Kennisgericht burgerschapsonderwijs verhoogt politieke participatie jongvolwassenen

Nieuws | door Katie Digan
26 mei 2021 | Tieners die meer kennis hebben over politiek worden vaker politiek betrokken wanneer zij jongvolwassenen zijn, zo blijkt uit promotieonderzoek bij de Rijksuniversiteit Groningen. Middels burgerschapsonderwijs zou daarom meer kennis over de democratie en de rechtsstaat aan leerlingen moeten worden overgebracht.
Een belangrijke bevinding van het onderzoek van Slijkhuis is dat politieke kennis bij tieners een grote voorspellende factor is voor latere politieke participatie. Beeld: Pixabay

Onderwijswetenschapper Edwin Slijkhuis promoveerde vorige week op zijn proefschrift over burgerschapsonderwijs en politieke betrokkenheid onder jongvolwassenen. Slijkhuis onderzocht of het aanleren van politieke kennis aan tieners leidt tot meer politieke participatie wanneer deze tieners jongvolwassenen worden. Hij volgde daartoe de ontwikkeling van politieke en maatschappelijke kennis en betrokkenheid van Nederlandse jongeren tussen hun veertiende en eenentwintigste.

Nieuwe vormen van politieke participatie

Om de politieke participatie van jongvolwassenen goed in kaart te brengen, heeft Slijkhuis gekeken naar de specifieke manieren waarop jongeren politiek betrokken raken. “We hebben de politieke participatie van jongvolwassenen heel breed gemeten”, vertelt Slijkhuis. “Er is tot op heden veel onderzoek gedaan naar politieke participatie, maar dat is meestal gericht op oudere volwassenen en traditionele activiteiten, zoals stemmen en lid zijn van partij.”

Dat gaf echter geen goed beeld van de manieren waarop jongvolwassenen met politiek bezig zijn, vond Slijkhuis. “Die zijn de afgelopen tijd ook op andere manieren betrokken geraakt, bijvoorbeeld via sociale media.” Slijkhuis ontwierp daarom een nieuwe vragenlijst om politieke participatie onder jongvolwassenen te meten, waarin ook minder traditionele vormen van politieke participatie worden meegenomen.

Meld u hier aan de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

“We zien dat de jongvolwassenen die we hebben gevolgd nauwelijks meedoen aan traditionele politieke activiteiten, zoals meedoen aan een verkiezingscampagne of zich kandidaat stellen voor een verkiezing,” legt Slijkhuis uit. Politieke betrokkenheid kan echter ook op andere manieren plaatsvinden, vervolgt hij, bijvoorbeeld online.

“Jongeren kunnen via online media allerlei nieuwsartikelen te lezen en daarmee actief te worden. Sociale media kunnen daarnaast ook helpen om politieke betrokkenheid te ontplooien. Mensen kunnen bijvoorbeeld op een online forum discussiëren of aan online aangekondigde evenementen meedoen. Dat zie je bijvoorbeeld bij online georganiseerde demonstraties: jongeren gaan de laatste jaren weer meer de straat op.”

Politieke kennis bevordert politieke participatie

Een belangrijke bevinding van het onderzoek is dat politieke kennis bij tieners een grote voorspellende factor is voor latere politieke participatie. Daar lijkt een belangrijke rol te liggen voor het burgerschapsonderwijs. “We hebben een link vastgesteld tussen kennis en participatie,” legt Slijkhuis in een gesprek met ScienceGuide uit, “en we weten dat school bij uitstek een omgeving biedt om kennis over te dragen. Dus als je actief burgerschap wil bevorderen, zoals deelname aan politieke activiteiten, dan lijkt het verstandig om die kennis mee te geven aan leerlingen.”

Daarbij is het belangrijk dat deze kennis doorlopend wordt onderwezen, voegt hij toe. “Dat moet niet alleen op één moment gebeuren, bijvoorbeeld bij het vak maatschappijleer, maar vanaf het basisonderwijs aandacht krijgen zodat er een doorlopende leerlijn ontstaat.”

Brede brugklas kan participatie lageropgeleiden bevorderen

Slijkhuis stelde vast dat er geen verband is tussen de prestaties van leerlingen op het voortgezet onderwijs en hun latere politieke participatie, maar dat er wel verschillen zijn tussen leerlingen uit verschillende onderwijsniveaus. Leerlingen uit het vmbo worden later minder vaak politiek geëngageerd dan leerlingen uit het vwo.

“We weten wel al dat jongvolwassenen met een hoger opleidingsniveau meer participeren in de politiek. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen 2017 was er bijvoorbeeld een verschil in opkomst bij het stemmen tussen verschillende opleidingsniveaus”. Een brede brugklas of verlengde brugperiode zou een manier kunnen zijn om deze verschillen recht te trekken, voegt Slijkhuis toe. “Ik denk dat het voor burgerschapservaringen heel goed is dat je met elkaar in de klas zit, van elkaar leert en elkaar tegenkomt.”

De onderzoeker concludeerde ook dat er geen duidelijke relatie is tussen positieve burgerschapshoudingen op 14-jarige leeftijd en latere politieke participatie. “Wij dachten dat wanneer een tiener positief staat tegenover bepaald burgerschapsgedrag, bijvoorbeeld stemmen of aan een protestmars meedoen, dat dat ook zou leiden tot meer participatie als volwassene.” Dat verband bleek echter zwak te zijn. “Er zit altijd een sociaal wenselijk component in de intentie om goede dingen te doen. Het geeft ook meer een houding weer dan daadwerkelijk intentie tot gedrag. De jongvolwassenen staan er wel positief tegenover, maar ze gaan het niet daadwerkelijk doen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK