Het hoger onderwijs moet overgaan op grootschalige proctoring

Nieuws | door Michiel Bakker
29 maart 2021 | Wat wordt de rol van online proctoring in het hoger onderwijs na de coronacrisis? Tijdens het SURF-webinar ‘Online proctoring na corona’ bepleit Sylvester Draaijer van de Vrije Universiteit dat online proctoring ook na de coronacrisis grootschalig moet worden ingezet. Hij baseert zijn standpunt op de toename van de hoeveelheid toetsen, kosten-efficiëntie en de wensen van studenten.
Wat Sylvester Draaijer betreft gaat het hoger onderwijs over op grootschalige proctoring. Beeld: Pixabay.

Niet alleen het onderwijs werd een jaar geleden noodgedwongen naar online omgevingen verplaatst, ook toetsen moeten sindsdien veelal online worden afgenomen. Om op afstand te kunnen waarborgen dat studenten niet frauderen tijdens toetsen, maakten veel hoger onderwijsinstellingen gebruik van online proctoring. Daarbij vindt toetssurveillance tijdens online toetsen plaats door middel van speciale software of camera’s waarmee men studenten in het oog houdt.  

Het gebruik van online proctoring kwam veel instellingen op kritiek te staan; studenten zijn namelijk van mening dat hun recht op privacy wordt geschaad wanneer onderwijsinstellingen of derden kunnen meekijken op hun scherm of in hun leefomgeving. Tijdens het SURF-webinar ‘Online proctoring na corona’ trok men lessen uit de ervaringen in het afgelopen jaar.  

Online surveillance ontstond noodgedwongen 

“In de situatie vóór corona waren we bij onze instellingen nog heel druk met allerlei gewone manieren van fraudedetectie”, schetst Sylvester Draaijer, vanuit de Vrije Universiteit betrokken bij de special interest group (SIG) Digitaal Toetsen. “We zaten in grote zalen waar surveillanten rondliepen die controleerden of studenten niet op elkaars tafel of op hun telefoon keken, en als een student naar het toilet moest, liep een surveillant mee. Fraude kwam in die gewone situaties natuurlijk ook voor, maar dat was verder onder controle.” 

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief 

 

Ook was er geen sprake van het plaatsen van camera’s in tentamenzalen, en over thuistoetsing werd al helemaal niet gesproken. “Maar vanaf maart 2020 is het snel gegaan“, vertelt Draaijer; er moest zo snel mogelijk een manier van online toetsen gevonden worden, waarbij men ook de betrouwbaarheid van toetsen en de privacy van studenten in acht moest nemen. Hoewel er veel gedaan is om daarbij aan de privacywetgeving te voldoen, bestaat bij veel partijen de wens om het online proctoring af te schalen.  

Negatieve opvatting over online proctoring is onterecht 

Draaijer vindt de negatieve opvattingen van online proctoring echter onterecht. “Het wordt bijvoorbeeld spyware genoemd, wat het gewoon niet is. Ook vinden studenten het een schending van hun veilige thuisomgeving, en men denkt soms dat er nu weleens meer fraude zou kunnen voorkomen.” Daar staat echter tegenover dat online proctoring studievoortgang mogelijk maakt wanneer fysieke toetsingonmogelijk is en daarmee de waarde van diploma’s borgt, bepleit Draaijer.  

Volgens de expert staat het hoger onderwijs voor de vraag wat het met online proctoring zal doen wanneer studenten na corona weer naar de campus kunnen komen. “Gaan we dat volledig afschaffen? Als je naar de negatieve opvattingen van online proctoring kijkt, zou je zomaar denken dat het allemaal weg moet. Maar de toekomst ziet er toch anders uit“, meent Draaijer. Daarnaast noemt hij de mogelijkheid van een beperkt gebruik van online proctoring bij studenten op uitwisseling, en het gebruik van online proctoring op de campus. 

Hoger onderwijs moet grootschalige proctoring introduceren  

Als het aan Draaijer ligt gaat het hoger onderwijs over op grootschalige proctoring. Daarvoor draagt hij een aantal redenen aan. Ten eerste meent hij dat het aantal toetsen tijdens de periode van digitale toetsing zodanig is toegenomen, dat het nooit zal lukken om datzelfde aantal toetsen af te nemen in de normale situatie op de campus. “Daar doemt een enorm probleem op, in mijn beleving,” zegt hij,dus we zouden er ook voor kunnen kiezen om nu door te pakken. Zet de bakens goed, en zorg dat je verder kunt gaan.” 

Daarnaast kan er ook vanuit de wensen van studenten worden beargumenteerd dat online proctoring niet moet verdwijnen, stelt Draaijer. “In oktober vorig jaar hebben we studenten gevraagd of ze toetsen liever thuis of op de campus maken. Toen zei ongeveer vijftig procent de toetsen wel online te willen maken.” Ook kan online proctoring kosteneffectief zijn, legt Draaijer uit. Wanneer studenten hun digitale toets thuis kunnen maken, worden hoger onderwijsinstellingen niet gedwongen om op hun campus meer computers ter beschikking te stellen. “Als het alleen al gaat om investeringen die je nu niet hoeft te doen op je campus, is dat al een heel belangrijke reden om na te denken over online proctoring.” 

Opschalen online proctoring zorgt voor dilemma’s 

Vanuit de eigen instelling weet Draaijer echter ook dat het behouden en verbeteren van online proctoring voor een dilemma zorgt. Zo meent hij enerzijds te merken dat examencommissies steeds meer data willen verzamelen om het aantal fraudegevallen tijdens digitale toetsen verder terug te dringen. Zo pleiten examencommissies voor het gebruik van intensievere surveillance en het gebruik van een tweede camera. Anderzijds willen studenten dat er juist minder data wordt verzameld. “Zij willen geen tweede camera, geen gedetailleerde vastlegging van hun toetsruimte, geen live toezicht. Dat is dus een dilemma waarop wij als instelling voortdurend proberen te navigeren.” 

In de toekomst kan dit dilemma minder groot zijn, meent Draaijer. “Nu hebben we vaak het idee dat studenten het online proctoring opgedrongen krijgen. Dat kan in de toekomst anders zijn. Misschien willen studenten juist de vrijheid hebben om voor online proctoring te kiezen, zodat ze hun toetsen ofwel thuis kunnen maken mét online proctoring, ofwel op de campus zónder online proctoring.Draaijer ziet daarom voor zich dat studenten in de toekomst die keuze krijgen, maar dat daartegenover staat dat de onderwijsinstelling meer gegevens mag verzamelen tijdens online proctoring.  

Daarnaast blijft het een mogelijkheid om studenten zowel thuis als op de campus te onderwerpen aan online proctoring tijdens toetsing, stelt Draaijer. Dat zou de logistiek van toetsing vereenvoudigen, aangezien alle surveillance en toetsing dan digitaal kan plaatsvinden. Daarnaast zou het één van de grootste bezwaren van studenten tegen online proctoring wegnemen, aangezien studenten aangeven vooral moeite te hebben met het filmen van hun thuisomgeving. “Dit zijn, in mijn beleving, de enige twee scenario’s waarnaar we op dit moment moeten kijken”, aldus Draaijer.

Kamervragen over tweede camera bij Erasmus Universiteit

Niet alleen studenten maken zich zorgen over hun privacy en geestelijk welbevinden tijdens online proctoring, ook in de politiek bestaat wantrouwen jegens de digitale surveillance. Zo werden er in januari reeds Kamervragen gesteld toen bleek dat studenten van de Erasmus Universiteit verplicht werden zichzelf tijdens online toetsen te filmen met de camera van hun mobiele telefoon. Op die manier wil de Erasmus Universiteit fraude tijdens online tentamens verder voorkomen, werd tijdens het SURF-webinar over proctoring uitgelegd door een medewerker van die universiteit.

Voor Kamerleden Van Raan, Van Esch (beiden PvdD) en Westerveld (GroenLinks) was het bericht uit januari reden om Kamervragen te stellen. In haar antwoorden liet demissionair minister Van Engelshoven weten dat de besluitvorming van de Erasmus Universiteit was getoetst door de Functionaris Gegevensbescherming. Die stelde vast dat er, gegeven het gebleken risico op fraude, een zorgvuldige afweging had plaatsgevonden die conform de maatstaven van de AVG was.

Medezeggenschap Radboud Universiteit blokkeert online proctoring

In haar antwoorden op de Kamervragen riep de demissionair minister onderwijsinstellingen wel op om terughoudend te zijn met de inzet van een tweede camera tijdens online proctoring. Daarbij meldde ze ook dat de Erasmus Universiteit had toegezegd om tentamens met online proctoring tot een minimum te beperken. De Radboud Universiteit zal die afweging komend collegejaar echter niet hebben. Daar werd het gebruik van online proctoring tijdens komend collegejaar namelijk geblokkeerd door de universitaire medezeggenschap.

Omdat het College van Bestuur (CvB) van de Radboud Universiteit de medezeggenschap niet in die besluitvorming wilde betrekken, ging daaraan een formeel geschil tussen de medezeggenschap en het CvB vooraf. Uiteindelijk besloot het Stichtingsbestuur, na advisering door een onafhankelijke commissie, dat zowel de universitaire als de facultaire medezeggenschap inspraak moest hebben in besluiten aangaande online proctoring. Enkele dagen voordat dat advies werd uitgebracht besloot het CvB nog om online proctoring tijdens het huidige semester wel toe te staan, maar volgend collegejaar zal daarvan universiteitsbreed geen sprake zijn op de Radboud Universiteit.

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK