Wetenschap betrekt burgers niet wezenlijk bij onderzoek

Nieuws | door Eva Baaren
3 maart 2021 | De wijze waarop de wetenschap burgers betrekt bij onderzoek is weinig democratiserend, stellen onderzoekers van het Rathenau Instituut. Ze pleiten voor publieke betrokkenheid die verder gaat dan het meehelpen bij dataverzameling.
Beeld: Matt Köse (CC BY 4.0)

In het rapport Samen verder met Open Science stellen onderzoekers Anne-Floor Scholvinck, Wout Schoten en Paul Diederen van het Rathenau Instituut dat publieke betrokkenheid bij wetenschap “betekenisvol is als deze bijdraagt aan de democratisering van kennisontwikkeling”. Dat gebeurt wanneer burgers op een eenzelfde manier als wetenschappers kunnen deelnemen aan wetenschap.

Om dat te bereiken moeten burgers invloed kunnen uitoefenen op onderzoeksvragen en -processen zonder daarbij hoge drempels te hoeven nemen. Ook is het belangrijk dat alle groepen belanghebbenden en belangstellenden aan bod komen, en dat deze groepen zeggenschap hebben over de bijdrage die ze aan het onderzoek leveren.

Verzamelen van data is niet genoeg

Aan die voorwaarden voor publieke betrokkenheid bij de wetenschap wordt volgens de auteurs van het Rathenau-rapport echter onvoldoende voldaan. Zo wordt de publieke betrokkenheid in de praktijk vaak versmald tot een vorm van citizen science, waarin burgers alleen uitvoerend meehelpen met het verzamelen van data. De inbreng van burgers in het bepalen van onderzoeksvragen en methoden blijft dus achter, net als de mogelijkheid voor burgers om wetenschappelijke onderzoeksresultaten nadien zinvol te gebruiken.

Zo heeft de Nederlandse overheid volgens de auteurs haar ambitie voor meer inbreng van de burger in de maatschappelijke koers van de wetenschap niet bepaald waargemaakt. De Nationale Wetenschapsagenda, ooit bedoeld om burgers mede te laten beslissen over wat er in Nederland moest worden onderzocht, is in de praktijk namelijk vooral ingevuld door bedrijven en instellingen.

Ook over de Nederlandse gemeenschap van open wetenschappers zijn de auteurs weinig positief. Open wetenschappers zouden namelijk vooral gericht zijn op het openstellen van informatie en data voor andere wetenschappers, en veel te weinig op het delen van data met burgers.

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief 

 

Wetenschappers gaan waar het geld is

Karel Luyben, National Coördinator Open Science en voorzitter van de European Open Science Cloud Association, kan de conclusies van het rapport plaatsten. “We hebben binnen het Open Science Programma inderdaad voorrang gegeven aan publicaties in open acces en het uitwisselen van data binnen de wetenschap. Met de toegang tot publicaties gaat het nu een stuk beter, maar rondom open datasets voor wetenschappelijk gebruik moet er gewoon nog veel werk worden verricht.”

“Zo zijn we nu op Europees niveau bezig met een federatieve digitale infrastructuur te creëren waardoor datasets straks beter vindbaar en bruikbaar zijn”, gaat hij verder. “Daarvoor moeten er echter eerst wat technische en beleidsmatige hobbels worden genomen. Als dat netwerk met data er is, kunnen burgers er overigens ook gebruik van maken.”

Luyben vindt dat burgerwetenschap, mede door de toename van de publieke interesse voor wetenschap sinds de uitbraak van de coronacrisis, tegelijkertijd echter wel meer aandacht behoeft. Ook vindt hij dat de vorm nog te beperkt is. “Voor het Open Science Programma hanteren we een bredere definitie, maar in de praktijk wordt de burger vaak alleen betrokken bij dataverzamelingen. Denk hierbij aan het welbekende tellen van vogels in de achtertuin. Waar we naartoe moeten, is dat de burger meer invloed krijgt op zowel het maatschappelijk wegen van onderzoeksresultaten, als het opstellen van onderzoeksvragen.”

Dat laatste kan volgens Luyben het beste alsnog worden georganiseerd via de overheid. “Wetenschappers vinden het niet erg om hun onderzoeksvragen mede door burgers te laten bepalen; ze gaan daarheen waar het onderzoeksgeld is. En dat geld ligt maar voor een beperkt deel bij de universiteiten zelf.”

Wel erkennen, niet verplichten

De aanbevelingen ter versteviging van burgerwetenschap betreffen in het Rathenau-rapport juist wel de universiteiten. Hoewel niet alle disciplines zich evengoed lenen voor betrokkenheid van burgers, zit de crux volgens het Rathenau Instituut vooral in het gebrek aan herkenning en waardering van onderzoekers die wél aan publieke betrokkenheid proberen te werken.

“Sterker nog”, vervolgen de auteurs op basis van studies in de medische wetenschap, “onderzoek dat op verzoek van, of in samenwerking met, patiënten plaatsvindt maakt minder kans op publicatie in vooraanstaande tijdschriften”.

Wat de academische gemeenschap volgens het rapport beter níet kan doen, is burgerparticipatie opnemen als voorwaarde voor de financiering van onderzoeksaanvragen. “Publieke betrokkenheid wordt dan al gauw een afvinkoefening om te voldoen aan de wensen van de onderzoeksfinancier”, stellen de auteurs. Volgens hen zal dat ertoe leiden dat wetenschappers alleen voor de vorm samenwerken met burgers, maar hen in de praktijk nauwelijks de kans geven een wezenlijke bijdrage te leveren.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK