Stimuleer hybride docentschap door meer bekendheid, want meer geld komt er niet

Nieuws | door Michiel Bakker
16 maart 2021 | Het kabinet voelt er weinig voor om hybride docenten meer les te laten geven wanneer die nog geen onderwijsbevoegdheid hebben gehaald. Dat zou ten koste kunnen gaan van de onderwijskwaliteit, blijkt uit de beantwoording van Kamervragen over het Techniekpact. Daarnaast gaat het kabinet, anders dan eerder aangekondigd, geen extra budget vrijmaken om het hybride docentschap voor professionals en bedrijven aantrekkelijker te maken.
“Het kabinet heeft ervoor gekozen om op dit moment geen extra budget vrij te maken voor een fiscale voorziening voor bedrijven die hybride technische docenten aan het onderwijs leveren”, aldus demissionair staatssecretaris Mona Keijzer. Beeld: David Baillot.

In de technische sector is er een grote behoefte aan goed opgeleid personeel. Er zijn momenteel zelfs 56.300 openstaande vacatures in technische beroepen en 13.900 openstaande vacatures in ICT-beroepen, blijkt uit cijfers van het UWV. Tegelijkertijd is er bij technische opleidingen een grote behoefte aan leraren. Het hybride docentschap, waarbij een professional een aantal uur per week lesgeeft bij een onderwijsinstelling, vormt daarvoor een  oplossing. Het Techniekpact, een nationaal initiatief van onderwijsinstelling, bedrijven, regionale overheden en het Rijk, houdt zich bezig met het stimuleren en stroomlijnen daarvan. Tijdens een Schriftelijk Overleg stelden de fracties uit de Tweede Kamer vragen over de voortgang van het Techniekpact.  

In antwoord op vragen vanuit de VVD-fractie laat Mona Keijzer, demissionair staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, weten dat er momenteel 3131 hybride docenten werkzaam zijn in het mbo en 3719 in het hbo. Percentueel komt dat neer op respectievelijk 10,9% en 12,4% van het totale aantal docenten. Hoewel het percentage hybride docenten per regio verschilt, heeft dat volgens Keijzer niet te maken met specifieke kenmerken van regio’s. Zij meent dat die verschillen slechts ontstaan doordat mbo– en hbo-instellingen hybride docenten op een andere manier inzetten of hen inzetten via detacheringsovereenkomsten. Van dergelijke gevallen worden geen cijfers bijgehouden.  

Kabinet wil niet investeren in financiële tegemoetkomingen 

Een stimulering van het hybride technische docentschap, wat één van de doelen van het Techniekpact is, kan volgens de demissionair staatssecretaris worden bereikt door aan de bekendheid van het hybride docentschap te werken. Op een stimulering van hybride technische docentschap door financiële tegemoetkomingen en compensaties voor bedrijven hoeft men echter niet te rekenen, blijkt uit de antwoorden van Keijzer op vragen vanuit D66 en GroenLinks.  

“Het kabinet heeft ervoor gekozen om op dit moment geen extra budget vrij te maken voor een fiscale voorziening voor bedrijven die hybride technische docenten aan het onderwijs leveren“, laat Keijzer weten aan de D66-fractie. Ook Kamerleden van GroenLinks, die vragen naar een eerder aangekondigde regeling om een tegemoetkoming te bieden voor bijkomende kosten van het hybride docentschap, krijgen te horen dat het kabinet ervoor kiest om op dit moment geen extra budget vrij te maken voor tegemoetkomingen.  

Uit onderzoek van het Platform Talent voor Technologie, in opdracht van het kabinet, blijkt dat de salarissen van hybride docenten in het onderwijs gemiddeld niet lager zijn in hun onderwijsbaan dan in hunniet-onderwijsbaan’”, zo luidt de argumentatie van de demissionair staatssecretaris. Daarbij wijst ze erop dat hybride docenten wel gebruik kunnen maken van de subsidieregeling zijinstroom in beroepwanneer ze hun formele onderwijsbevoegdheid willen halen.  

Hoewel de demissionair staatssecretaris in antwoord op vragen vanuit de GroenLinks-fractie schrijft dat er gemiddeld genomen geen verschil is tussen het ‘onderwijssalaris’ en het ‘niet-onderwijssalaris’ van hybride docenten, kan hiertussen voor individuele gevallen toch een groot verschil zijn. “Soms liggen de salarissen inderdaad ver uit elkaar“, schrijft Keijzer namelijk in antwoord op de VVD-fractie. “In sommige banen, bijvoorbeeld technische of ICT-banen waar grote krapte is, kan het zeker het geval zijn dat mensen een stuk minder verdienen in hun onderwijsbaan.”  

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief 

 

Vragen over huidige bevoegdhedenstelsel 

Verder vroeg de VVD-fractie zich af of het huidige bevoegdhedenstelsel het hybride docentschap in de weg zit. In het huidige bevoegdhedenstelsel mag een niet-bevoegde hybride docent slechts een maximumaantal van gemiddeld zes uren per week aan de slag in het vo en mbo. De demissionair staatssecretaris schrijft dat het kabinet, met het oog op de kwaliteit van het onderwijs, veel waarde hecht aan de onderwijsbevoegdheid van docenten. 

“In de praktijk zien we wel dat het behalen van deze bevoegdheid tot problemen leidt omdat het volgend van de opleiding hiervoor moeilijk te combineren is met zowel een baan in het bedrijfsleven als een baan in het onderwijs“, erkent Keijzer. Tegelijkertijd voelt ze weinig voor het voorstel vanuit de CDA-fractie om lichtere bevoegdheidseisen voor hybride docenten te hanteren. Die houden zich immers minder bezig met de begeleiding van studenten, redeneert de CDA-fractie.  

Zo gemakkelijk is het echter niet, laat de demissionair staatssecretaris weten. Ook hybride docenten hebben vaak intensief contact met studenten, waarom het belangrijk is dat ook zij weten hoe ze studenten goed kunnen begeleiden in hun leerproces, schrijft ze. “Daarom opereert een gastdocent formeel gezien onder verantwoordelijkheid van een bevoegd docent en als onderdeel van een breder onderwijsteam.” Volgens Keijzer is het dan ook noodzakelijk dat hybride docenten die zich meer substantieel aan een opleiding verbinden uiteindelijk ook aan de bevoegdheidseisen gaan voldoen. “Hiermee wordt immers sterk bijgedragen aan het borgen van de integrale kwaliteit van de opleiding”, beargumenteert ze het standpunt van het demissionair kabinet.  

Teruglopende instroom technische opleidingen begint op vo 

Vanuit de CDA-fractie werd er ook gevraagd naar de teruglopende instroomcijfers voor technische opleidingen. De demissionair staatssecretaris plaatste dit in het licht van een daling in de keuze voor het N-profiel op de havo en het vwo. Die daling is al een jaar of vier te zien. “Omdat een N-profiel verplicht is voor bijna alle technische opleidingen heeft dat invloed op de doorstroom naar het ho”, schrijft ze.  

Naar de oorzaken van die daling is het vooralsnog gissen, maar Keijzer schrijft aanwijzingen te hebben dat leerlingen de bèta-lessen saaier zijn gaan vinden. Daarbij beroept ze zich op het rapport De Staat van het Voortgezet Onderwijs 2019 van de Onderwijsinspectie. Een andere mogelijke verklaring zoekt ze in de druk die ouders uitoefenen op hun kinderen om hen een zo hoog mogelijke vooropleiding te laten afronden. Daarbij haalt de demissionair staatssecretaris aan dat er in onderbouw van het voortgezet onderwijs momenteel minder leerlingen zijn die een niveau dalen dan leerlingen die een niveau stijgen. “Dit kan tot gevolg hebben dat leerlingen meer op hun tenen moeten lopen en minder zullen kiezen voor de als moeilijker ervaren natuurprofielen“, vermoedt ze daarom.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK