kunnen dat elementen van blended onderwijs behouden blijven na de coronacrisis, dus er is veel vraag naar kennis op dat gebied“, vertelt Verkoeijen. Hoewel we vanuit ons lectoraat geen experts zijn op het gebied van blended onderwijs, weten we wel veel over zaken die ermee samenhangen, bijvoorbeeld de zelfregulatie van studenten. Als er heel veel flexibiliteit is, bestaat bijvoorbeeld het risico dat studenten zichzelf niet meer goed reguleren. Daar heeft het leren en presteren vervolgens onder te lijden. De vragen over zelfregulatie worden dus ook steeds prominenter. 

Wanneer Verkoeijen naar een handige tip voor docenten wordt gevraagd, wijst hij op de eerdergenoemde Motivatie-motor. “Van daaruit volgen automatisch tips waarmee docenten de autonomie, de competentie en de verbondenheid van studenten kunnen stimuleren. Het instrument biedt docenten wat richting in de dingen die ze kunnen doen, zowel offline als online. 

Wie meer wil weten over de Motivatie-Motor en andere kennis vanuit het lectoraat Brein en Leren kan op woensdag 17 maart 2021 het open lunchcollege van Peter Verkoeijen en Lottie Raaijmakers volgen.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK