Student die verdieping zoekt wordt afgestraft door toetscultuur

Nieuws | de redactie
3 mei 2021 | De huidige curricula binnen het hoger onderwijs rekenen studenten af op hun toetsresultaten. Daarom moeten toetscijfers minder zwaar meewegen en moeten toetsformats en toetsnormen niet van tevoren bekend zijn, zodat studenten niet worden gemotiveerd om strategisch te studeren en zich ook op normaliter ongetoetste leerdoelen moeten richten, zeggen onderzoekers van de Erasmus Universiteit en het Erasmus MC.
“Men zou ervoor kunnen kiezen om de toetsnorm niet van tevoren bekend te maken, zodat studenten daarmee geen rekening kunnen houden in hun leerinspanningen”. zeggen onderzoekers van de Erasmus Universiteit en het Erasmus MC. Beeld: ©UG, Marcel Spanjer.

Ons toets-gerichte onderwijssyteem heeft een probleem, stellen onderzoekers van de Erasmus Universiteit en het Erasmus MC in een recent gepubliceerd artikel. Het zet studenten namelijk onder druk om vooral gemotiveerd te zijn om te presteren, wat ten koste gaat van de motivatie om te leren.  

In het hoger onderwijs richten de meeste studenten hun leerproces vooral op toetsen en cijfers, en minder op hun interesses of plezier. Dat ligt volgens de onderzoekers niet aan de studenten zelf. De motivatie van studenten is slechts een reflectie van het curriculum, zo menen zij. Wanneer studenten hun leerproces vanuit een ongewenste motivatie vormgeven, is dat dus te wijten aan de inrichting van het curriculum. 

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

De Rotterdamse onderzoekers bouwen hun argumentatie met een theorie over de motivatie van studenten en een visie op de vormgeving van een curriculum. Ten eerste beargumenteren de onderzoekers dat studenten twee soorten motivatie kunnen hebben om te studeren voor een vak. Zo kunnen studenten gemotiveerd zijn om zo veel mogelijk te leren terwijl ze een vak proberen te halen. Studenten kunnen echter ook vooral gemotiveerd zijn om te presteren; ze doen dan vooral hun best om een bepaald gewenst toetscijfer te halen. 

Niet elk leerdoel wordt getoetst 

Het soort motivatie waaruit een student put, heeft invloed op de kansen van die student binnen een bepaald curriculum, zo stellen de Rotterdamse onderzoekers. Een curriculum bestaat namelijk uit leerdoelen, zowel instructieve activiteiten als materialen, en toetsen, en die drie zijn in de praktijk vaak imperfect op elkaar afgestemd. Een perfecte afstemming tussen de drie onderdelen zou betekenen dat ieder leerdoel een rechtvaardige kans heeft om in de toetsing betrokken te zijn. Zodoende heeft het bestuderen van ieder leerdoel een rechtvaardige kans om vruchten af te werpen tijdens de toetsing als het bestuderen van ieder ander leerdoel.  

Echter, de afstemming tussen de leerdoelen en de toetsing binnen een curriculum zal altijd enigermate gemankeerd zijn, schrijven de onderzoekers; niet iedere vorm van leren is immers toetsbaar. Een mankement in die afstemming kan ontstaan doordat ofwel de inhoud van sommige leerdoelen relatief is ondervertegenwoordigd in de toetsing, ofwel studenten voor bepaalde leerdoelen meer moeten leren dan uiteindelijk wordt getoetst. Als gevolg daarvan hoeven sommige leerdoelen niet te worden behaald om toch te slagen voor een toets. Daardoor ontstaat het verschil tussen getoetste en ongetoetste leerdoelen. 

Curriculum trekt studenten weg bij ongetoetste leerdoelen 

Of studenten nu gemotiveerd zijn om te leren of juist om te presteren maakt in een perfect afgestemd curriculum niet uit, stellen de onderzoekers; iedere vorm van leren draagt daarin bij aan het toetsresultaat. Wanneer de afstemming tussen leerdoelen en toetsing echter gemankeerd is, worden studenten alleen beloond voor het bestuderen van de getoetste leerdoelen. Tijd besteden aan het bestuderen van ongetoetste leerdoelen verlaagt de kans op goede toetsresultaten zelfs; die tijd kan immers niet aan het bestuderen van getoetste leerdoelen worden besteed. 

De motivatie van studenten die gemotiveerd zijn om te presteren op de toets past daarom beter binnen een curriculum met een gemankeerde afstelling dan de motivatie van studenten die gemotiveerd zijn om te leren, schrijven de Rotterdamse onderzoekers. Toetscijfers vormen namelijk de enige formele erkenning binnen het hoger onderwijs, en die zullen positief worden beïnvloed naarmate een student zich richt op het getoetste deel van een curriculum.  

Studenten die vooral gemotiveerd zijn om te presteren hebben daarom een grotere kans om te ‘overleven’ binnen het onderwijs. Studenten die vooral gemotiveerd zijn om te leren en zich te verdiepen hebben daarentegen juist meer kans om toetsen niet te halen en van de opleiding gestuurd te worden. In de huidige opzet van curricula worden die studenten ‘uitgeselecteerd’, stellen de onderzoekers; deze studenten zullen lagere toetsresultaten behalenen en eerder worden weggestuurd bij een opleiding 

Verlaag belang individuele toetscijfers 

De inrichting van curricula met een gemankeerde afstemming moedigt studenten impliciet aan om geen tijd te besteden aan ongetoetste leerdoelen. Wanneer curricula dat in de praktijk daadwerkelijk doen, zullen de gevolgen voor zowel studenten als de samenleving akelig zijn, stellen de onderzoekers. Veel studenten zullen dan wel afstuderen, maar ze zullen waarschijnlijk niet beschikken over de kennis en vaardigheden die ze in de ongetoetste onderdelen van het curriculum hadden moeten leren.  

Moeten onderwijsinstellingen dan stoppen met het meten van kennis middels toetsen? Nee, zeggen de onderzoekers, want er zijn meerdere mogelijke oplossingen voor het probleem van curricula met een gemankeerde afstelling tussen leerdoelen en toetsing. Zo zou men kunnen besluiten om het belang van individuele toetscijfers te verlagen, bijvoorbeeld door vaker te toetsen op kleinere onderdelen van het curriculum. Ook opperen de onderzoekers om toetsen niet met cijfers maar met kwalitatieve evaluaties te beoordelen.  

Verbeter afstelling tussen onderdelen curriculum 

Wanneer een onderwijsinstelling niet geheel of gedeeltelijk wil stoppen met toetsen of het geven van toetscijfers, kan men er ook voor kiezen om de huidige toetspraktijk te verbeteren. Dat begint bij het optimaliseren van de afstelling tussen de onderdelen van een curriculum, zeggen de Rotterdamse onderzoekers. Dat kan bijvoorbeeld door docenten en onderwijsontwerpers bewust te maken van het feit dat toetsen niet alleen de leerresultaten van studenten meten, maar hen ook op een bepaalde manier motiveren. Ook zou men toetsen meer kunnen gebruiken om te ontdekken wat studenten wél weten in plaats van hen bevragen op wat ze niét weten, en zou men studenten meer kunnen beoordelen op hun leerproces in plaats van hun toetsresultaat. 

Daarnaast zouden onderwijsinstellingen het hun studenten moeilijker kunnen maken om zich strategisch in te spannen voor een toets, dragen de onderzoekers als laatste oplossing aan. Waar docenten nu vaak verplicht zijn om van tevoren het toets-format te delen met studenten, zou men ervoor kunnen kiezen om studenten niet van tevoren te vertellen wat het toets-format is. Ook kan men ervoor kiezen om de toetsnorm niet van tevoren bekend te maken, zodat studenten daarmee geen rekening kunnen houden in hun leerinspanningen.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK