Europeanisering promovendi richt zich vooral op West-Europa

Nieuws | door Katie Digan
15 april 2021 | Al decennialang probeert de EU probeert de samenwerking tussen Europese academici te stimuleren. Niet alle Europese landen en universiteiten zijn echter even aantrekkelijk voor promovendi, zo blijkt uit onderzoek. West-Europese promovendi blijven het liefst dicht bij huis.
Beeld: Pixabay

In een recent gepubliceerd onderzoek van de FernUniversität Hagen wordt deze conclusie getrokken op basis van interviews met 60 Duitse academici die aan Nederlandse en Franse universiteiten promoveren. Het onderzoek analyseert de redenen waarom zij een ander Europees land dan hun thuisland hebben gekozen voor hun promotie, en of zij openstaan voor een verdere academische carrière in het buitenland.

Het Duitse onderzoek gaat daarmee na hoe het beleid van de European Research Area (ERA) doorwerkt in de persoonlijke en professionele keuzes van jonge academici. Dit beleid, een EU-strategie uit 2000, heeft de ambitie om de competitie, internationalisering en wetenschappelijke samenwerking tussen Europese landen te versterken. Met beleid van bovenaf, zoals de onderlinge erkenning en standaardisering van Europese diploma’s, wordt mobiliteit onder academici op Europees niveau gestimuleerd.

Een Erasmusjaar als start van de Europese carrière

Uit de interviews blijkt dat het Erasmus -uitwisselingsprogramma voor veel internationale promovendi een eerste stap richting Europese mobiliteit was. Voor veel studenten vormen deze uitwisselingen hun eerste ervaring met het wonen in een ander land, en een eerste les in het leggen van nieuwe contacten in een nieuwe omgeving waar men zich aan andere gewoonten en regels moet aanpassen.

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

Niet alleen deelnemers aan het Erasmusprogramma krijgen op die manier een idee van de mogelijkheden van studeren en werken in het buitenland. Ook de studenten die niet aan het programma meedoen worden aan het denken gezet over studeren in het buitenland. Door niet deel te nemen krijgen zij namelijk het gevoel dat ze de ‘buitenlandervaring’ van hun medestudenten missen.

De persoonlijke contacten die tijdens (tijdelijke) academische verblijven in het buitenland worden gelegd, zijn van grote invloed op de europeanisering van academici, zo stelt het onderzoek. Niet alleen uitwisselingsprogramma’s spelen hierin een grote rol in. Ook professionele contacten die gelegd worden tijdens korte verblijven in het buitenland, bijvoorbeeld voor congressen, dragen bij aan het vormen van een persoonlijk en professioneel Europees netwerk, aldus de onderzoekers.

Zuid- en Oost-Europa minder populair

Toch lijken er grenzen te zijn aan de europeanisering van promovendi. Veel van de geïnterviewde promovendi geven namelijk aan West-Europese universiteiten te verkiezen boven universiteiten in het oosten van Europa. De Westerse instellingen worden gezien als prestigieuzer, en hun academische systemen zijn voor veel promovendi aantrekkelijker. Tijdens interviews gaven promovendi zodoende aan dat ze wel naar het buitenland wilden verhuizen voor een academische baan, maar noemden ze daarbij als opties alleen West-of Noord-Europese landen.

De geïnterviewden vinden dat de kwaliteit van onderzoek en banen bij universiteiten in deze gebieden hoger is. Zuid-Europese landen vallen vaak af omdat er een grotere taalbarrière is en er minder in het Engels wordt gewerkt. De promovendi noemden tenslotte vooral Polen als land waar ze vanwege een politiek en maatschappelijk onvrij klimaat niet naartoe wilden verhuizen. De academische europeanisering, zo concludeert het onderzoek, is dus voornamelijk een West-Europeanisering.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK