Hoger onderwijs moet transparanter zijn over publiek geld in private activiteiten

Nieuws | door Frans van Heest
21 april 2021 | Sinds 2015 dringt de Onderwijsinspectie aan op meer transparantie over publieke investeringen in private activiteiten van hogescholen en universiteiten. De minister is nu, zes jaar later, met nieuwe richtlijnen gekomen.
NWO Institute AMOLF. Hier wordt veel gezamenlijk onderzoek gedaan door wetenschappers van universiteiten en bedrijven zoals Philips, ASML en Shell. Beeld: Grace Jospeph

Wat moet er gebeuren als private activiteiten van hogescholen en universiteiten winst of verlies maken na investeringen met publiek geld? Zulke activiteiten kunnen contractonderwijs en –onderzoek zijnmaar ook het aanbieden van laboratoriumdiensten, ICT-diensten of financiële diensten aan externe partijen. Tot voor kort was er wel een regeling waarin stond waaraan hogescholen en universiteiten moesten voldoen, maar de minister heeft deze nu verduidelijkt in een nieuwe regeling. De Onderwijsinspectie heeft hier al in 2015 op aangedrongen. 

Hbo-fraude heeft de discussie op scherp gezet 

De discussie over publiek-private investeringen in het hoger onderwijs speelt al lang, namelijk sinds de hbo-fraude in 2001 aan het licht kwam. Het ging daarbij om hogescholen die subsidies aanvroegen voor opleidingen die niet konden worden aangemerkt als volwaardig of voor private opleidingen die voor bedrijven werden opgezet. . Hiervoor ontvingen hogescholen onterecht een rijksbijdrage. Ook werden door hogescholen buitenlandse dependances opgerichte en werd er rijksbijdrage ontvangen voor in het buitenland ingeschreven staande studenten, terwijl de rijksbijdrage alleen bedoeld is voor studenten die in Nederland studeren. 

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

Sindsdien zijn er richtlijnen opgezet om fraude met overheidsgeld in het hoger onderwijs te voorkomen. Toch heeft de Onderwijsinspectie in 2015 vastgesteld dat instellingen zich maar zeer beperkt verantwoorden over private activiteiten en daarover niet transparant zijnBij de Inspectie riep dit de vraag op in hoeverre een Raad van Toezicht betrokken is bij het risicobeheer van een instelling als het gaat om private activiteiten.  

Echter maakte de Inspectie daarbij wel de kanttekening dat het niet de bedoeling is dat hoger onderwijsinstellingen de publiek-private activiteiten moeten afbouwen. In 2015 bedroegen de private activiteiten 18 procent van de baten in het wetenschappelijk onderwijs, en in het hbo was dat 8 procent. In het wetenschappelijk onderwijs komt dat, naast contractonderwijs, vooral voort uit contractonderzoek. In het hbo moet ook gedacht worden aan inkomsten uit de Centres of Expertise, publiek-private samenwerkingen tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs. 

Politiek is dubbelzinnig, zegt de VSNU 

De universiteiten zitten ook niet stil op dit punt. In 2019 heeft de VSNU al een handreiking gemaakt voor publiek-private activiteiten. De VSNU schreef toen dat universiteiten af en toe negatief in het nieuws komen wanneer er een incident is voorgevallen waarbij de academische waarden in het geding lijken te zijn geweest.  

Ook de politiek is hierin dubbelzinnig, zei de VSNU destijds. Zo moet er volgens de wet kennisoverdracht zijn ten behoeve van de maatschappij, wat daarom een bekostigde taak is. Maar zodra er samenwerking is met private partijen, beschouwt de overheid deze activiteiten als niet bekostigde activiteiten die voor eigen risico van de universiteit komen, klaagde de VSNU. 

Minister mag deel van rijksbijdrage intrekken 

De minister wil met deze nieuwe regeling voorkomen dat de rijksbijdrage voor universiteiten en hogescholen onrechtmatig wordt besteed. Mocht dit wel gebeuren, dan kan OCW nu een deel van de Rijksbijdrage intrekken. 

Onderwijsinstelling mogen private activiteiten ontwikkelen, benadrukt de minister nog maar eens. Inmiddels wordt er ook een steeds grotere variëteit aan private activiteiten waargenomen, zoals het uitvoeren van niet-bekostigde opleidingen, cursussen of trainingen bijvoorbeeld in het kader van een Leven Lang Ontwikkelen. Maar het kan ook gaan om detacheren van onderwijspersoneel, boekwinkels exploiteren of (onderwijs)voorzieningen die worden verhuurd. 

Geen marktverstoring of concurrentievervalsing 

Echter is het wel van belang dat de private activiteiten in het belang zijn van de kwaliteit van het bekostigde onderwijs en onderzoek, zegt de minister. Daarom moet ook voorkomen worden dat publieke instellingen met private activiteiten oneerlijk concurreren met marktpartijen. Dit kan namelijk leiden tot marktverstoring of concurrentievervalsing. Het uitgangspunt is daarom dat de private activiteiten niet ten koste mogen gaan van de bekostigde wettelijke taak. Daarnaast geldt als uitgangspunt dat private activiteiten met private middelen worden gefinancierd, en niet met de bekostiging die is verkregen om de wettelijke taak van hoger onderwijsinstellingen uit te voeren. 

Toch is hierop een uitzondering mogelijk, omdat het wenselijk kan zijn dat er private activiteiten worden ontwikkeld die een meerwaarde hebben voor het bekostigde onderwijs en onderzoek. In dat geval is het onder voorwaarden toegestaan om publieke middelen te investeren in private activiteiten van bekostigde onderwijsinstellingen. In dat geval moet de kostprijs van de activiteit altijd in rekening worden gebracht bij de private partij, om zo valse concurrentie tegen te gaan. Ook moeten de opbrengsten van de private activiteiten terugvloeien naar het publiek eigen vermogen van de instelling. 

Geen risico’s afdekken met publieke middelen 

Wanneer een negatief financieel resultaat wordt behaald met een private activiteit waarin publieke middelen zijn geïnvesteerd, mag dat negatieve resultaat andersom ook ten laste worden gebracht van het publieke deel van het eigen vermogen. Daarbij geldt onverminderd het uitgangspunt dat private activiteiten niet ten koste mogen gaan van de bekostigde wettelijke taak, en dat bij een negatief resultaat de gehele private activiteit opnieuw tegen het licht moet worden gehouden. Het is ook niet toegestaan om publieke middelen aan te wenden om risico’s af te dekken die voortkomen uit private activiteiten die geheel met private middelen zijn gefinancierd. 

Om de transparantie beter te waarborgen, mogen instellingen ervoor kiezen om de private activiteiten onder te brengen in een aparte rechtspersoon. Daartoe zijn ze echter niet verplichtBelangrijker is dat de financiële verantwoording volledig transparant is. Van de instelling mag daarom worden verwacht dat zij volledig verantwoording aflegt, aldus de minister. 

Ook moet het interne toezicht zodanig worden georganiseerd dat zowel het College van Bestuur als de Raad van Toezicht een duidelijke rol heeft bij het aangaan van en het toezicht houden op private activiteiten.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK