Onderzoek naar jongeren kan ook door jongeren gedaan worden

Nieuws | door Ramon van Doorn
31 maart 2021 | Het Leeratelier Jongeren, Inclusie & Participatie (JIP), onderdeel van de Werkplaats Sociaal Domein Arnhem en Nijmegen die aan het lectoraat Versterken van Sociale Kwaliteit van de HAN verbonden is, stimuleert onderzoek en praktijkverbetering rond de mogelijkheden tot participatie van jongeren. Jongeren zelf worden daarnaast uitgenodigd om ook bij te dragen door middel van eigen onderzoek. Sinds 1 maart is Hilde Wierda-Boer de nieuwe trekker van het leeratelier.
Foto: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

“Ik zie het als mijn persoonlijke missie om de stem van kinderen en jeugdigen en hun visie op maatschappelijke problemen een plek te geven in onderzoek”, zei Wierda-Boer, naast de nieuwe trekker van JIP ook senior onderzoeker bij de Academie Mens en Maatschappij van de HAN en docent bij de master Pedagogiek, op een bijeenkomst van JIP afgelopen week. Tijdens de bijeenkomst werden een aantal lopende projecten besproken en werd alvast vooruit gekeken naar hoe het netwerk verbeterd kan worden en kan groeien.

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

JIP is een ontmoetingsplaats

Volgens de vertrokken trekker Joos Meesters, die nog wel als onderzoeker verbonden blijft aan JIP, is de kracht van JIP het verbinden van onderzoekers, docenten, studenten, werkveldpartners en gemeenten met dezelfde ambitie: inclusie en participatie versterken van jongeren voor wie meedoen niet vanzelfsprekend is. “Door elkaar geregeld op een formele én informele manier te ontmoeten ontstaat er een netwerk waarin iedereen van elkaar kan leren. JIP is dus echt een ontmoetingsplaats voor iedereen die zich sterk maakt voor dit thema.”

De bijeenkomst van afgelopen week was volgens Wierda-Boer een goed voorbeeld hiervan. “De arenabijeenkomst heeft ertoe bijgedragen dat er nieuwe linkjes zijn gelegd tussen lopende projecten onderling en tussen lopende projecten en nieuwe bijwoners.”

Door al die ontmoetingen is iedereen op de hoogte van elkaars projecten, wat volgens Meesters de transparantie verhoogt. “Tijdens zogenaamde arena-bijeenkomsten kan het actieve netwerk een kijkje in de keuken nemen bij projecten van elkaar. Zo ziet iedereen waar anderen mee bezig zijn en kunnen we van elkaar leren. Aan de andere kant kunnen de onderzoekers die hun onderzoek presenteren ook bijgestuurd worden door de aanwezigen, die ernaar kijken vanuit allerlei verschillende perspectieven, waardoor iederéén met en van elkaar kan leren.”

Naast de arena-bijeenkomsten zijn er ook tribune-bijeenkomsten, waar de uiteindelijke resultaten van onderzoeken en projecten gedeeld worden met mensen en organisaties die niet actief mee willen doen maar wel geïnteresseerd zijn. Hier is het voor JIP ook mogelijk om meer de diepte van de onderzoeken in te duiken, en tegelijk krijgen nieuwe bijwoners ook de kans om te kijken of en hoe ze in het netwerk zouden passen.

Jonge onderzoekers kunnen impact hebben

Eén van de besproken voorbeelden van een onderzoek vóór en dóór jongeren was het afstudeeronderzoek van Paula Boot en Frederike Mosch, studenten pedagogiek en toegepaste psychologie aan de HAN. Zij houden zich bezig met een onderzoek naar jonge mantelzorgers, kinderen en jongeren tussen de vier en 24 jaar die thuiszorgen voor of zorgen hebben over een ziek gezinslid. Volgens de twee studenten bevindt zo’n 20% van de  jongeren tussen de twaalf en zestien jaar zich in zo’n situatie. Omdat dit percentage vrij hoog is, verdienen jonge mantelzorgers volgens de studenten dan ook meer aandacht.

Niet elke situatie van jonge mantelzorgers is gelijk. De taken van de jonge mantelzorgers kunnen enorm verschillen, van huishoudelijke of administratieve zaken tot fysieke of psychische verzorging – taken waarvoor sommige jonge mantelzorgers eigenlijk nog te jong zijn. Volgens de twee onderzoekende studenten is de kans dan ook groot dat deze jongeren gezondheidsproblemen zoals overbelasting of chronische stress krijgen. Zelfs een stagnatie in ontwikkeling wordt genoemd als mogelijk resultaat.

Met hun onderzoek proberen de studenten de vindbaarheid van jonge mantelzorgers te verhogen. Vaak zien die kinderen en jongeren zichzelf namelijk helemaal niet als mantelzorgers. In die gevallen is het lastig om hulp te bieden wanneer zich problemen voordoen. Vandaar dat het onderzoek van de twee studenten zich richt op wat er nodig is voor jonge mantelzorgers en hun familie om eerder ondersteuning te vragen.

Volgens Mosch en Boot kan hier eerder op ingespeeld worden door huisartsen of andere professionals in hulpverlening, maar ook leerkrachten en interne begeleiders op scholen. Zij hopen dat er na dit onderzoek nog een vervolgonderzoek komt over hoe de bijdrage van de hulpverlening in dit proces geoptimaliseerd kan worden. Zo zou er in de hulpverlening meer aandacht kunnen zijn voor het vooraf herkennen en voorkomen van problemen bij jonge mantelzorgers. “Dat is beter dan achteraf proberen om problemen te herstellen”, sluit Boot af.

JIP kijkt ook naar maatschappelijke partners

Naast  afstudeeronderzoeken van studenten zoals Boot en Mosch wordt binnen JIP ook gewerkt aan projecten in de praktijk. Een voorbeeld hiervan is Werklab, een samenwerking tussen drie verschillende onderwijsinstellingen uit Nijmegen, de Radboud Universiteit, de HAN en het ROC Nijmegen, en twee maatschappelijke partners, WerkBedrijf Rijk van Nijmegen en UWV Werkbedrijf.

In Werklab krijgen studenten die als gevolg van een beperking of chronische ziekte moeite hebben met het vinden van een passende stage of baan, extra ondersteuning bij deze zoektocht. Deze ondersteuning bestaat uit begeleiding en bemiddeling naar een passende praktijkplek. Daarna wordt de student voor zo lang als hier behoefte aan is gevolgd tijdens de stage of de eerste baan, om een vinger aan de pols te houden.”

De drie betrokken onderwijsinstellingen hebben allen een Jobfinder aangesteld, hoewel dit bij de HAN nu een stage- en werkbemiddelaar heet. De onderwijsinstellingen wisselen regelmatig kennis en ervaringen met elkaar uit om van elkaar te leren en voor zover mogelijk gezamenlijk deze aanpak voor studenten met een ondersteuningsbehoefte in de regio Nijmegen vorm te geven. Bij een recente tussenevaluatie van het project is dan ook vooral aan jongeren gevraagd hoe ze deze aanpak ervaren, en door alle bevraagde jongeren werd positief gereageerd.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK