Professional Doctorate: een onmogelijke opdracht?

Opinie | door Jac Christis
29 maart 2021 | Onlangs presenteerde de Vereniging Hogescholen een plan voor de invoering van het Professional Doctorate, de praktijkgerichte evenknie van een PhD-traject. Volgens Jac Christis, lector Arbeidsorganisatie en -productiviteit bij de Hanzehogeschool, is het echter onduidelijk hoe de PD zich moet onderscheiden van een PhD of een reeds bestaand Professional Doctorate in Engineering (PDEng). Hij bepleit dat het PD beter op het PDEng dan op het PhD kan worden geënt.
“Het lijkt mij beter de UASPD te modelleren op de PDEng. Men kan zich dan richten op het verder professionaliseren van professionals door het verbreden en verdiepen van hun ontwerpkundige, veranderkundige en methodologische kennis”, zegt Jac Christis. Beeld: Mirjam Offringa.

In de net verschenen beleidsnotitie ‘University of Applied Sciences Professional Doctorate. Een beroepsopleiding waarin praktijkgericht onderzoek centraal staat’ wordt de inhoud en aard van de UASPD (University of Applied Science Professional Doctorate) toegelicht aan de hand van een vergelijking met de PhD en met de Professional Doctorate Engineering (PDEng) zoals die nu door technische universiteiten wordt aangeboden 

Naar mijn mening worden de deelnemers van een UASPD in de nu voorgestelde vorm opgezadeld met een onmogelijke opdracht: ze leren, net als in de PDEng, interveniëren in complexe omstandigheden. In tegenstelling tot PDEng moeten ze niet alleen case specifieke, maar ook generieke kennis en oplossingen opleveren. Maar ze mogen daarvoor geen wetenschappelijk onderzoek doen, want dat is voorbehouden aan de PhD. Zouden ze dat wel doen dan verschilt hun onderzoek niet van een PhD in bijvoorbeeld de geneeskunde, werktuigbouwkunde, onderwijskunde, bedrijfskunde, enzovoort. In de beleidsnotitie staat niet aangegeven hoe de deelnemers zonder wetenschappelijk onderzoek generieke kennis en oplossingen kunnen ontwikkelen 

Onderzoeken en interveniëren 

Aan de gemaakte vergelijking tussen UASPD, PhD en PDEng ligt het onderscheid tussen onderzoeken en interveniëren ten grondslag. De PhD is bedoeld voor mensen die zich verder willen bekwamen in het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Promoveren in de geneeskunde, werktuigbouwkunde, onderwijskunde of bedrijfskunde betekent dat men nieuwe, generieke kennis en oplossingen ontwikkelt voor de desbetreffende vak- en probleemgebieden. Een PDEng is daarentegen bedoeld voor professionals (in dit geval ingenieurs/ontwerpers) die zich verder willen bekwamen in het interveniëren in complexe omstandigheden. Het onderzoek van deze professionals levert casus-specifieke kennis en oplossingen op voor de desbetreffende ‘problem case. 

PDEng 

Een PDEng bestaat uit een jaar cursorisch onderwijs (60 ECTS) waarin inhoudelijke verdieping in het interdisciplinaire probleemgebied aangeboden wordt. In het tweede jaar passen de deelnemers de nieuw verworven kennis toe in een ontwerpproject uit hun beroepspraktijk.  

In een PDEng BIT [Business and Information Technology] krijgen de deelnemers bijvoorbeeld vakken als Business Analytics, Design Science, Business Process Integration en in hun praktijkproject volgen ze de ontwerpcyclus van ‘problem investigation, treatment design en treatment validation. 

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

De deelnemers worden dus opgeleid voor het uitvoeren van toegepast onderzoek in het kader van de interventiecyclus (diagnose probleem, ontwerp en validatie oplossing, implementatie en evaluatie van de oplossing). Ze ontwerpen specifieke oplossingen voor specifieke praktijkproblemen en dragen zo bij aan de vernieuwing van die praktijk. Het is begrijpelijk dat zowel het bedrijfsleven als sectoren zoals de overheid en de gezondheidszorg behoefte hebben aan dergelijke professionals. 

Praktijkgericht onderzoek: fundamenteel en toegepast 

Het onderscheid tussen PhD en PDEng komt overeen met het veelgemaakte onderscheid tussen twee vormen van praktijkgericht onderzoek (zie o.a. Van Aken, Andriessen 2011): praktijkgericht fundamenteel onderzoek, gericht op het ontwikkelen van generieke kennis en oplossingen voor praktijkproblemen en toegepast onderzoek, gericht op het ontwikkelen van case specifieke kennis en oplossingen. In de bekende kwadranten van Stokes vinden we zowel twee vormen van fundamenteel onderzoek, zuiver (‘pure’) en praktijkgericht (‘use-inspired’), als twee vormen van praktijkgericht onderzoek, fundamenteel (‘basic’) en toegepast (‘applied’). Praktijkgericht fundamenteel onderzoek is verklarend onderzoek. Daarin wordt onderzocht waarom een oplossing in welke context werkt (het Interventie-Mechanisme-Context-Uitkomst model). 

En als we naar de structuur van de toegepaste wetenschappen kijken, dan zien we dat ze meer dan alleen toegepast onderzoek uitvoeren. Daar wordt ook praktijkgericht fundamenteel onderzoek uitgevoerd. Zo wordt in de geneeskunde een onderscheid gemaakt tussen theoretische en klinische geneeskunde en in de technische wetenschappen tussen theoretische en toegepaste engineering 

Dit betekent dat men de praktijkwetenschappen, toegepaste wetenschappen of kundes kan beoefenen als onderzoeker die generieke kennis en oplossingen ontwikkelt én als professional die bestaande kennis toepast op individuele probleemgevallen en dus case specifieke kennis en oplossingen ontwikkelt 

De methodologie van praktijkgericht onderzoek 

Tussen zuiver fundamenteel onderzoek en praktijkgericht fundamenteel onderzoek bestaan geen methodologische verschillen. In beide gevallen zal men vooraf in het onderzoeksdesign voorzieningen moeten treffen om de interne en externe validiteit van het onderzoek veilig te stellen.  

Tussen fundamenteel en toegepast onderzoek bestaan echter wel grote methodologische verschillen. Bewijzen dat roken een oorzaak is van hartklachten doet men op een andere manier dan bewijzen dat de hartklachten van deze patiënt door roken wordt veroorzaakt (interne validiteit). Bovendien moet de arts onderzoeken of de patiënt ook een hoge bloeddruk en/of een hoog cholesterol gehalte heeft: de arts mag geen oorzaken over het hoofd zien. Daarnaast geldt dat een arts (en in het algemeen de professional) geen nieuwe theorie toetst, maar bestaande theorieën toepast op een ‘single case’; daarom heeft de arts geen generaliseringsprobleem of transfereerbaarheidsprobleem (externe validatie) wanneer ze mij vertelt dat ik corona heb. Of ik corona heb is immers onafhankelijk van de vraag of anderen corona hebben.  

Professionals moeten dan ook algemene kennis re-contextualiseren (Schön 1983) en onderzoeken of wat elders werkt in dit geval ook gaat werken (Cartwright en Hardie 2012). In die zin is het de taak van de professional om de kloof tussen theorie en praktijk, tussen algemene en specifieke kennis, te overbruggen. Daarbij gebruiken ze niet de designs van fundamenteel onderzoek. Immers, in toegepast onderzoek doet zich het probleem van externe validiteit (generaliseerbaarheid of transfereerbaarheid) niet voor en neemt het probleem van interne validiteit een andere vorm aan: de professional mag geen oorzaken over het hoofd zien. Het toegepaste onderzoek moet wel voldoen aan de eisen van meetvaliditeit en betrouwbaarheid. Anders zadel je de praktijk op met verkeerde diagnoses en oplossingen. 

Het toegepaste onderzoek van de professional 

De onderzoeksvragen die de professional moet beantwoorden luiden: wat is in dit geval het probleem, wat zijn daar in dit geval de oorzaken van, wat is in dit geval de beste oplossing, wat is in dit geval nodig om van de implementatie van de oplossing een succes te maken, en heeft de oplossing in dit geval ook daadwerkelijk tot succes geleid? Voor het beantwoorden van die vragen dient de professional te beschikken over ontwerpkundige kennis, veranderkundige kennis en methodologische kennis over de designs van toegepast onderzoek in het kader van de eerdergenoemde interventiecyclus.  

De UASPD: een onmogelijke opdracht? 

In de beleidsnotitie van de Vereniging Hogescholen worden de overeenkomsten en verschillen tussen UASPD, PhD en PDEng op een rijtje gezet. Daaruit blijkt ten eerste dat zowel de UASPD als de PDEng zijn bedoeld voor professionals die zich verder willen bekwamen in het interveniëren in complexe omstandigheden. Ook blijkt dat de UASPD, in tegenstelling tot de PDEng, niet alleen casus-specifieke, maar ook generieke kennis en oplossingen moet opleveren. Hun praktijkgericht onderzoek moet, met andere woorden, zowel toegepast als fundamenteel zijn. Ten derde moeten zowel de UASPD als de PhD generieke kennis en oplossingen opleveren. Volgens de notitie doet men dat in een PhD door wetenschappelijk onderzoek. In een UASPD voert men echter geen wetenschappelijk onderzoek uit, zegt de notitie, want dat is immers voorbehouden aan de PhD.  

Hoe men dan wel generieke kennis en oplossingen ontwikkelt in de UASPD wordt in de beleidsnotitie niet aangegeven. Daar staat alleen hoe men het niet doet; men doet geen wetenschappelijk onderzoek. Dat leidt voor de deelnemers aan de UASPD tot een dilemma. Zij moeten net als in een PDEng interveniëren, maar moeten daarbovenop ook generieke kennis en oplossingen ontwikkelen; anders onderscheidt de UASPD zich niet van de PDEng. Tegelijkertijd moeten zij, net als in een PhD, generieke kennis en oplossingen voor praktijkproblemen ontwikkelen. Daarvoor mogen ze echter, geen wetenschappelijk onderzoek doen want dan onderscheidt de UASPD zich niet meer van een PhD. 

In het huidige voorstel worden de deelnemers aan een UASPD dus opgezadeld met een onmogelijke opdracht. Ze moeten interveniëren, ze moeten uit hun interventies generieke kennis en oplossingen ontwikkelen, maar ze mogen niet de daarvoor vereiste methodologie van praktijkgericht fundamenteel onderzoek toepassen. Zouden ze dat wel doen, dan verschilt hun traject niet van een PhD. 

Het lijkt mij daarom beter de UASPD te modelleren op de PDEng. Men kan zich dan richten op het verder professionaliseren van professionals door het verbreden en verdiepen van hun ontwerpkundige, veranderkundige en methodologische kennis. Daarbij hoeft men hen niet lastig te vallen met de methodologie (designs) van praktijkgericht fundamenteel onderzoek. Wil een kandidaat daarentegen door fundamenteel onderzoek nieuwe generieke kennis en oplossingen ontwikkelen, dan kan diegene, zoals nu al het geval is, een promotietraject ingaan.  

Hbo en universiteit 

Ik vermoed dat de opstellers de notitie geschreven hebben met het veel gebruikte onderscheid tussen fundamenteel en praktijkgericht onderzoek in hun achterhoofd. Volgens mij moeten we afscheid nemen van dit onderscheid. Praktijkgericht onderzoek kan immers ook fundamenteel zijn. Dat betekent dat we ook afscheid moeten nemen van de suggestie dat het fundamenteel onderzoek tot het domein van de universiteit en praktijkgericht onderzoek tot het domein van het hbo behoort. Ook aan de universiteit wordt praktijkgericht onderzoek uitgevoerd; ook de universiteit leidt professionals zoals artsen, ingenieurs, juristen, onderwijskundigen, klinische psychologen, pedagogen en bedrijfskundigen op, en uitgerekend de universiteit is begonnen met het aanbieden van PD’s voor professionals.  

Jac Christis : 

Voormalig lector Arbeidsorganisatie en -productiviteit bij de Hanzehogeschool en voormalig Universitair Hoofddocent bij de Radboud Universiteit.

Literatuurverwijzingen

Evidence-based policy. A practical guide to doing it better

Cartwright, N., J. Hardie (2012) Evidence-based policy. A practical guide to doing it better. Oxford: Oxford University Press. 

Misverstanden over praktijkgericht onderzoek

Christis, J., A. J. Smit (2018) Misverstanden over praktijkgericht onderzoek. In Onderwijsinnovatie, maart 2017.

Methodologie van praktijkgericht onderzoek

Christis, J. (2020) Methodologie van praktijkgericht onderzoek. Groningen: Hanzehogeschool. HANZE-20_0585 Bundel Jac Christis_LR.pdf 

The reflective practitioner

Schön, D. (1983). The reflective practitioner. Basic Books. 

Pasteur's Quadrant: Basic Science and Technological Innovation

Stokes, D. (1997) Pasteur's Quadrant: Basic Science and Technological Innovation. Washington, D.C.: Brookings Institution Press. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK