Wetenschap: sluit de rijen, sta schouder aan schouder

Interview | door Michiel Bakker
6 april 2021 | Uitgebluste onderzoekers, stakingen bij universiteiten en achterstanden op andere kenniseconomieën: dat is wat Nederland te wachten staat wanneer het de onderzoeksfinanciering niet verhoogt, zegt Bert Weckhuysen. Hij zat twee KNAW-commissies voor die adviezen uitbrachten over de verdeling van onderzoeksmiddelen. “Nu is het tijd om die te gaan implementeren", zegt Weckhuysen in het licht van de naderende kabinetsformatie.
“Efficiënter kan het niet meer; we zijn uitgeëfficiënt. Het is nu tijd voor investeringen”, zegt Bert Weckhuysen over de staat van de onderzoeksfinanciering in Nederland.

Met het recente PwC-rapport nog in het geheugen kijkt men binnen de wetenschap met grote interesse naar de aankomende kabinetsformatie. Onderzoekers van PwC Strategy& concludeerden namelijk dat het wetenschappelijk onderzoek en onderwijs structureel 1,1 miljard per jaar tekortkomt. Bert Weckhuysen, die voorzitter was van de KNAW-commissie die advies uitbracht over zowel de verdeling van onderzoeksmiddelen als het plan voor rolling grants, ziet dat het PwC-rapport de eerdere conclusies van de KNAW onderschrijft.  

“Vooral het rapport over de verdeling van onderzoeksmiddelen wordt ondersteund door het recente PwC-rapport“, vertelt hij. Wij hebben er destijds op gewezen dat er een structurele onderfinanciering van het wetenschappelijk onderzoek is, en dat er geen evenwicht is tussen ongebonden en strategisch onderzoek.” Zodoende kraakt en piept het volgens Weckhuysen in zowel de eerste geldstroom, onderzoeksfinanciering vanuit de universiteiten, als in de tweede geldstroom, onderzoeksfinanciering vanuit NWO.  

Onderzoeksbekostiging zorgt voor rat race 

“Er is een rat race gaande“, schetst de Utrechtse scheikundige. “Iedereen is maar bezig achter het geld aan te gaan en voorstellen in te dienen. Dat komt deels omdat er momenteel te weinig ‘basisfinanciering’ in de eerste geldstroom is. Er is een enorme selectie waardoor alleen de scherpste geesten overblijven, die vervolgens maar moeten zien hoe ze aan hun onderzoeksbekostiging komen. Dat is te gek voor woorden.” Deze systematiek leidt niet alleen tot veel overspannenheid onder universiteitsmedewerkers, het is volgens Weckhuysen ook helemaal niet competitief met veel buitenlandse kenniseconomieën 

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

Besef goed dat het voor een jonge, beginnende wetenschapper het einde van zijn of haar wetenschappelijke carrière kan betekenen wanneer hij of zij een beurs misloopt“, verklaart Weckhuysen de competitie rond onderzoeksaanvragen. “Competitie is helemaal niet verkeerd, want dat haalt het beste in mensen naar boven. Wanneer dus maar één op de drie onderzoeksvoorstellen wordt gehonoreerd, lijkt mij dat niet verkeerd. Op dit moment is het echter vaak één op tien of zelfs één op twintig. We maken ons nu gek met het schrijven én beoordelen van voorstellen; degenen die voorstellen schrijven hebben ook vaak zitting in beoordelingscommissies voor andere voorstellen. Dus zijn we ook nog druk met mekaar te beoordelen. 

Echte doorbraken vragen om tijd en continuïteit 

Deze praktijk heeft tot gevolg dat onderzoekers niet meer toekomen aan het primaire wetenschappelijke proces van creativiteit en echte verdieping en doorbraak, stelt Weckhuysen. “Want echte doorbraken vereisen verwondering, tijd en continuïteit. Je moet ook kunnen falen. Het is immers vaak pas het tweede of derde project van een wetenschapper waarin hij of zij echt vruchten kan gaan plukken, dus dan spreek je over tijdslijnen van zeker tien jaar. Voor dat specifieke probleem schreef een KNAW-commissie onder leiding van Weckhuysen het voorstel voor rolling grants, een basisfinanciering waarmee een onderzoeker gedurende de gehele academische carrière de mogelijkheid heeft om ongebonden onderzoek te doen 

Tot Weckhuysen’s vreugde is dat plan voor rolling grants overgenomen in de partijprogramma’s van verschillende politieke partijen. “Daarom is het nu tijd om het te gaan implementeren.” Tegelijkertijd wil de VVD, op dit moment de grootste politieke partij, het liefst nog verdere efficiëntieslagen doorvoeren om samenwerking tussen universiteiten te stimuleren. Maar dan moet er wel iets zijn om samen aan te werken”, waarschuwt de Utrechtse hoogleraar. 

Maak geen rapporten, doe investeringen 

Dat er op het gebied van wetenschappelijk onderzoek een tekort is van één à anderhalf miljard bij NWO en de universiteiten, is voor Weckhuysen geen vraag meer. “Je kunt er nog over soebatten hoe dat tekort precies in elkaar steekt, maar dat er minimaal een miljard nodig is om onderzoekers toe te rusten is volgens mij in lijn met welk rapport dan ook uit de afgelopen jaren. Het kan niet de bedoeling zijn om nu nog de kaasschaaf te zetten op die 1,1 miljard uit het PwC-rapport. We moeten niet nóg meer rapporten gaan maken, want er blijkt voortdurend dat er een structureel tekort is. En efficiënter kan het ook niet meer; we zijn uitgeëfficiënt. Het is nu tijd voor investeringen. 

Dat niet alleen de individuele wetenschappers of kennisinstellingen baat hebben bij die investeringen, beargumenteerd Weckhuysen met het voorbeeld van de geavanceerde mRNA-vaccins tegen COVID-19 van Moderna en Pfizer/BioNTtech. “Hadden we niet James Watson en Francis Crick gehad die in 1953 door fundamenteel, ongedwongen onderzoek de structuur van dna ontdekten, dan hadden we deze vaccins nooit kunnen ontwikkelen. Dat is een pleitbezorger voor fundamenteel onderzoek.” 

Gezien de verkiezingsprogramma’s van grote politieke partijen is het mogelijk dat de wetenschap de gewenste structurele extra bekostiging van 1,1 miljard niet of niet geheel zal krijgen. Zo pleit de VVD zelfs voor bezuinigingen van 200 miljoen. “Wanneer we niet dat gewenste bedrag krijgen, zal daaruit ten eerste blijken dat nog niet iedereen het licht gezien heeft“, zegt Weckhuysen daarover. Ten tweede zullen we dan als wetenschappelijk veld verstandig moeten zijn en in overleg met elkaar moeten bezien wat de grootste noden zijn. Maar als het echt een klein bedrag is wat we krijgen, dan moeten we misschien gewoon zeggen: ‘nee, dit doen we niet‘. Het gevolg zal zijn dat we een stroom aan uitgebluste onderzoekers hebben, stakingen op universiteiten en uiteindelijk wetenschappelijke achterstand ten opzichte van andere kenniseconomieën. 

Schouder aan schouder 

Als voorbeeld van ongewenste wijzigingen in de financiering verwijst Weckhuysen naar de Plasterk-middelen, waarbij in 2007 er 100 miljoen vanuit de universiteiten naar NWO werd overgeheveld. Recenter was er het gevolg van het rapport Van Rijn, waarbij het bèta-domein extra middelen kreeg ten koste van andere wetenschapsgebieden.  

Dat soort broekzak-vestzak-achtige dingen, daarvan moeten we als wetenschappelijk veld zeggen dat we er niet aan meedoen. We moeten ons niet uit elkaar laten spelen door politici of het politiek bestel. Het onderscheid tussen alfa, bèta en gamma bestaat hierin niet. We moeten nu de rijen sluiten, schouder aan schouder staan.” 

Daarbij moet het wetenschappelijk veld eensgezind aangeven dat het niet vijf vóór twaalf, maar al tien óver twaalf is, zegt Weckhuysen. “We willen geen pleisters op de wonden, we willen structurele, systemische oplossingen.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK