UU-docenten zijn onbewust kwetsend en gebruiken stereotyperingen

Interview | door Eva Baaren
11 mei 2021 | Docenten van de Universiteit Utrecht doen tijdens het lesgeven onbewust kwetsende uitspraken, gebruiken soms stereotype voorbeelden in de lesstof en besteden niet genoeg aandacht aan diversiteit in wetenschappelijke literatuur. Dat concluderen drie wetenschappers naar aanleiding van kwalitatief onderzoek onder studenten van de faculteiten Geneeskunde, Rechten en Sociale Wetenschappen.
Beeld: Gert Altmann

De conclusies van de wetenschappers komen voort uit een recent afgerond deelonderzoek naar de studentbeleving van inclusie en diversiteit in het onderwijs. Dat onderzoek is een onderdeel van een driejarig universiteitsbreed project dat in september 2020 aan de Universiteit Utrecht van start is gegaan. ScienceGuide sprak met drie van de onderzoekers die bij het project betrokken zijn.

“Het driejarig project is bedoeld om de bewustwording over diversiteit en inclusie op de universiteit te vergroten en daarmee het curriculum van de universiteit inclusiever en diverser te maken”, legt Fatima Zohra Charki, docent en onderzoeker bij de opleiding Onderwijswetenschappen uit. “Een belangrijk onderdeel is de vraag in hoeverre studenten vinden dat het huidige onderwijs rekening houdt met diversiteit en inclusie. Docententeams hebben daar eigenlijk nog geen goed inzicht in. Als start hiervan zijn we daarom deze winter met onderzoek naar de beleving van studenten begonnen. We hebben focusgroepen opgezet om erachter te komen wat studenten verstaan onder inclusie en diversiteit, en hoe ze die binnen het onderwijs op de universiteit ervaren.”

“Ook hebben we van de gelegenheid gebruik gemaakt om met die studenten een eerste versie van een curriculumscan te toetsen”, zegt Anne-Roos Verbree, onderzoeker diversiteit en inclusiviteit bij het UMC Utrecht en junior beleidsmedewerker bij de faculteit Sociale Wetenschappen. “Die scan bestaat uit een vragenlijst die we inzetten om in kaart te brengen hoe het staat met de mate van inclusie en diversiteit binnen alle cursussen en opleidingen van de universiteit. We hebben daar nooit eerder echt goed naar gekeken.”

Acht focusgroepen

Om studenten voor de focusgroepen te werven, verspreidden de onderzoekers flyers binnen de faculteiten Rechten, Sociale Wetenschappen en Geneeskunde. De onderzoekers kregen reactie van 38 studenten, met wie ze tijdens acht focusgroepen hebben gesproken.

“De achtergronden van de deelnemers waren divers”, vertelt de derde onderzoeker, Pam de Vries. Zij is student bij de onderzoeksmaster van Onderwijswetenschappen en werkt als student-assistent mee aan het inclusiviteitsproject. “Het waren zowel bachelor-, master- als pre-masterstudenten met verschillende seksuele oriëntaties, etnische en religieuze achtergronden, functiebeperkingen, leeftijden en geslachten. Er zaten ook mensen tussen die deel wilden nemen om zich bewuster te worden van waar anderen tegenaanlopen.”

De onderzoekers voerden semigestructureerde gesprekken met de studenten, waarin de studenten werd gevraagd naar hun definities van inclusiviteit en diversiteit. Ook werd hen gevraagd naar hun beleving van inclusiviteit en diversiteit in het onderwijs, en werd er veel ruimte geboden om met voorbeelden en casussen te komen. “De groepsgrootten hebben we beperkt gehouden zodat studenten het gevoel hadden vrijuit te kunnen spreken”, aldus De Vries.

Dingen die niet oké zijn

Over de definities van inclusief en divers onderwijs bleek er in de focusgroepen vrij snel consensus te ontstaan. Studenten zien onderwijs als divers en inclusief wanneer iedereen welkom is, gerespecteerd wordt en gelijk wordt behandeld. Een leeromgeving is volgens de studenten divers wanneer deze wordt gevormd door mensen met verschillende kenmerken en achtergronden waarin verschillende perspectieven vertegenwoordigd zijn. Een leeromgeving is inclusief wanneer deze verschillen actief worden erkend als kwaliteiten, en wanneer de sfeer getypeerd wordt door veiligheid, respect en gelijke kansen.

De beleving van diversiteit en inclusie in het onderwijs is daarmee ook afhankelijk van verscheidenheid onder de docenten, de manier waarop docenten hun studenten benaderen, en de representatie van verschillende soorten mensen en perspectieven in de lesstof. Maar aan die dingen blijkt het in de praktijk echter nog weleens te ontbreken, concluderen de onderzoekers. “Over het algemeen vertelden studenten dat de onderwijsomgeving best oké is,” legt Verbree uit, “maar wanneer we doorvroegen kwamen er toch voorbeelden van dingen die niet oké zijn.”

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

Zorgelijk voor de geneeskunde

Zo kreeg een vrouwelijke student met autisme te maken met een docent die de indruk wekte niet te weten dat er tussen mensen met autisme verschillen bestaan in capaciteit en talent, waardoor ze het gevoel kreeg met anderen over één kam geschoren te worden. Ook was er een voorbeeld uit een geneeskundepracticum, waarbij de practicumbegeleider geen antwoord had op de vraag hoe je een pupil van een oog moet onderzoeken wanneer deze bijna niet van een donkerbruine iris te onderscheiden is.

“Dat was niet alleen ongemakkelijk voor de student met de donkere ogen bij wie het probleem tijdens het practicum ontstond,” zegt Verbree, “maar het is ook zorgelijk voor de geneeskunde. Hier worden de dokters voor de toekomst opgeleid. Wat nou als die dokter later iemand met erg donkere ogen in de praktijk tegenkomt en niet weet hoe ze moeten worden onderzocht?”

“Het kan natuurlijk soms zo zijn dat docenten gewoon even geen kennis paraat hebben of zich niet bewust zijn dat hun acties studenten kunnen buitensluiten of kwetsen ”, vult De Vries aan. “Maar waar het om gaat is dat docenten, wanneer er zoiets gebeurt, de kans kunnen aangrijpen om er iets mee te doen. Dat ze bijvoorbeeld het gesprek aangaan met studenten, uitzoeken hoe het zit en het voorval bespreken in het docententeam.”

Een homoseksuele man krijgt nooit een hartaanval

Een ander punt dat de studenten aanhaalden is een gebrek aan diversiteit in de lesstof zelf. Daarbij gaat het over diversiteit onder auteurs van wetenschappelijke literatuur, maar ook over de inhoud van het leermateriaal. “De voorbeelden, casussen en afbeeldingen die in het onderwijs worden gebruikt zijn in de ogen van studenten vaak nog stereotyperend”, zegt Verbree.

In één van de focusgroepen vertelde een student geneeskunde bijvoorbeeld dat een homoseksuele man in een voorbeeld in de lesstof bijna altijd HIV heeft, maar dat het er nooit over gaat dat een hij ook een hartaanval kan krijgen. Ook was het een student rechten opgevallen dat cursussen die actualiteiten aanhaalden wel aandacht hadden voor nieuws over corona, maar niet nieuws rondom de Black Lives Matter-beweging.

“Uit de gesprekken met studenten kwam tevens naar voren dat zij soms gebrek aan diversiteit ervaren als het gaat om de invalshoeken waarmee er vanuit de literatuur naar de wereld wordt gekeken”, vult Charki aan. “In de sociale wetenschappen heb je wel specifieke crossculturele vakken die zich daarop richten, maar eigenlijk wil je dat die diversiteitsblik vaker wordt toegepast.”

De sleutel ligt bij de docenten

In tegenstelling tot een aantal kritische noten over docenten en de lesstof was de manier waarop de deelnemers zich uitlieten over hun medestudenten vooral positief. Zo vertelden de deelnemers dat studenten regelmatig voor elkaar opkwamen, en meestal met een open houding vroegen naar elkaars achtergrond. Ook over de studieadviseurs waren de deelnemers te spreken. “Bijvoorbeeld als het ging om een student met lichamelijke functiebeperkingen”, vertelt Verbree. “Die voelde zich goed ondersteund.”

De verhalen uit de focusgroepen tonen volgens de onderzoekers aan dat de sleutel tot verbetering in de eerste instantie bij de docenten ligt. Uit de focusgroepen blijkt namelijk ook dat veruit de meeste studenten het niet zomaar aandurven om docenten te benaderen wanneer zij zich gekwetst voelen, of wanneer het hen bijvoorbeeld opvalt dat de gebruikte literatuur alleen maar geschreven is door mannelijke auteurs. “Dat was echt een duidelijke uitkomst van de gesprekken,” zegt Charki, “dat de studenten allemaal vonden dat docenten in het bevorderen van inclusiviteit en diversiteit een belangrijke rol vervullen.”

Feilbaarheid en anonieme feedback

Volgens de onderzoekers kan een goede eerste stap voor docenten dan ook zijn om aan het begin van een cursus te benoemen dat zij waarden als inclusiviteit en diversiteit belangrijk vinden, en tegelijkertijd te laten weten dat zij als mens ook feilbaar zijn en openstaan voor commentaar. Ook kan de mogelijkheid tot geanonimiseerde feedback of het doen van suggesties voor studenten een oplossing zijn, denkt De Vries. Ze vertelt dat anonimiteit voor studenten een fijne oplossing kan zijn, omdat een student, die jegens de docent toch met een ongelijke machtsverhouding te maken heeft, dan minder risico loopt er de negatieve consequenties van te ondervinden.

Voor het omgaan met literatuur die eenzijdig westerse perspectieven biedt, zien de onderzoekers eveneens een proactieve rol voor de docent. “Ook als het niet mogelijk is om diverser materiaal in je cursus te gebruiken, kan je studenten erop wijzen dat het perspectief dat ze krijgen westers is, en dat er ook nog andere literatuur bestaat”, aldus Verbree.

Een toolbox om het beter te doen

Met de resultaten van focusgroepen lijkt er in Utrecht dus nog werk aan de winkel. Toch worden de conclusies nog niet meteen vertaald naar aanpassingen in het onderwijs. “We brengen de resultaten nu eerst per faculteit onder de aandacht via een blog, een artikelen en dit interview”, vertelt Verbree. Ondertussen wordt er doorgewerkt aan de eerdergenoemde curriculumscan, waarvoor op de faculteiten van de onderzoekers enkele pilots hebben plaatsgevonden.

“We willen op die scan eerst nog meer feedback voordat we hem echt breed gaan inzetten”, vult Charki aan. “De scan wordt zowel door studenten als door docenten ingevuld. Hij is bedoeld om reflectie op diversiteit en inclusie binnen een cursus te stimuleren onder docenten. Aan de hand van wat docenten en studenten graag verbeteren willen we een toolbox ontwikkelen waarmee docenten kunnen werken aan meer diversiteit en inclusiviteit in het onderwijs. De suggesties vanuit de focusgroepen nemen we daarin zeker ook mee.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK