De Belastingdienst lapt privacyregels al twee decennia aan de laars

Nieuws | door Katie Digan
12 april 2021 | In de nasleep van de Toeslagenaffaire beloofde de Belastingdienst in 2024 te zullen voldoen aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). “Dat is uiterst pijnlijk”, vindt jurist Fatma Çapkurt. “De Belastingdienst had namelijk al sinds 2002 aan gegevensbeschermingsregels moeten voldoen.”
“Het allerbelangrijkste dat hieruit blijkt, is een oud, misschien zelfs afgezaagd adagium: kennis is informatie en informatie is macht.” Beeld: Fatma Çapkurt

Çapkurt promoveert aan de Universiteit Leiden, waar ze onderzoek doet naar de manier waarop de AVG in de Nederlandse publieke sector wordt toegepast. Ze richt zich daarbij vooral op de positie van de burger en diens mogelijkheden om rechtsbescherming tegen die gegevensverwerking te verkrijgen. Dat onderzoek is actueler dan ooit, want de Toeslagenaffaire heeft laten zien dat de behandeling van individuele burgers kan worden bepaald door waar hun persoonsgegevens terechtkomen, vertelt Çapkurt.

“Het schandaal rondom de kinderopvangtoeslag heeft heel goed laten zien dat de registratie van persoonsgegevens van burgers op geheime overheidslijsten ertoe kan leiden dat hun rechten worden afgenomen of beperkt.” Nadat het schandaal openbaar werd, bleek dat de Belastingdienst de tweede nationaliteit van toeslagaanvragers had verwerkt in het kader van fraude-opsporing. De Belastingdienst had deze gegevens echter in veel gevallen niet mogen verwerken, vertelt Çapkurt. Ouders met een dubbele nationaliteit kregen daarnaast een andere behandeling dan ouders die dat etiket niet hadden. “De vraag waar persoonsgegevens terechtkomen en in hoeverre burgers controle op die gegevens kunnen uitoefenen wordt steeds belangrijker.”

Een kwart eeuw de Europese regels aan de laars gelapt

Het bewustzijn van het belang van gegevensbescherming wordt steeds groter, maar die bescherming zelf is niet nieuw, zegt Çapkurt. Bredere aandacht voor gegevensbescherming is sinds de invoering van de AVG gemeengoed geworden, legt ze uit, maar in Nederland bestaan al in sinds 1989 gegevensbeschermingsregels. Ook op Europees niveau bestaat er al sinds 1995 de Europese Gegevensbeschermingsrichtlijn. “Des te kwalijker is het als een overheidsinstantie zoals de Belastingdienst zich pas voorneemt om zich aan de regels te houden nadat het totaal is misgelopen”, aldus Çapkurt.

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

Goede gegevensbescherming is niet alleen belangrijk om misbruik te voorkomen, er is een veel fundamenteler probleem. “Het allerbelangrijkste dat hieruit blijkt, is een oud, misschien zelfs afgezaagd adagium: kennis is informatie en informatie is macht”, aldus de Leidse promovenda. “De burger is afhankelijk van de overheid wat betreft publieke voorzieningen en diensten zoals toeslagen en uitkeringen. Tegelijkertijd verzamelt de overheid van de wieg tot aan het graf persoonsgegevens over jou. Wanneer je geboren bent, hoe oud je bent, waar je woont, wat je inkomen is.”

Die verzameling wordt door de toenemende digitalisering bij overheden steeds veelomvattender, en de overheid wordt daarmee steeds machtiger, legt Çapkurt uit. “De overheid kan heel makkelijk gegevens over burgers verzamelen, terwijl de burger omgekeerd nauwelijks grip kan krijgen op de gegevens die de overheid over haar heeft. In mijn onderzoek bekijk ik onder andere hoe het recht deze ongelijke verhouding tussen de overheid en de burger kan compenseren.”

Wie heeft er iets te verbergen?

“Je kunt tegen burgers zeggen: je hebt toch niks te verbergen? Maar je kunt de vraag ook omdraaien: als overheid heb je toch ook niets te verbergen? Dan kun je als overheid gewoon aan de burger vertellen welke data je hebt.” De overheid is echter bang dat burgers data-gedreven fraudeopsporing kunnen omzeilen wanneer de overheid daarover transparant is, legt Çapkurt uit. “‘Gaming the system’ wordt dat genoemd. Dus vertelt de overheid haar burgers niet hoe hun systemen werken.” Burgers kunnen daarom niet controleren of de gegevens kloppen en waarvoor ze gebruikt worden. “Als de Staat die transparantie niet geeft, dan kun je honderd gegevensbeschermingswetten hebben, maar dan sta je als burger op een gigantische achterstand ten opzichte van de overheid.”

Hoewel gegevensverzameling door de overheid na de Toeslagenaffaire en de recente datalekken bij de GGD met argusogen wordt bekeken, is die verzameling wel noodzakelijk, zegt Çapkurt. “De overheid heeft persoonsgegevens nodig om de maatschappij te kunnen besturen. Het feit dat de overheid bijvoorbeeld aan fraudeopsporing doet is an sich ook heel legitiem, want misbruik van de staatskas is slecht voor het vertrouwen in de overheid. Het is goed dat de overheid niet met zich laat sollen en dat het misbruik daadwerkelijk opspoort en bestraft.”

“Wél is het zo dat de informatie die de overheid voor fraudeopsporing verzamelt onderworpen moet worden aan waarborgen”, voegt ze eraan toe. De burger moet kunnen controleren of de gegevens juist zijn en wat ermee gedaan wordt. “Het probleem is dus niet zozeer dat de overheid persoonsgegevens verwerkt, maar dat de overheid niet transparant is. De overheid heeft steeds meer gegevens van de burger en andersom weet de burger niet wat de overheid met die gegevens doet. Dat vormt het echte probleem.”

Gegevensbescherming in de media

Omdat gegevensbescherming zo actueel is, ziet Çapkurt haar onderzoeksonderwerp veel in de media terugkomen. Ze vindt dat de media goed informeert over problemen rondom gegevensbescherming. “Ik denk dat bewustwording in de media er ook voor zorgt dat burgers zich meer bewust zijn van hun informatierechten in de AVG. Sterker nog, de Toeslagenaffaire is mede door onderzoeksjournalisten van RTL en Trouw aan het licht gekomen. Juist omdat het hier ging om kwetsbare burgers die niet mondig zijn en niet de weg naar de georganiseerde macht of de rechter kunnen vinden, hadden zij zonder de media misschien niet tegen de macht kunnen ageren.”

Çapkurt ziet dat over gegevensbescherming vaak hoogleraren, onderzoekers en advocaten uit de praktijk worden geïnterviewd.” Ik denk dat dat een enorme waarde toevoegt aan het maatschappelijk debat.” Andersom kan de media de wetenschapper ook bij de les houden. “RTL-journalist Pieter Klein heeft bijvoorbeeld een aantal reportages gemaakt met gedupeerde ouders die laten zien wat het betekent om op zo’n zwarte lijst te staan. Zijn reportages vind ik enorm waardevol. Het is heel makkelijk om je als onderzoeker van het gegevensbeschermingsrecht te verliezen in abstracte concepten, maar achter ieder persoonsgegeven schuilt een mens van vlees en bloed, en dat moeten we niet vergeten.”

Geen wetenschap om de wetenschap

Zelf is Çapkurt nog niet vanuit haar onderzoek naar de media gestapt om mee te doen aan het publieke debat, maar dat zou ze wel willen.  “Ik heb mezelf de eerste tweeënhalf jaar van mijn proefschrift gedeisd gehouden. Ik vind dat je eerst je meters moet maken en je moet verdiepen in de materie.” Het gegevensbeschermingsrecht is daarbij een enorm complex rechtsgebied, zegt ze. “Wellicht hebben meer promovendi die ervaring, dat ze vinden dat ze eerst een onderwerp beter moeten doorgronden voor ze vinden dat ze het recht hebben om er iets over te zeggen in de media.”

Maar maatschappelijke impact kan ook buitenom het publieke debat of de media worden bereikt. “Ik gaf vóór corona bijvoorbeeld heel veel presentaties over de AVG aan rechters en advocaten. Dus in mijn geval betekent valorisatie van onderzoek ook het informeren van de rechtspraak en de advocatuur. Maar ik denk wel dat die valorisatie een drieslag moet zijn, dus zowel de rechtspraak als de rechtspraktijk als de bredere maatschappij en media informeren over onderzoek.”

Of deelname aan een maatschappelijk debat de verantwoordelijkheid is van de wetenschapper verschilt per wetenschapper en vakgebied, zegt Çapkurt. “Persoonlijk vind ik het heel belangrijk dat je de onderzoeksresultaten niet alleen verspreid onder je eigen academische achterban, maar dat je het onderzoek ook breder kunt vertalen naar iets waar een burger wat aan heeft. Dat is voor mij een essentieel onderdeel van wetenschap doen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK