Open onderwijs is niet altijd makkelijk, maar het is wel de toekomst

Nieuws | door Ramon van Doorn
10 maart 2021 | Als het aan SURF ligt, blijven de ontwikkelingen van ‘open onderwijs’ en ‘open pedagogiek’ de komende jaren doorstomen. Daaraan draagt de corporatie ook zelf een steentje bij. Daarnaast lijkt er een grote rol weggelegd voor bibliotheken.
Beeld: Gerd Altmann via Pixabay

Tijdens de Open Education Week van SURF werd de opmars van open leermaterialen besproken.  Michiel de Jong, Open Science en Open Education expert van de TU Delft Library, denkt dat open onderwijs kan bijdragen aan het creëren van betrokkenheid bij studenten. “In het algemeen beschrijven wij open onderwijs als een term die verschillende processen omvat. Het eerste is het omgaan met onderwijscontent, en dat is dan specifiek het vinden, adopteren, hergebruiken en publiceren van leermaterialen die open beschikbaar zijn.”

Maar hier houdt open onderwijs niet op, vertelt De Jong. “Het tweede onderdeel is het ontwikkelen van leeractiviteiten die de creatie, het hergebruik en het delen van deze materialen stimuleren.” Hierbij gaat het zowel om leermaterialen die docenten ontwikkelen en delen met studenten, als om leermaterialen die studenten zelf ontwikkelen en die docenten in volgende leerjaren weer kunnen hergebruiken.

“Er zijn al een heleboel mensen bezig met open leermaterialen”, vertelt Ria Jacobi, beleidsadviseur Onderwijsinnovatie en Technologie bij ‎Hogeschool Inholland. “Open is niet meer weg te denken uit onze onderzoeks- en onderwijswereld. Daarin heeft het delen van gemaakt materiaal heel veel aandacht gekregen, maar we merken dat het gebruik van gemaakt materiaal nog wel wat extra aandacht nodig heeft.”

Het hergebruiken van open leermaterialen is namelijk niet altijd makkelijk. Waar vinden docenten open materiaal dat goed genoeg is voor de studenten? En past het dan wel goed in het curriculum? En hoe zit het eigenlijk met de juridische kant van het verhaal? Mag al het materiaal zomaar aangepast en verspreid worden? De Special Interest Group (SIG) Open Education publiceerde tijdens de Open Education Week een thema-uitgave over dit soort vragen.

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief 

 

Docenten verdwalen

Marjon Baas, adviseur ICT&O bij ‎Hogeschool Saxion, vertelt zowel in deze thema-uitgave als tijdens de Open Education Week over het perspectief van docenten. De eerste stap voor docenten is het zoeken van open leermateriaal, vertelt ze. “We weten uit eerder onderzoek dat docenten daar een enorme barrière ervaren. Veel leermaterialen zijn verborgen of juist overal en nergens te vinden. Hier kan bijvoorbeeld een bibliotheek een belangrijke rol in spelen.”

De volgende stap voor docenten is het evalueren van leermaterialen. Daarbij speelt de persoonlijke voorkeur van docenten volgens Baas een grote rol. En stel dat het materiaal positief geëvalueerd wordt, dan is het nog de vraag hoe en of docenten het materiaal kunnen aanpassen en hergebruiken. “Het aanpassen wordt door docenten als best lastig ervaren, zeker voor dingen als filmpjes of boeken. Die worden dus gewoon hergebruikt. Maar uit mijn onderzoek bleek bijvoorbeeld ook dat docenten niet vaak op creative commons licenties letten, zelfs als ze er wel bekend mee zijn.” Baas denkt dan ook dat docenten op dit soort vlakken extra ondersteuning kunnen gebruiken.

Studenten redden zich wel

Hoewel studenten volgens Baas meestal tevreden zijn met het aangeboden leermateriaal, zoeken ze toch vaak naar extra of alternatief materiaal. “We zien dat extra leermaterialen door bijna alle studenten wel gebruikt worden. Maar waarom doen ze dat dan? Een van de redenen is bijvoorbeeld dat de uitleg in alternatief materiaal duidelijker is, of dat ze een voorkeur hebben voor een bepaalde manier van leren. Soms kan het ook efficiënt zijn om naar een alternatieve uitleg te kijken die wat meer samenvattend is.”

Baas merkte tijdens haar onderzoek dat studenten, in tegenstelling tot docenten, niet veel moeite hebben met het vinden van kwalitatief goed leermateriaal. Een mogelijke reden hiervoor is dat docenten het zich simpelweg niet kunnen veroorloven om kwalitatief minder goed materiaal te delen met studenten. Daarnaast zijn studenten geneigd om goed materiaal te delen met andere studenten, waardoor ze dus makkelijker aan veel materiaal komen.

Docenten kunnen volgens Baas op twee manieren omgaan met de vraag van studenten naar alternatief leermateriaal. Ten eerste kunnen docenten ervoor zorgen dat ze een standaard lijstje hebben met goed materiaal voor de studenten. Aan de andere kant kan het ook een goede opdracht zijn voor studenten om hen zelf alternatief materiaal te laten zoeken en te delen met de rest, waarna de studenten het leermateriaal van elkaar mogen beoordelen. Dit concept is een voorbeeld van open pedagogiek.

Open pedagogiek zorgt voor meer participatie

“Open pedagogiek is een concept waarbij het vooral gaat over het toevoegen van openheid aan je leertaken”, vertelt Marijn Post, Beleidsmedewerker Leren en ICT bij de HAN University of Applied Sciences. Het concept bestaat uit vier karakteristieken. “De eerste is dat er waarde kan worden toegevoegd aan het leermateriaal. Daarnaast kan er verbinding  tussen open netwerken worden gemaakt. Verder kan er nieuwe kennis en nieuw materiaal worden gecreëerd, wat daarna ook wordt gedeeld. Als laatste kan er binnen leertaken gebruikt worden gemaakt van open leermaterialen.”

Het inbrengen van deze vier karakteristieken zorgt er volgens Post voor dat studenten beter gaan participeren in het vakgebied, oftewel de gemeenschap, en dat ze meer verantwoordelijkheid nemen bij de opdrachten die ze maken of het materiaal wat ze opleveren. Daarnaast worden studenten ook nieuwsgieriger naar het thema of de inhoud, en leren ze zich invoelen. “Daarmee bedoelen we eigenlijk dat ze beter snappen wat de gemeenschap nodig heeft, en dat ze dus echt onderdeel kunnen uitmaken van de vakgemeenschap. Op deze manier zijn ze ook meer verbonden bij wat ze leren, omdat het leren direct toegepast kan worden in de praktijk en in de gemeenschap.”

Volgens De Jong kan open pedagogiek studenten ook helpen om de opgelopen mentale schade van het afgelopen jaar te herstellen. “Wij zien een kans om open pedagogiek als framework in te zetten om hier iets aan te doen, door middel van het vergroten van de betrokkenheid van studenten bij hun vakken. Betrokkenheid is eigenlijk een behoefte aan betekenisvol leren. Als je betrokken bent bij het vak dat je leert, heb je ook meer sociale verbondenheid met degenen met wie je aan het leren bent, dus je medestudenten en de docenten.”

Open onderwijs vergt wel een verandering

Robert Schuwer, lector Open Educational Resources bij Fontys Hogescholen, vertelt dat het gebruik van open leermaterialen om het onderwijs daadwerkelijk te veranderen ook professionalisering bij docenten vereist. “Er is een aantal vaardigheden nodig om dat te doen. Je hebt basiskennis nodig over de juridische zaken rondom open leermaterialen, maar ook kennis over hoe je het kan zoeken en vinden. Daarnaast moet je weten hoe je op een zo efficiënt mogelijke manier de betrouwbaarheid van open leermaterialen kunt nagaan.”

Het gebruiken van de leermaterialen moet daarnaast in lijn zijn met de gestelde leerdoelen, gaat Schuwer verder. “Verder zijn ook het maken en het delen van die leermaterialen belangrijk. En het is dan niet de bedoeling dat je er na het delen nooit meer naar omkijkt, maar dat er daadwerkelijk wat mee gedaan wordt.”

Zoals eerder genoemd kunnen bibliotheken een belangrijke rol spelen bij de adoptie van open leermaterialen. “Een mogelijke rol is advies geven over auteursrechten en creative commons licenties”, vertelt Schuwer. “Daarnaast kunnen ze zich ook bezighouden met metadatering en collectievorming van open leermateriaal. Dat is echt hun expertise, en daarmee kunnen ze een hoop zorgen wegnemen bij docenten. Bibliotheken kunnen zo een rol spelen bij het zoeken van geschikte materialen voor docenten.”

SURF stimuleert

Kirsten Veelo, programmamanager digitale leermaterialen bij SURF, vertelt dat SURF zich ook bezighoudt met de stroomlijning van dit proces. “De Stimuleringsregeling Open en Online Onderwijs bestaat sinds 2014. Het is een regeling vanuit het ministerie van OCW, en SURF doet de uitvoering. Dat betekent dat we projecten begeleiden, en dat we een kennisagenda uitvoeren waarbinnen kennisdeling en professionaliseringsactiviteiten plaatsvinden. Het organiseren van vakgemeenschappen speelt een belangrijke rol daarin.”

Volgens Veelo spelen vakgemeenschappen een cruciale rol in het succes van open educatie. “Als docenten elkaar kennen, is de kans op hergebruik groter. En niet alleen het delen en hergebruiken is succesvol, maar ook het delen van kennis en ervaring ontstaat daar. Wil je hergebruik dus echt een succes maken, dan zijn vakgemeenschappen op landelijk niveau van enorm belang. SURF heeft ook een platform ontwikkeld waarin open leermaterialen gedeeld en gevonden kunnen worden. Zo proberen we het probleem van het vinden van open leermaterialen voor docenten op te lossen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK