Als studenten de coronaregels niet volgen kunnen medewerkers in opstand komen

Nieuws | door Ramon van Doorn
1 april 2021 | Als straks de universiteiten weer gedeeltelijk open kunnen hoopt Rianne Letschert, rector magnificus van de Universiteit Maastricht, dat studenten zich wel aan de coronavoorschriften houden, ook om de medewerkers te beschermen.
Vlnr: Luc Verburgh, Sander van Egmond, presentator Marcel Bamberg, demissionair minister Ingrid van Engelshoven en Benjamin Velge. Beeld: livestream Audio Utrecht.

Studenten zitten door corona met veel problemen. Van mentale en sociale problemen, tot problemen met het vinden van een stage of een baan. Volgens demissionair minister van OCW Ingrid Van Engelshoven wordt er veel gedaan om het hoger onderwijs weer (gedeeltelijk) open te gooien, maar moet er wel rekening gehouden worden met studievertraging.

Op de laatste bijeenkomst van de serie ‘Lucht je hart’ gingen studenten van de Universiteit Maastricht en Zuyd Hogeschool met demissionair minister Van Engelshoven van OCW in gesprek over de situatie in het hoger onderwijs. Het werd duidelijk dat studenten meer zekerheid willen over de afronding van dit studiejaar en het begin van het komende studiejaar. De rek is eruit, en studenten zien weinig perspectief. Toch houdt Van Engelshoven de moed erin.

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

Studenten willen hun kamer uit

De studenten hebben vooral moeite met het studeren vanuit huis. “Ik studeer al maanden in hetzelfde kleine kamertje als waar ik slaap, en ik zit tijdens het studeren en in mijn vrije tijd op dezelfde plek”, vertelt Puck Slaats, vicevoorzitter van de Maastrichtse Studentenraad. “Het voelt daarom alsof je hele week niet onderbroken wordt.” De aanwezige studenten zien daarom het liefste dat het onderwijs morgen al opengaat voor fysiek onderwijs, maar totdat dit kan is het openen van studieplekken en ontmoetingsplekken in de gebouwen van universiteiten of in bibliotheken ook belangrijk.

Helaas is dit volgens Rianne Letschert, rector magnificus van de Universiteit Maastricht, erg lastig. Er wordt aan gewerkt, maar met 900 studieplekken voor 20.000 studenten is het dringen geblazen. “Er worden meer studieplekken geopend, maar daar zitten ook beperkingen aan. We kunnen niet alle studieplekken die we hebben tegelijk openzetten. Daardoor zijn ze continu bezet, dus om een studieplek te hebben moet die gereserveerd worden.”

Het opengooien van al die lege studieplekken is niet alleen door de maatregelen niet haalbaar, vertelt Letschert. “Medewerkers van bibliotheken zijn ook bezorgd om hun eigen gezondheid, dus dat is een extra afweging die je moet maken. Daar zitten mensen tussen die vlakbij hun eigen vaccinatie zitten, dus die willen het extra risico in de laatste maanden niet lopen.” Het is dan ook enorm belangrijk dat studenten de regels respecteren, want anders kunnen medewerkers van de universiteit in opstand komen.

Hoger onderwijs gaat vrijwel zeker open in april

Toch is het openen van studieplekken maar een gedeeltelijke verzachting van het leed totdat het fysieke onderwijs gewoon weer mogelijk is. De bedoeling is dat studenten vanaf eind april in ieder geval weer één dag in de week op locatie onderwijs kunnen volgen. “Het moet heel gek lopen wil het hoger onderwijs in april niet opengaan”, zegt de demissionair minister. Wel benadrukt ze dat het volgen van de basisregels ook hierin heel belangrijk is.

Voor een veilige opening van het hoger onderwijs worden zelftesten beschikbaar gesteld door het kabinet, maar volgens Van Engelshoven is dat nog een hele operatie. “Ze gaan dan ook niet iedereen heel streng bij de deur checken, dus we vragen ook een stukje verantwoordelijkheid aan studenten. Maar het is heel belangrijk dat studenten elkaar weer in de ogen kunnen kijken. Soms willen ze gewoon even het huis uit, naar een studieplek. Even een ander behangetje is ook wel fijn.”

Studenten hebben ook hun eigen verantwoordelijkheid

Deze verandering is van groot belang voor het mentale welzijn van studenten, hoewel er volgens Letschert nu al een enorm aanbod voor mentale en sociale ondersteuning is. “Maar niet alle studenten zijn te bereiken. We delen alles via al onze kanalen, maar toch zien we elke keer dat steeds dezelfde mensen erop ingaan. Studenten hebben ook zelf een verantwoordelijkheid om erachter te komen wat mogelijk is. Ik wil nog heel veel meer doen, maar af en toe moet de doelgroep het ook zelf komen ophalen.”

Volgens vicevoorzitter van de Maastrichtse studentenraad Slaats is voor sommige studenten de drempel om hulp te zoeken misschien te hoog. Als voorbeeld noemt ze internationale studenten, die ook al moeten wennen aan een heel ander leven in een ander land. Bij de Universiteit Maastricht is ongeveer 55% van alle studenten internationaal, vertelt ze, dus dat is een enorme groep. Ironisch genoeg noemt ze deze bijeenkomst van ‘Lucht je hart’ als voorbeeld van de grotere drempel voor deze groep. De bijeenkomst is namelijk niet in het Engels, waardoor een grote groep studenten niet hun problemen kan uiten of kan luisteren naar de oplossingen.

In sommige sectoren is het vinden van een stage onmogelijk

Naast de mentale en sociale problemen, is ook het vinden van een stage door de crisis moeilijker geworden. De studenten vinden dat onderwijsinstellingen, samen met het werkveld, meer moeten doen om studenten te faciliteren in het vinden van een stage.

Luc Verburgh, voorzitter van het College van Bestuur van Zuyd Hogeschool, is het daarmee eens, maar ziet dat dit niet voor elke opleiding mogelijk is. “Bij heel veel opleidingen gaat het met stages gelukkig goed, maar in sommige sectoren niet. Bij de opleiding Japans moet je bijvoorbeeld stagelopen in het buitenland, zodat je die taal daar kunt leren. Dat is alleen echt niet mogelijk, en daarvoor kan je ook niet zo makkelijk een alternatieve stage vinden. We proberen dan om het programma om te draaien, dus om bijvoorbeeld eerst een minor te doen, om zo min mogelijk vertraging te krijgen. Bij sommige studenten en opleidingen is dit echter helaas onmogelijk te voorkomen.”

Van Engelshoven doet voor stages een beroep op werkgevers. “Die moeten stageplekken blijven aanbieden, want in de financiële crisis bleek bijvoorbeeld dat de volgende generatie door een gebrek aan stages vertraging opliep. Daarna zaten al die bedrijven verlegen om nieuwe werknemers, dus daar moeten ze nu van leren. Hier willen we wel bij helpen, dus hebben we een handleiding gemaakt over hoe je een stagiair op afstand kan begeleiden. We moeten blijven zoeken naar mogelijkheden, want we hebben de volgende generatie echt hard nodig.”

Toch ziet de demissionair minister dat dit niet in elke sector kan. “Die studenten staan dan voor de moeilijke keuze tussen vertraging of een alternatieve stage. En bij sommige opleidingen kan dat niet eens, zoals die opleiding Japans, dus het gaat niet voor 100% goed. En je moet dus accepteren dat sommige studenten vertraging gaan oplopen.”

Komt er een verloren generatie aan?

Ook studenten die bijna klaar zijn met studeren zien het somber in. Zo wordt door Sander van Egmond, student aan de Toneelacademie Maastricht, al de term ‘verloren generatie’ genoemd. “Dat is in ieder geval de angst bij studenten die gaan afstuderen in een werkveld dat geveld is door corona”, zegt hij. “Hoe vinden we onze plek in een cultureel werkveld?”

Van Egmond vertelt dat sommige studenten die met dit probleem kampen het idee hadden om een tweede bachelor of master te doen. Doorstuderen zou kunnen helpen om te specialiseren of te verbreden, en het zou de periode overbruggen waarin de sector overhoop ligt. De overheid financiert dit echter niet, waardoor de studenten met een enorme studieschuld zouden komen te zitten. Dit is volgens Van Engelshoven ook niet op te lossen vanwege het prijskaartje dat daaraan hangt: “Dat zou zo’n 100 miljoen per jaar kosten.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK