Studentenenquêtes meten populariteit, niet effectiviteit van het onderwijs

Nieuws | door Frans van Heest
26 mei 2021 | Nationale studentenenquêtes zorgen ervoor dat het management in het hoger onderwijs vooral waardeert wat hoog scoort op die enquête. Wat goed scoort hoeft echter niet automatisch goed te zijn voor de kwaliteit van het onderwijs.
NSE scorebord op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Beeld: ScienceGuide

In het Nederlandse hoger onderwijs is het van groot belang, de Nationale Studentenenquête (NSE). Vorig jaar is deze taak zelfs nog wettelijk vastgelegd; de minister van OCW verplichtte instellingen om deel te nemen aan de NSE. In de praktijk blijkt echter dat de NSE verkeerde onderdelen meet, zo staat in een recent gepubliceerd internationaal onderzoek naar verschillende nationale studentenenquêtes, waaronder de NSE in Nederland.

De onderzoekers stellen dat de manier van vragen stellen in de enquêtes een achterhaalde blik werpt op feedback. Zo wordt er nauwelijks gevraagd naar de eigen rol van de student bij het leerproces of de rol van feedback tijdens de opleiding.

Het is neoliberaal waarbij de student consument is

De onderzoekers uit Australië, het Verenigd Koninkrijk en Nederland, waaronder onderzoekers van de Open Universiteit, zeggen dat er door de neoliberale agenda in het internationale hoger onderwijs steeds meer gewicht wordt gegeven aan studenttevredenheid, en daarmee aan de landelijke enquêtes die verschillende opleidingen op dat punt met elkaar vergelijken. De respons op deze enquêtes speelt een belangrijke rol in de besluitvorming van instellingen en het stimuleren van veranderingsprocessen, schrijven de onderzoekers. Zo dragen de enquêtes bij aan een neoliberaal marktsysteem in het hoger onderwijs, waarbij studenten worden gepercipieerd als consumenten.

Toch is al door veel onderzoeken aangetoond dat studenttevredenheidsonderzoek onbetrouwbaar is. Zo blijkt dergelijk onderzoek gevoelig voor geslacht en leeftijd, en zelfs de mate van fysieke aantrekkelijkheid van een docent kan bepalend zijn. Opmerkelijk genoeg blijkt uit eerder onderzoek dat de resultaten van een enquête zelfs kan worden beïnvloed doordat studenten chocola eten voor aanvang van het invullen van zo’n enquête. Daarnaast blijkt dat docenten die hun onderwijs aantrekkelijk en eenvoudig weten te maken positief worden beoordeeld in de enquête, hoewel die aantrekkelijkheid geen effect blijkt te hebben op de uiteindelijke leerresultaten.

Het richt zich vooral op het verhogen van de scores

Een ander probleem met deze enquêtes is de taal die wordt gebruikt, schrijven de onderzoekers. De taal in de vragen van de enquête geeft namelijk expliciet of impliciet weer wat in het onderwijs wordt gewaardeerd en positioneert studenten en docenten op een bepaalde manier. Dit stimuleert een benadering van enquêtes die zich richt op het verhogen van de scores in plaats van het verbeteren van het onderwijs.

De onderzoekers stellen verder dat de wijze van feedback in de studentenenquêtes niet in overeenstemming is met de nieuwe inzichten rondom feedback. Tevens wordt vaak niet erkend dat de student zelf een actieve rol heeft in het onderwijsproces.

De student krijgt een passieve rol toegedicht

Dit onderzoek heeft vooral bekeken hoe de feedbackprocessen in de verschillende enquêtes uit tien landen terugkomen in het evaluatieproces. Bij alle enquêtes is expliciet gekeken in welke mate en op welke wijze feedback terugkomt in de enquête. Daaruit blijkt dat vrijwel alle enquêtes de student positioneren in een passieve rol in het feedbackproces. Alleen in de Verenigde Staten wordt gevraagd of studenten hun studievoortgang ook actief bespreken met studenten of docenten.

Het onderzoek toont aan dat de docent in de meeste onderzoek wordt gepositioneerd als de belangrijkste factor voor het geven van feedback. Studenten speelden in het geven of ontvangen van feedback nauwelijks een rol, namelijk bij slechts drie van de tien onderzochte enquêtes. Ook in Nederland wordt er niet gevraagd naar de rol of invulling van feedback van studenten. Bijna alle vragen uit de verschillende enquêtes positioneren de student zodoende als een passieve ontvanger van onderwijs en als passieve partij in het feedbackproces.

Een illusie van goed onderwijs

Deze beperkte manier van studentenenquêtes afnemen, waarbij niet gevraagd wordt naar de eigen rol van de student, zorgt voor een tunnelvisie, zeggen de onderzoekers. Men moet volgens hen erkennen dat studenttevredenheid niet direct verband houdt met het goed leren van de aangeboden stof. Het kan zelfs een illusie creëren dat er goed onderwijs wordt gegeven wanneer dit niet het geval is, zeggen zij.

Desalniettemin geven dergelijke enquêtes wel vaak aanleiding tot verantwoording en kwaliteitsverbeteringsregimes. Daarom zouden er andere feedbackprocessen moeten komen, vinden de onderzoekers, want in het hoger onderwijs zou men verder moeten gaan dan alleen te waarderen wat men nu meet. Zij pleiten voor enquêtes met een andere vormgeving dan de huidige en met meer aandacht voor de rol van de studenten in het onderwijs.

Kijk op een andere manier naar feedback

Daarbij moet wel in acht worden genomen dat enquêtes altijd reductionistisch van aard zijn, waarschuwen de onderzoekers. Met enquêtes probeert men het onderwijsproces te meten, maar het is onmogelijk om daarin ook de nuances te vatten. De onderzoekers stellen dan ook voor dat beleidsmakers in het hoger onderwijs dergelijke enquêtes op een andere manier moeten vormgeven, waarbij op een nieuwe en hedendaagse manier gekeken wordt naar feedback waarbij de rol van de student ook zelf actief betrokken wordt in de enquête.

Daarbij moet vooral gedacht worden aan verschillende manieren van feedback. Zo kan er gevraagd worden of studenten de feedback nuttig vonden om hun eigen prestaties te verbeteren, opperen de onderzoekers. Ook moet er aan studenten worden gevraagd of ze voldoende in de gelegenheid zijn gesteld om feedback te krijgen en om die feedback met anderen te bespreken.

Literatuurverwijzingen

Measuring what matters: the positioning of students in feedback processes within national student satisfaction surveys

Naomi E. Winstone, Rola Ajjawi, Kim Dirkx & David Boud (2021) Measuring what matters: the positioning of students in feedback processes within national student satisfaction surveys, Studies in Higher Education, DOI: 10.1080/03075079.2021.1916909

«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK